Let op
Als de accukabels zijn losgemaakt en weer zijn aangesloten, gaat na het inscha-
kelen van het contact het controlelampje
den, moet het controlelampje doven.
Ruitensproeiervloeistofpeil
Het controlelampje
brandt bij een te laag ruitensproeiervloeistofpeil. Vloeistof
bijvullen
» pagina
169.
Op het informatiedisplay wordt het volgende weergegeven:
Top up wash fluid! (Sproeiervloeistof bijvullen!)
Aandrijfslipregeling (ASR) uitschakelen
Door het indrukken van de toets
» Afbeelding 96
uitgeschakeld en gaat het controlelampje
Op het informatiedisplay wordt het volgende weergegeven:
Traction control (ASR) deactivated. (Aandrijfslipregeling (ASR) uitgeschakeld.)
Knipperlichten
Afhankelijk van de stand van de knipperlichthendel knippert het linker
ter
controlelampje.
Als een gloeilamp van een knipperlicht defect is, knippert het controlelampje on-
geveer twee keer zo snel. Dit geldt niet bij aanhangwagengebruik.
Bij ingeschakelde alarmlichten knipperen alle knipperlichten alsmede de beide
controlelampjes.
Meer informatie
» pagina
45, Hendel voor knipperlicht en grootlicht.
Mistlampen
Het controlelampje
brandt bij ingeschakelde mistlampen
branden. Na even te hebben gere-
op pagina 98 wordt de ASR
branden.
» pagina
42.
Snelheidsregelsysteem
Het controlelampje
101.
Ð
Dimlicht
Het controlelampje
Keuzehendelvergrendeling
Ð
Als het controlelampje
de keuzehendel vanuit stand P of N te kunnen bewegen
Grootlicht
Het controlelampje
naal
» pagina
45.
Ð
of rech-
Ð
Ð
brandt bij ingeschakeld snelheidsregelsysteem
brandt bij ingeschakeld dimlicht
gaat branden, het rempedaal intrappen. Dat is nodig om
brandt bij ingeschakeld grootlicht of bij een grootlichtsig-
Instrumenten en controlelampjes
» pagina
Ð
» pagina
40.
Ð
» pagina
108.
Ð
Ð
25