Gebruik van kinderzitjes op de bijrijdersstoel
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 139 en volg deze op.
Wij adviseren om veiligheidsredenen kinderzitjes zo veel mogelijk op een zit-
plaats achterin te monteren.
Als op de bijrijdersstoel een naar achteren gericht kinderzitje wordt gebruikt,
moeten beslist de volgende aanwijzingen in acht worden genomen.
›
De bijrijdersvoorairbag buiten werking stellen
werking stellen.
›
De bijrijdersstoel helemaal naar achteren schuiven.
›
De rugleuning van de bijrijdersstoel moet rechtop worden gezet.
›
De in hoogte verstelbare bijrijdersstoel zo ver mogelijk omhoog zetten.
›
De veiligheidsgordel van de bijrijdersstoel zo ver mogelijk naar boven verstellen
(geldt niet voor een met het ISOFIX-systeem bevestigd kinderzitje).
›
Het kinderzitje op de stoel monteren en het kind in het kinderzitje bevestigen
overeenkomstig de handleiding van de fabrikant van het kinderzitje.
ATTENTIE
Bij gebruik van een naar achteren gericht kinderzitje op de bijrijdersstoel,
■
moet de bijrijdersvoorairbag beslist buiten werking worden gesteld
137, Airbags buiten werking stellen.
Bij ingeschakelde bijrijdersvoorairbag op de bijrijdersstoel nooit een naar
■
achteren gericht kinderzitje gebruiken. Dit kinderzitje bevindt zich in het ge-
bied waar de bijrijdersvoorairbag naar buiten komt. De airbag kan bij active-
ring het kind zwaar of zelfs levensgevaarlijk verwonden.
140
Veiligheid
Afbeelding 121
Sticker op de B-stijl aan bijrij-
derszijde
» pagina
137, Airbags buiten
» pagina
ATTENTIE (vervolg)
Op dit feit wordt geattendeerd door de sticker op de B-stijl aan bijrijderszij-
■
de
» Afbeelding
121. De sticker is zichtbaar na het openen van het bijrijder-
sportier. Voor sommige landen is de sticker ook op de zonneklep aan bijrij-
derszijde aangebracht.
Bij gebruik van een naar voren gericht kinderzitje op de bijrijdersstoel moet
■
deze stoel volledig naar achteren en omhoog worden ingesteld. De rugleuning
moet rechtop worden gezet.
Zodra het kinderzitje op de bijrijdersstoel niet meer wordt gebruikt, moet de
■
bijrijdersvoorairbag weer in paraatheid worden gebracht.
Veilig vervoer van kinderen en de zij-airbag
Afbeelding 122 Een niet goed vastgezet kind in een niet-correcte zithouding
- in gevaar gebracht door de zij-airbag / het met een kinderzitje wel goed
vastgezette kind
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 139 en volg deze op.
Kinderen mogen zich nooit in het gebied bevinden waarin de zij-airbag naar bui-
ten komt
» Afbeelding 122
- . Tussen het kind en het gebied waarin de zij-airbag
naar buiten komt, moet voldoende ruimte aanwezig, zodat de zij-airbag de best
mogelijke bescherming kan bieden
» Afbeelding 122
- .
Ð
£