7.1 GPS-controle
Controleren werking GPS
U kunt controleren of de GPS werkt met behulp van de
kaarttoepassing.
1. Selecteer de kaartpagina.
2. Bekijk het venster.
Wanneer de kaart wordt weergegeven, zou u het volgende
moeten zien:
De positie van uw boot (geeft een GPS-fix aan). Uw
huidige positie wordt weergegeven door een bootsymbool
of een dichte cirkel. Uw positie wordt ook weergegeven in
de databalk onder VES POS.
Een dichte cirkel betekent dat er geen gegevens beschikbaar
zijn over de koers en de grondkoers (Course Over Ground,
COG).
Opmerking: Raymarine adviseert u de weergegeven
scheepspositie in de kaarttoepassing te controleren aan de
hand van uw feitelijke afstand tot een bekend object op de
kaart. GPS-ontvangers hebben normaal gesproken een
nauwkeurigheid van 5 tot 15 m.
Opmerking: Er is een GPS-statusvenster beschikbaar in het
Setup-menu van de multifunctionele displays van Raymarine.
Hier wordt de signaalsterkte en andere relevante informatie
weergegeven.
GPS-instellingen
Met de opties voor GPS-instellingen kunt u een GPS-ontvanger
configureren.
Het Global Positioning System (GPS) wordt gebruikt om
de plaats van uw schip op de kaart te bepalen. U kunt uw
GPS-ontvanger instellen en de status ervan controleren via
de optie GPS-status in het menu Systeeminstellingen. Voor
iedere gevolgde satelliet wordt op het scherm de volgende
informatie weergegeven:
• Satellietnummer.
• Balk met signaalsterkte.
• Status.
• Azimuth-hoek.
• Elevatiehoek.
• Een luchtweergave waarop de positie van de gevolgde
satellieten wordt weergegeven.
94
1
Nummer
Omschrijving
1
Sky view (Luchtweergave) — een visuele representatie
van de positie van gevolgde satellieten.
2
Satellite status (Satellietstatus) — toont de signaalsterkte
en de status van iedere satelliet die is geïdentificeerd in de
luchtweergave links van het scherm. De gekleurde balken
hebben de volgende betekenissen:
• Grijs = zoeken naar satelliet.
• Groen = satelliet in gebruik.
• Oranje = satelliet volgen.
3
Horizontal Dilution of Position (HDOP) — een maat van
GPS-nauwkeurigheid, berekend aan de hand van een aantal
factoren waaronder satellietgeometrie, systeemfouten in de
datatransmissie en systeemfouten in de GPS-ontvanger.
Een hoger getal staat voor een grotere fout in de
positie. GPS-ontvangers hebben normaal gesproken een
nauwkeurigheid van 5 tot 15 m. Als voorbeeld gaan we uit
van een GPS-ontvangerfout van 5 m, in dat geval staat
een HDOP van 2 voor een fout van ongeveer 15 m. Denk
eraan dat een zeer laag HDOP-getal NIET garandeert dat uw
GPS-ontvanger een nauwkeurige positie weergeeft. In geval
van twijfel controleert u de weergegeven scheepspositie in
de kaarttoepassing aan de hand van uw feitelijke afstand tot
een bekend object op de kaart.
Geschatte horizontale positiefout (EHPE) — een
meeteenheid van GPS-nauwkeurigheid, dit geeft aan dat
uw positie zich 67% van de tijd binnen een cirkel van de
opgegeven omvang bevindt.
4
Fix-status — geeft de modus aan die de GPS-ontvanger
rapporteert (Geen fix, Fix, D-fix of SD-fix).
5
Modus — de op dat moment door de GPS-ontvanger
geselecteerde modus.
6
Datum — de datuminstelling van de GPS-ontvanger
is van invloed op de nauwkeurigheid van de
scheepspositie-informatie die wordt weergegeven in de
kaarttoepassing. Om ervoor te zorgen dat uw GPS-ontvanger
en multifunctionele display nauwkeurig overeenkomen met
uw papieren kaarten, dienen ze dezelfde datum te gebruiken.
De nauwkeurigheid van de GPS-ontvanger hangt af van de
hierboven beschreven parameters, in het bijzonder de azimuth-
en elevatiehoeken, die voor een driehoeksbepalingen worden
gebruikt om uw positie te berekenen.
2
3
4
5
D12204-1
a Series / c Series / e Series