Omgang met velgen en banden
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 174 en volg deze op.
Wielen verwisselen
Bij een duidelijk sterke slijtage van de voorbanden adviseren wij, de voorwielen
en de achterwielen overeenkomstig het schema
Daardoor krijgen de banden ongeveer dezelfde levensduur.
Voor een gelijkmatige slijtage van alle banden en om de optimale levensduur te
behalen, adviseren wij om elke 10.000 km de wielen om te wisselen.
Banden opslaan
Wielen markeren voordat ze worden verwijderd, zodat ze bij het opnieuw monte-
ren dezelfde draairichting kunnen behouden.
Verwijderde wielen resp. banden koel, droog en zo donker mogelijk bewaren.
Banden die niet op een velg zijn gemonteerd, moeten staande worden bewaard.
Nieuwe banden resp. wielen
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 174 en volg deze op.
Op alle vier de wielen alleen radiaalbanden van dezelfde constructie, maat (afro-
lomtrek) en met hetzelfde profiel op één as gebruiken.
De voor uw wagen toegestane band-/velgcombinaties staan vermeld in uw auto-
papieren.
Kennis van de bandengegevens maakt de juiste keuze gemakkelijker. Banden
hebben op de wang van de band bijvoorbeeld het volgende opschrift:
176
Raadgevingen voor het gebruik
Afbeelding 141
Wielen verwisselen
» Afbeelding 141
te verwisselen.
195 / 65 R 15 91 T
Het betekent:
195
Bandbreedte in mm
65
Hoogte-/breedteverhouding in %
R
Code voor bandconstructie - Radiaal
15
Velgdiameter in inch
91
Belastingindex
T
Snelheidscodeletter
Voor banden gelden de volgende snelheidsbegrenzingen:
Snelheidscodeletter
S
T
U
H
V
W
Y
De productiedatum staat ook op de bandwang (eventueel aan de binnenzijde van
de band). Bijvoorbeeld
DOT ... 20 12...
betekent dat de band in week 20 van het jaar 2012 is geproduceerd.
Ð
Indien alleen een noodreservewiel beschikbaar is, moet op het volgende worden
gelet
» pagina
177.
Draairichtinggebonden banden
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 174 en volg deze op.
De draairichting is door een pijl op de wang van de band gekenmerkt. De zo aan-
gegeven draairichting moet beslist in acht worden genomen. Alleen zo komen de
optimale eigenschappen van deze band met betrekking tot grip, afrolgeluid, slijta-
ge en aquaplaning volledig tot hun recht.
Toegestane maximumsnelheid
180 km/h
190 km/h
200 km/h
210 km/h
240 km/h
270 km/h
300 km/h
Ð
£