Als het regelapparaat herkent dat het gunstig is om van versnelling te verande-
ren, wordt op het display een pijl
B
laag, afhankelijk van het advies om op of terug te schakelen.
Tegelijkertijd wordt in plaats van de actueel gekozen versnelling
len versnelling getoond.
VOORZICHTIG
De bestuurder is verantwoordelijk voor het kiezen van de juiste versnelling in ver-
schillende rijsituaties, bijvoorbeeld bij het inhalen.
Multifunctie-indicatie (boordcomputer)
ä
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Geheugen
Bediening
Gegevens van de multifunctie-indicatie
Snelheidswaarschuwing
De multifunctie-indicatie kan alleen worden bediend bij ingeschakeld contact. Na
het inschakelen van het contact wordt de functie weergegeven die voor het uit-
schakelen als laatste werd gekozen.
De multifunctie-indicatie wordt afhankelijk van de uitvoering van de wagen op
het display
» Afbeelding 5
op pagina 12 of op het informatiedisplay weergege-
ven
» pagina
15.
Bij wagens die met een informatiedisplay
gelijk de weergave van enkele gegevens uit te schakelen.
ATTENTIE
Houd uw aandacht altijd bij het verkeer! Als bestuurder draagt u de volledi-
■
ge verantwoordelijkheid voor de besturing van de wagen.
Ga er niet alleen op basis van de buitentemperatuurmeter van uit dat het op
■
de weg niet glad is. Ook bij buitentemperaturen van rond +4 °C kan gladheid
optreden - waarschuwing voor gladheid!
12
Bediening
weergegeven. De pijl wijst omhoog of om-
de aanbevo-
A
» pagina 15
zijn uitgerust, is het mo-
Let op
Bij bepaalde landuitvoeringen geschiedt de weergave in het Engelse maatstel-
■
sel.
Als de weergave van de tweede snelheid in mph wordt geactiveerd, wordt de
■
actuele snelheid in km/h op het display niet weergegeven.
Geheugen
Ð
12
13
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
13
op pagina 12 en volg deze op.
14
De multifunctie-indicatie is uitgerust met twee automatisch werkende geheu-
gens. Het gekozen geheugen wordt op het display
De gegevens van het ritgeheugen (geheugen 1) worden weergegeven als op het
display een 1 verschijnt. Als er een 2 verschijnt worden de gegevens van het reis-
geheugen (geheugen 2) weergegeven.
Het geheugen kan worden omgeschakeld met de toets
gina 13 op de ruitenwisserhendel of met het kartelwiel
stuurwiel.
Ritgeheugen (geheugen 1)
Het ritgeheugen verzamelt de rij-informatie vanaf het inschakelen tot aan het
uitschakelen van het contact. Als de rit binnen 2 uur na het uitschakelen van het
contact wordt voortgezet, worden de bijkomende waarden meegenomen in de
berekening van de actuele rij-informatie. Bij een onderbreking van de rit van meer
dan 2 uur wordt het geheugen automatisch gewist.
Afbeelding 5
Multifunctie-indicatie
» Afbeelding 5
weergegeven.
» Afbeelding 6
op pa-
B
op het multifunctie-
D
Ð
£