Download Print deze pagina

Advertenties

a Series
c Series
e Series
Release 10
Installatie -en
bedieningsvoorschriften
Nederlands
Date: 04-2014
Document nummer: 81337-10-NL
© 2014 Raymarine UK Limited

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Raymarine a65

  • Pagina 1 Series c Series e Series Release 10 Installatie -en bedieningsvoorschriften Nederlands Date: 04-2014 Document nummer: 81337-10-NL © 2014 Raymarine UK Limited...
  • Pagina 3 Producthandleidingen De nieuwste versies van alle Engelse en vertaalde handleidingen kunnen als PDF worden gedownload op www.raymarine.com. Controleert u alstublieft de website om te zien of u de meest recente handleiding hebt. Copyright ©2014 Raymarine UK Ltd. Alle rechten voorbehouden.
  • Pagina 5 Inhoud Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie ..... 9 4.2 Overzicht aansluitingen ........41 4.3 Voedingsaansluiting — Nieuwe a-serie ....42 Gecertificeerde installatie ..........9 4.4 Voedingsaansluiting — Nieuwe c-serie en Reinigen ..............10 Nieuwe e-serie ............44 TFT-displays ............. 10 4.5 Netwerkverbindingen..........46 Binnendringen van water..........
  • Pagina 6 17.1 Hoe werkt de fishfinder ........192 VHF-radio ............129 17.2 Sonar-technologieën ........192 12.1 DSC-marifoon-integratie ........130 17.3 Raymarine sonarmodules ......... 194 12.2 DSC-marifoon-integratie inschakelen....130 17.4 Overzicht Fishfinder ......... 194 Hoofdstuk 13 Brandstofmanager..... 131 17.5 Ondersteuning voor meerdere sonarmodules............
  • Pagina 7 20.4 Camerabesturing..........264 Hoofdstuk 26 Mobiele toepassingen ....313 20.5 Beeldinstellingen ..........266 20.6 Draai/kantel-camera — nieuwe 26.1 Raymarine mobiele apps ........314 camera-interface ............. 268 26.2 Wi-Fi inschakelen..........315 20.7 Modi Hoog vermogen en Hoog koppel ....271 26.3 Mobiele apps inschakelen......... 315 20.8 Draai/kantel-camera —...
  • Pagina 8 32.8 SeaTalk kabels en accessoires ....... 375 32.9 SeaTalk-accessoires......... 376 32.10 Videokabels ........... 377 32.11 Reserveronderdelen a65 / a67 ......377 32.12 Reserveonderdelen e7 e7D ......378 32.13 Reserveonderdelen e95 / e97 / c95 / c97 ................. 378 32.14 Reserveonderdelen e125 / e127 / c125 / c127 ...............
  • Pagina 9 • Gebruik de sonar NOOIT wanneer het schip niet productgarantievoordelen. Raadpleeg voor verdere informatie in het water ligt. uw Raymarine-dealer en raadpleeg de aparte garantiekaart die • Raak de voorkant van de transducer NOOIT aan bij uw product ingesloten is.
  • Pagina 10 Probeer een kaart NIET met kracht de geheugenkaart (zoals van toepassing). op zijn plaats te duwen. Raymarine garandeert niet dat dit product vrij is van fouten of • Gebruik GEEN metalen voorwerp zoals een dat deze te combineren is met producten die gefabriceerd zijn schroevendraaier of pincet om een cartografie- door personen of entiteiten anders dan Raymarine.
  • Pagina 11 EMC-installatierichtlijnen FCC Interferentieverklaring (Deel 15.105 (b)) Apparatuur en accessoires van Raymarine voldoen aan de toepasselijke regels voor Elektromagnetische Compatibiliteit Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor (EMC) om elektromagnetische interferentie tussen apparatuur een digitaal apparaat klasse B, conform deel 15 van de en het effect daarvan op de prestaties van uw systeem te FCC-richtlijnen.
  • Pagina 12 Raadpleeg de Raymarine website Aansluitingen aan andere apparatuur (www.raymarine.com) om na te gaan of u de meest recente versie(s) hebt van de documentatie voor uw product. Vereiste voor ferrieten op niet-Raymarine-kabels...
  • Pagina 13 Hoofdstuk 2: Document- en productinformatie Inhoudsopgave • 2.1 Informatie over de handleiding op pagina 14 • 2.2 Productoverzicht op pagina 15 • 2.3 Illustraties in de handleiding op pagina 17 • 2.4 Gebruikte regels voor de handleiding op pagina 18 Document- en productinformatie...
  • Pagina 14 Raadpleeg het hoofdstuk Softwareversies voor meer te bewaren, als handig referentiemateriaal wanneer u hulp nodig informatie over softwareversies. hebt bij uw Raymarine-product. Ga naar de Raymarine-website om er zeker van te zijn dat Breng een bezoek aan http://www.rayma- Release 10 u de meest recente software en gebruikershandleidingen rine.co.uk/view/?id=5175...
  • Pagina 15 2.2 Productoverzicht a6x-displaymodellen a6x multifunctionele displays zijn beschikbaar in de volgende modellen: Model zonder a65 WiFi sonar (E70076) (E70162) Model met sonar a67 WiFi (E70077) (E70163) DownVision- a68 WiFi model (E70206) (E70207) Kenmerken • Bluetooth • Bluetooth • Interne GPS •...
  • Pagina 16 Als uw multifunctionele display beschikt over HybridTouch, touchscreen liever niet gebruikt. In dergelijke omstandigheden kunt u de unit bedienen met behulp van het touchscreen en de adviseert Raymarine de Touch-vergrendeling in te schakelen en fysieke knoppen. de fysieke knoppen te gebruiken om uw multifunctionele display te bedienen.
  • Pagina 17 U kunt alle functies starten met behulp van het touchscreen in de hele handleiding gebruikt en kan, tenzij anders vermeld, worden toegepast op alle 3de generatie modellen Raymarine Opmerking: Raymarine beveelt u ten zeerste aan dat multifunctionele displays (d.w.z. a-serie, c-serie en e-serie).
  • Pagina 18 2.4 Gebruikte regels voor de handleiding De volgende regels zijn in deze handleiding gebruikt wanneer wordt gerefereerd aan: Type Voorbeeld Regel Pictogrammen De term "selecteren" wordt gebruikt voor acties met pictogrammen en heeft betrekking op het selecteren van een pictogram op het scherm, óf door deze aan te raken, óf met behulp van fysieke knoppen.
  • Pagina 19 Waypoint (MOB)-knop/-pictogram Afhankelijk van het model multifunctionele display heeft u een Waypoint (MOB)-knop of een pictogram op het scherm. WPT-knop • c-serie • e-serie • RMK-9-toetsenbord WPT-picto- • a-serie grammen • gS-serie In deze handleiding staat de term: Selecteer WPT voor het indrukken van de fysieke WPT-knop of het indrukken van het WPT-pictogram op het scherm.
  • Pagina 20 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 21 Hoofdstuk 3: De installatie plannen Inhoudsopgave • 3.1 Systeemintegratie op pagina 22 • 3.2 Installatiechecklist op pagina 27 • 3.3 Systeemlimieten op pagina 27 • 3.4 Overzicht Multipele gegevensbronnen (MDS) op pagina 28 • 3.5 Het type van uw display vaststellen op pagina 28 •...
  • Pagina 22 Maximum aantal Geschikte apparaten Verbindingen Afstandsbediening 1 per multifunctioneel Raymarine RCU-3 Bluetooth display. Voor Raymarine draadloze • Voor synchronisatie tussen kaartplotter Smartphone/tablet 1 per multifunctioneel display. video-streaming en apps voor en Navionics Marine app: WiFi afstandbediening: • Video-streaming en afstandsbediening: WiFi •...
  • Pagina 23 Arti- Apparaattype Maximum aantal Geschikte apparaten Verbindingen GPS (extern) — Raymarine Iedere combinatie van de onderstaande SeaTalk, SeaTalk , of NMEA 0183 componenten: • RS130 • Raystar125 GPS • Raystar125+ GPS (via optionele SeaTalk naar SeaTalk -converter) Instrumenten — Raymarine...
  • Pagina 24 Directe verbinding met displays met sonar Raymarine-transduceraansluiting, OF Minn Kota-transduceraansluiting • Raymarine P48 • Raymarine P58 • Raymarine P74 • Raymarine B60 20º • Raymarine B60 12º • Raymarine B744V ; OF: • Een 600 watt/1Kw-compatibele transducer (via optionele E66066-adapterkabel) ;...
  • Pagina 25 SeaTalk — Raymarine • CP300 • CP100 • Multifunctionele displays met sonar Radar — Raymarine Alle Raymarine non-HD digitale Radomes SeaTalk en HD- of SuperHD-radarscanners. Opmerking: Zorgt u ervoor dat uw radarscanner de meest recente softwareversie heeft. Thermische camera —...
  • Pagina 26 Arti- Apparaattype Maximum aantal Geschikte apparaten Verbindingen Fusion-entertainmentsyste- Meerdere Fusion 700-entertainmentsystemen: SeaTalk • MS-IP700 • MS-AV700 PC / laptop Windows-compatibele PC of laptop met SeaTalk Raymarine Voyager-planningsoftware. a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 27 3.3 Systeemlimieten Installatie omvat de volgende werkzaamheden: De volgende limieten zijn van toepassing op het aantal systeemcomponenten dat kan worden aangesloten in een Installatietaak Raymarine multifunctioneel display-systeem. Plan uw aanpak Component Maximum Verzamel alle vereiste apparatuur en gereedschappen Maximum aantal SeaTalk...
  • Pagina 28 NIET compliant zijn. Het kan nodig zijn de software van deze niet-compliant producten te upgraden, om ze compliant te maken. Bezoek de Raymarine-website (www.raymarine.com) voor de meest recente software voor uw producten. Als er geen MDS-compliant software beschikbaar...
  • Pagina 29 Productafbeelding display Generatie De 3 generatie LightHouse-ondersteunde multifunctionele G-serie generatie displays van Raymarine (a-serie, c-serie, e-serie en gS-serie) kunnen via een netwerk worden gekoppeld. Algemeen • Multifunctionele displays dienen te worden aangesloten met behulp van SeaTalk E-Wide-serie generatie • Multifunctionele displays kunnen ook worden aangesloten via...
  • Pagina 30 De onderstaande illustraties laten voorbeelden zien van mogelijke systeemconfiguraties, voor meer informatie over compatibele Raymarine-apparaten kunt u de sectie Systeemintegratie raadplegen. Opmerking: In de onderstaande voorbeelden kunnen de multifunctionele displays alle 3de generatie multifunctionele displays van Raymarine zijn, bijv. a-serie, c-serie, e-serie of gS-serie. Voorbeeld: basissysteem SeaT alk...
  • Pagina 31 Voorbeeld: basissysteem met display zonder sonar SeaT alk / RayNet SeaT alk D12590-2 1. Multifunctioneel display 2. Sonarmodule 3. Sonartransducer 4. Evolution-stuurautomaat 5. SeaTalk -stuurautomaatbediening Voorbeeld: uitgebreid systeem SeaT alk DeviceNet SeaT alk / RayNet SeaT alk / RayNet SeaT alk / RayNet SeaT alk / RayNet...
  • Pagina 32 3.8 Protocollen NMEA 0183 De NMEA 0183-norm voor gegevensinterfaces is ontwikkeld Uw Breedbeeld Multifunctionele Display kan worden aangesloten door de National Marine Electronics Association of America. Het op diverse instrumenten en displays om informatie te delen is een internationale norm waarmee apparaten van verschillende en zo de functionaliteit van het systeem te vergroten.
  • Pagina 33 3.9 Datamaster 3.10 Meegeleverde onderdelen bij Nieuwe a-serie Ieder systeem met meer dan één via een netwerk aangesloten multifunctioneel display moet een datamaster toegewezen De volgende items worden meegeleverd met uw multifunctionele hebben gekregen. display. De datamaster is het display dat fungeert als primaire gegevensbron voor alle displays, het handelt ook alle externe informatiebronnen af.
  • Pagina 34 3.11 Meegeleverde e7 / e7D-onderdelen 3.12 Meegeleverde onderdelen Nieuwe c-serie en Nieuwe e-serie De hieronder getoonde onderdelen worden meegeleverd met het e7/e7D multifunctionele display. De hieronder getoonde onderdelen worden meegeleverd met de Nieuwe c-serie en de Nieuwe e-serie multifunctionele displays (met uitzondering van e7 en e7D).
  • Pagina 35 3.13 Benodigd gereedschap voor de 3.14 Een locatie selecteren installatie Waarschuwing: Potentiële ontstekingsbron Dit product is NIET goedgekeurd voor gebruik in een gevaarlijke/brandbare omgeving. Installeer dit product NIET in een gevaarlijke/brandbare omgeving (zoals een machinekamer of in de buurt van brandstoftanks). Algemene vereisten voor plaatsing Bij het kiezen van een plaats voor uw product dient u een aantal factoren in overweging te nemen.
  • Pagina 36 D12203-1 De kijkhoek beïnvloedt het displaycontrast, de kleur en de Kompaspositie ten Minimale veilige nachtmodus. Daarom raadt Raymarine aan het display tijdelijk opzichte van het afstand vanaf het op te starten bij het plannen van de installatie om ervoor te...
  • Pagina 37 e95 / e97 / e125 / e127 / e7 / e7D e165 c95 / c97 c125 / c127 233 mm 289,6 mm 353,6 mm 426 mm (9,17 in.) (11,4 in.) (13,92 in.) (16,8 in.) 144 mm 173,1 mm 222 mm 281,4 mm (5,67 in.) (6,81 in.)
  • Pagina 38 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 39 Hoofdstuk 4: Kabels en aansluitingen Inhoudsopgave • 4.1 Algemene kabelleiding op pagina 40 • 4.2 Overzicht aansluitingen op pagina 41 • 4.3 Voedingsaansluiting — Nieuwe a-serie op pagina 42 • 4.4 Voedingsaansluiting — Nieuwe c-serie en Nieuwe e-serie op pagina 44 •...
  • Pagina 40 Raymarine. • Zorg dat eventuele kabels die niet van Raymarine zijn, de juiste kwaliteit en kabeldikte hebben. Het kan bijvoorbeeld zijn dat voor een langere loop van de voedingskabel dikkere kabels nodig zijn om eventuele spanningsval in de kabelloop te minimaliseren.
  • Pagina 41 4.2 Overzicht aansluitingen Informatie over de aansluitingen die beschikbaar zijn op Raymarine multifunctionele displays wordt hieronder gegeven. a65 / a75 a67 / a68 / a7 7 / a78 e97 / e127 e95 / e125 / e165 c97 / c127 c95 / c125...
  • Pagina 42 (ongeveer de afstand van de accu naar het Voedingsdistributie display). Om de volledige afstand te berekenen dient u de genoemde waarden te verdubbelen. Raymarine adviseert alle voedingsverbindingen aan te leggen via een distributiepaneel. • Alle apparatuur dient te worden gevoed via een Stroomonderbrekers, zekeringen en...
  • Pagina 43 Aansluiting accu met RF-aarde Als uw schip geen distributiepaneel heeft, dan kan uw product direct worden aangesloten op de accu waarbij de aardingsdraad wordt aangesloten op het RF-aardingspunt van het schip. D13018-1 1. Plus (+) van de voeding van het schip 2.
  • Pagina 44 15–20m (49,2–65,5ft) worden aangesloten op een RF-aardingspunt). 24 V Voedingsdistributie Raymarine adviseert alle voedingsverbindingen aan te leggen Opmerking: Deze afstanden gelden voor de 2-draadse via een distributiepaneel. voedingskabel van de accu naar het display (ongeveer de afstand van de accu naar het display). Om de volledige afstand te berekenen dient u •...
  • Pagina 45 4. * Aardingsdraad aangesloten op de negatieve pool van de voeding van het schip. 5. Voedingskabel van het product 6. Scheepsaccu Opmerking: * Alleen van toepassing op producten waarvan de voedingskabel beschikt over een aardingsdraad. D13017-1 Een stroomonderbreker delen 1. Plus (+) van de voeding van het schip Wanneer meerdere apparaten een stroomonderbreker delen 2.
  • Pagina 46 Radarverbinding één apparaat wordt aangesloten op de netwerkconnector van het display. Het multifunctionele display is compatibel met Raymarine Non-HD digitale radomes en HD/SuperHD-radarscanners. De scanner wordt aangesloten met behulp van SeaTalk Aansluiten van het toetsenbord Opmerking:...
  • Pagina 47 Radar aangesloten via een Raymarine-netwerkswitch RJ45 SeaTalk -radarkabelverbinding Om een radar aan te sluiten met behulp van een RJ45 SeaTalk -radarkabel zijn aanvullende onderdelen vereist. D12884-1 1. RJ45 SeaTalk -radarkabel. 2. RayNet naar RJ45 SeaTalk -adapterkabel. 3. SeaTalk -crossover-koppeling. 1. Radarscanner.
  • Pagina 48 D12254-1 1. Radarverlengkabel. 2. Digitale radarkabel voor voeding en gegevens. 3. Raymarine-netwerkswitch (of crossover-koppeling wanneer de radar direct op het display wordt aangesloten). 4. RayNet-kabel (of RayNet naar SeaTalk -kabel wanneer aangesloten via crossover-koppeling). Opmerking: De verlengkabel wordt aangesloten op de radarscanner.
  • Pagina 49 Raymarine-netwerkswitch. Opmerking: U kunt ook multifunctionele display-modellen met sonar aansluiten op een Raymarine sonarmodule. Dit is handig in situaties waarvoor u bijvoorbeeld een sonarmodule met meer vermogen nodig hebt. D12257-1 1.
  • Pagina 50 De camera wordt normaal gesproken aangesloten via een videodistributie-unit van een andere fabrikant aan te schaffen. Raymarine-netwerkswitch. Als u de optionele joystick (JCU) wilt • Voor meer informatie over de installatie van de camera gebruiken met de camera, dan dient deze ook te zijn aangesloten (waaronder de aansluitingen en de montage) raadpleegt u de op de netwerkswitch.
  • Pagina 51 Bij dit product worden geen videokabels meegeleverd. Neemt u alstublieft contact op met uw dealer voor de juiste kabels en Artikel Omschrijving adapters. Multifunctioneel display Raymarine adviseert gebruik te maken van een RG59 75 ohm (of betere) coaxkabel met BNC-connector. Raymarine-netwerkswitch RayNet naar RJ45-adapterkabel IP-cameraverbindingen SeaTalk -crossover-koppelingen U kunt IP-camera's aansluiten op uw multifunctionele display.
  • Pagina 52 Fusion link-aansluiting Netwerkverbinding U kunt een Fusion 700 maritiem entertainmentsysteem aansluiten op uw multifunctionele display. Directe aansluiting D12741-1 1. Multifunctioneel display. 2. Fusion-systeem. 3. RayNet naar SeaTalk -kabel. 4. Fusion-ethernetconnector. Directe aansluiting op via netwerk verbonden multifunctionele displays D12740-1 1. Netwerkswitch. 2.
  • Pagina 53 4.6 GPS-verbinding 4.7 AIS-verbinding Afhankelijk van het model van uw display kan uw multifunctionele Er kan een compatibel AIS worden aangesloten met behulp van display over een interne GPS-ontvanger beschikken. Wanneer SeaTalk of NMEA 0183. nodig kan het multifunctionele display ook worden aangesloten Aansluiten met behulp van SeaTalk op een externe GPS-ontvanger, met behulp van SeaTalk NMEA 0183.
  • Pagina 54 • NMEA 2000-apparaten via de optionele DeviceNet- adapterkabels • Een sensor voor snelle koersbepaling van Raymarine of een andere fabrikant, aangesloten op het multifunctionele display Typisch SeaTalk -systeem via NMEA 0183.
  • Pagina 55 4.10 NMEA 2000-aansluiting 4.11 SeaTalk-verbinding Het display kan gegevens ontvangen van NMEA U kunt SeaTalk-apparaten aansluiten op uw multifunctionele 2000-apparaten (bijv. gegevens van compatibele motoren). display met behulp van de optionele SeaTalk naar De NMEA2000-aansluiting wordt verbonden met behulp van SeaTalk -converter.
  • Pagina 56 4.12 NMEA 0183-aansluiting Kabel- Invoer / Plus (+) / NMEA 0183-apparaten kunnen direct worden aangesloten op Apparaat kleur Poort uitvoer min (-) Nieuwe c-serie en Nieuwe e-serie multifunctionele displays met Multifuncti- Invoer Plus behulp van de voeding- en gegevenskabel. oneel dis- Invoer Groen play...
  • Pagina 57 4.13 a-serie naar NMEA 0183 4.14 Camera-/videoverbinding DSC-marifoonverbinding Er kan een camera of videoapparaat direct worden aangesloten op Nieuwe c-serie of Nieuwe e-serie multifunctionele displays Voor het a-serie multifunctionele display is een NMEA 0183 met behulp van de videoconnector op de voeding- en naar SeaTalk -converter en een gevoede SeaTalk -backbone...
  • Pagina 58 4.15 Camera/video in-uit-verbinding Specificatie video Signaaltype Composiet Er kan een camera/video-apparaat of extern display worden aangesloten op Nieuwe e-serie multifunctionele displays (met Formaat PAL of NTSC uitzondering van e7 / e7D) met behulp van de speciale video in/uit-connector. Connectortype BNC (female) Uitvoerresolutie 720p Opmerking: Nieuwe a-serie en Nieuwe c-serie...
  • Pagina 59 U kunt de audio draadloos bedienen met behulp van een 6. Op het multifunctionele display selecteert u OK in het Raymarine RCU-3-afstandsbediening. dialoogvenster. De sneltoets op de RCU-3 dient te zijn ingesteld op Start/Stop Het multifunctionele display zoekt naar actieve afspelen audio, raadpleeg de sectie Een afstandsbediening Bluetooth-apparaten.
  • Pagina 60 Om de audio te regelen dient u een aangesloten RCU-3 te gebruiken. U kunt het multifunctionele display draadloos bedienen met behulp van een Raymarine-afstandbediening. De afstandsbediening gebruikt een draadloze Bluetooth- Een Bluetooth-apparaat ontkoppelen verbinding.
  • Pagina 61 7. Houd de OMHOOG- en OMLAAG-knoppen op uw afstandsbediening gedurende 10 seconden tegelijk ingedrukt. 8. Selecteer de afstandsbediening in de lijst met apparaten. 9. Druk wanneer daarom wordt gevraagd op de pijlknop op uw afstandsbediening die u wilt configureren als de OMHOOG-knop.
  • Pagina 62 4.18 Functies van de afstandsbediening D12051-2 Knop Toepassing waarin de functie beschikbaar is: Kaart Radar Weer Home-venster Standaard functies: Fishfinder Bereik / zoom • Druk op de pijlen OMHOOG of OMLAAG voor directe respons. • Houd de pijlen OMHOOG en OMLAAG ingedrukt voor continue respons.
  • Pagina 63 Knop Toepassing waarin de functie beschikbaar is: Het Home-venster openen. SNELKNOP Schakelen tussen actieve SNELKNOP toepassingen (alleen beschikbaar wanneer er meerdere toepassingen worden weergegeven). De RCU opnieuw aansluiten 1. Wanneer u de RCU-3 koppelt met een multifunctioneel display wordt een draadloze verbinding gemaakt. 2.
  • Pagina 64 Sonar-logbestanden. multifunctionele display. ** De sonar-logbestanden worden anoniem geüpload naar Met Raymarine apps kunt u wat u ziet op uw multifunctionele de Navionics-servers. display streamen naar een compatibel apparaat of op afstand bedienen met behulp van een Wi-Fi-verbinding.
  • Pagina 65 Hoofdstuk 5: Montage Inhoudsopgave • 5.1 Montage - Nieuwe a-serie op pagina 66 • 5.2 Montage - Nieuwe c-serie en Nieuwe e-serie op pagina 68 Montage...
  • Pagina 66 5.1 Montage - Nieuwe a-serie Opmerking: De meegeleverde pakking zorgt voor afdichting tussen de unit en een voldoende vlak en stevig montageoppervlak of behuizing. De pakking dient bij alle Montage installaties te worden gebruikt. Het kan ook nodig zijn een Het display kan in een paneel worden gemonteerd.
  • Pagina 67 er daarbij voor dat de clips langs de onderrand van de 3. Oefen in één krachtige beweging druk uit met uw duimen op instrumentrand op hun plaats klikken. de buitenste rand van het display en trek de instrumentrand met uw vingers naar u toe. De instrumentrand moet nu gemakkelijk loskomen van het display.
  • Pagina 68 5.2 Montage - Nieuwe c-serie en Nieuwe e-serie De instrumentrand aan de achterzijde verwijderen U dient de instrumentrand aan de achterzijde te verwijderen voordat u het display in een paneel kunt inbouwen. Opmerking: Deze stappen zijn niet van toepassing op de e165 omdat daarvoor geen instrumentrand aan de achterzijde nodig is.
  • Pagina 69 ii. Binnenranden - let erop dat de instrumentring vlak tegen de unit aanzit. D12183-3 3. Gebruik de meegeleverde schroeven om de instrumentrand vast te zetten op het display (alleen e7 en e7D). Montage van de beugel (flens) Het display kan worden gemonteerd op een flensbeugel. Opmerking: De montagebeugel wordt meegeleverd met de D12273-2 e7- en e7D-displaymodellen, voor alle andere displaymodellen...
  • Pagina 70 De instrumentrand moet nu gemakkelijk loskomen van het display. D12274-1 4. Zorg ervoor dat de instrumentrand correct is uitgelijnd met het display, zoals te zien is op de tekening. 5. Oefen stevige maar gelijkmatige druk uit op de instrumentrand langs de: i.
  • Pagina 71 Hoofdstuk 6: Beginnen Inhoudsopgave • 6.1 Voeding van het display op pagina 72 • 6.2 Bediening Nieuwe a-serie op pagina 72 • 6.3 e7 / e7D-bediening op pagina 73 • 6.4 Bedieningen c95 / c97 / c125 / c127 / e95 / e97 / e125 / e127 / e165 op pagina 73 •...
  • Pagina 72 6.1 Voeding van het display 6.2 Bediening Nieuwe a-serie Het display inschakelen 1. Druk op de AAN/UIT-knop op het display. 2. Selecteer Accepteren om de disclaimer te accepteren. Het display inschakelen 1. Druk op de Aan/Uit-knop. 2. Druk op de OK-knop om de disclaimer te accepteren. Het display afsluiten D12577-1 1.
  • Pagina 73 6.3 e7 / e7D-bediening 6.4 Bedieningen c95 / c97 / c125 / c127 / e95 / e97 / e125 / e127 / e165 D12179-1 Omschrijving Functies Touchscreen U kunt het scherm aanraken om veel gewone functies te bedienen, waaronder alle menufuncties. D12276-1 Menu Geeft toegang tot menu's.
  • Pagina 74 UniControl De cursor gebruiken De cursor wordt gebruikt om op het scherm te bewegen. Displays zonder touchscreen, HybridTouch-displays en het toetsenbord op afstand beschikken over UniControl, dat bestaat De cursor wordt weergegeven op het scherm als een wit uit een draaiknop, een joystick en een drukknop. kruis.
  • Pagina 75 6.5 Overzicht Home-venster — 6.6 Overzicht Home-venster — displays met alleen touchscreen c-serie/e-serie Het Home-venster is het centrale toegangspunt naar de Het Home-venster is het centrale toegangspunt naar de toepassingen, gegevens en instellingen op uw display. toepassingen, gegevens en instellingen op uw display. •...
  • Pagina 76 1. Druk op de Home-knop. Statussymbolen radarscanner De modus van de voedingsmodus van de radarscanner wordt Opmerking: De e7 en e7D hebben een gecombineerde weergegeven in de statusbalk. Menu- en Home-knop, om het home-venster te openen houdt u de Menu/Home-knop 3 seconden ingedrukt. Voe- dingsmo- Symbool...
  • Pagina 77 6.7 Pagina's Statussymbolen voor sonar De status van de sonarmodule wordt aangegeven in de databalk. Pagina's worden weergegeven om toepassingen weer te geven. Symbool Omschrijving Pagina's worden geopend met behulp van de pictogrammen in het Home-venster. Iedere pagina kan meer dan 1 toepassing Bewegend symbool: de weergeven.
  • Pagina 78 5. Selecteer het pictogram van de pagina die u wilt weergeven 1. Selecteer het pictogram Aanpassen. wanneer het display wordt ingeschakeld. 2. Selecteer Home-venster. De instelling voor de startpagina is van toepassing op iedere 3. Selecteer Pagina verwijderen. afzonderlijke display en wordt niet automatisch gedeeld op via 4.
  • Pagina 79 6.8 Toepassingen Sirius Audio-toepassing — bedien een Sirius radio vanaf uw multifunctionele display. Kaarttoepassing — geeft een grafische 2D- of 3D-weergave van uw kaarten om u te helpen bij het navigeren. Met de waypoint-, route- en track-functies kunt u naar een specifieke locatie navigeren, routes maken of vastleggen waar u Gebruikershandleiding —...
  • Pagina 80 6.9 Regelaars voor gesplitst scherm 3. Gebruik de regelaars Bereik inzoomen of Bereik uitzoomen om de actieve toepassingen te schakelen tussen gesplitst scherm en volledig scherm. Wanneer u een pagina bekijkt waarop meer dan 1 toepassing wordt weergegeven kunt u de toepassingen schakelen tussen weergave op gesplitst scherm en weergave op volledig scherm.
  • Pagina 81 6.10 Overzicht scherm Schermi- Omschrijving Terug — op displays met een touchscreen kunt u op het scherm op het <<-pictogram (terug) drukken om naar het voorgaande menu terug te keren. Op displays zonder touchscreen of HybridTouch-displays gebruikt u de Terug-knop. Sluiten —...
  • Pagina 82 Wanneer u een tekstveld selecteert verschijnt een Schermitem Omschrijving schermtoetsenbord, dat kan worden gebruikt om de gegevens Sluiten te bewerken. • Displays met een touchscreen — selecteer Informatie in dialoogvensters bewerken het Sluiten-pictogram op het scherm om het Doe het volgende met het dialoogvenster op het scherm: dialoogvenster te sluiten.
  • Pagina 83 1. Selecteer het numerieke gegevensveld dat u wilt bewerken. Schermitem Omschrijving De numerieke regelaar wordt weergegeven. Status — geeft statusinformatie voor de aangesloten 2. Stel de instelling in op de gewenste waarde met behulp van: apparatuur. Het bedieningsvenster van de i.
  • Pagina 84 6.11 Basisbediening touchscreen 1. Selecteer het Instellingen-pictogram. 2. Selecteer Aanraakvergrendeling zodat Uit is gemarkeerd. Het touchscreen is nu ontgrendeld. Plaatsen en verplaatsen van de cursor met behulp van het touchscreen Om de cursor te plaatsen of te verplaatsen op een multifunctioneel display met touchscreen volgt u de onderstaande stappen.
  • Pagina 85 6.13 Procedures voor eerste instelling Zodra uw display is geïnstalleerd en in bedrijf is gesteld adviseert Raymarine a-serie en gS-serie multifunctionele displays Raymarine dat u de procedure voor eerste instelling uitvoert. ondersteunen multi-touch. Multi-touch betekent dat het display meerdere gelijktijdige Opstart-wizard aanraakcommando's kan herkennen.
  • Pagina 86 De simulatormodus wordt aan/uit-geschakeld in het Menu tijd: UTC om uw voorkeuren voor tijd en datum in te stellen. systeeminstellingen. Opmerking: Raymarine adviseert u de simulatormodus NIET Datamaster te gebruiken tijdens het navigeren. Ieder systeem met meer dan één via een netwerk aangesloten...
  • Pagina 87 6.14 Stuurautomaatbediening 4. Selecteer de richting van het toetsenbord in het pop-upbericht. inschakelen Zowel de liggende als de staande richting is beschikbaar. De stuurautomaatbedieningsfunctie Het toetsenbord is nu gekoppeld. inschakelen — SeaTalk- en SPX Het toetsenbord ontkoppelen SeaTalk -stuurautomaten Het toetsenbord kan worden losgekoppeld van een afzonderlijk Om de bediening van uw SeaTalk- of SPX SeaTalk display.
  • Pagina 88 6.15 Motoridentificatie Motorgegevens kunnen worden weergegeven op uw MFD met behulp van de Gegevens-toepassing, deze beschikt over enkele vooraf ingestelde Motor-pagina's voor de weergave van de meeste voorkomende soorten motorgegevens. Belangrijk: Voordat u motorgegevens kunt weergeven op uw MFD, dient u: •...
  • Pagina 89 De meeste motorgegevensconfiguraties kunnen worden ingesteld met de "Motoridentificatie"-wizard die beschikbaar is op Raymarine MFD's met LightHouse software versie 8 of hoger. Voor sommige installaties met meerdere motoren kan het echter nodig zijn om uw motoren eerst correct te laten "instantiëren" door uw motorleveranier/-dealer (een unieke ID/adres toegewezen krijgen).
  • Pagina 90 6.16 AIS-functies inschakelen 6.17 Software-updates De software voor de multifunctionele displays van Raymarine Voordat u verder gaat dient u er zeker van te zijn dat uw AIS-unit software wordt regelmatig bijgewerkt voor nieuwe en is aangesloten op NMEA-poort 1. geavanceerde functies en verbeterde prestaties en Doe het volgende wanneer u in het Home-venster bent: bruikbaarheid.
  • Pagina 91 10. Verwijder de MicroSD-kaart uit de SD-kaartadapter. 15. Selecteer OK om te bevestigen. 11. Maak een back-up van uw gebruikersgegevens 16. Verwijder de MicroSD-kaart uit de kaartlezer. en instellingen door de procedure te volgen die is 17. Voer een Reset van de fabrieksinstellingen uit voor uw beschreven in het hoofdstuk 8.4 Gebruikersgegevens en multifunctionele displays overeenkomstig de procedure zoals...
  • Pagina 92 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 93 Hoofdstuk 7: Systeemcontroles Inhoudsopgave • 7.1 GPS-controle op pagina 94 • 7.2 Radarcontrole op pagina 95 • 7.3 Sonarcontrole op pagina 96 • 7.4 Instellen en controleren van de thermische camera op pagina 97 Systeemcontroles...
  • Pagina 94 HDOP-getal NIET garandeert dat uw Opmerking: Er is een GPS-statusvenster beschikbaar in het GPS-ontvanger een nauwkeurige positie weergeeft. In geval Setup-menu van de multifunctionele displays van Raymarine. van twijfel controleert u de weergegeven scheepspositie in Hier wordt de signaalsterkte en andere relevante informatie de kaarttoepassing aan de hand van uw feitelijke afstand tot weergegeven.
  • Pagina 95 7.2 Radarcontrole Voorbeeld van foutief uitgelijnde radar Waarschuwing: Veiligheid radarscanner Voordat u de radarscanner laat draaien, dient alle personeel daar uit de buurt te zijn. Waarschuwing: Veiligheid radartransmissie De radarscanner geeft elektromagnetische energie af. Zorg dat al het personeel uit de buurt van de scanner is als de radar aan het werk is.
  • Pagina 96 Presentatie-menu: Menu > op Raymarine DownVision -transducers. Presentatie > Instellingen gegevenskaders. • U kunt met alle modellen een Raymarine-sonartransducer aansluiten via een compatibele externe sonarmodule. Kalibratie fishfinder-transducer • Voor alle modellen gebruikt u het menu Instellen transducer...
  • Pagina 97 7.4 Instellen en controleren van de 4. Selecteer Dieptecorrectie. thermische camera De numerieke regelaar voor het aanpassen van de dieptecorrectie wordt weergegeven. 5. Stel de correctie in op de gewenste waarde. Om de correcte werking van de thermische camera te garanderen dient u de belangrijkste functies van de camera in te De snelheidscorrectie instellen stellen en te controleren.
  • Pagina 98 UniControl-joystick — wordt gebruikt voor het naar links en rechts draaien van de camera (panning), of om de camera naar boven of naar beneden te kantelen (tilting). UniControl-draaiknop — wordt gebruikt voor in- en uitzoomen. Het terugzetten van de thermische camera naar de uitgangspositie Wanneer aangesloten op een thermische draai/kantel-camera, kan de uitgangspositie van de camera worden ingesteld.
  • Pagina 99 Hoofdstuk 8: Displaygegevens beheren Inhoudsopgave • 8.1 Geheugen- en cartografiekaarten op pagina 100 • 8.2 a-serie op pagina 100 • 8.3 c- en e-serie op pagina 101 • 8.4 Gebruikersgegevens en gebruikersinstellingen opslaan op pagina 102 • 8.5 Screenshots op pagina 106 •...
  • Pagina 100 Gebruik alleen cartografie- en geheugenkaarten van bekende merken Wanneer u gegevens archiveert of een elektronische cartografiekaart maakt adviseert Raymarine gebruik te maken van geheugenkaarten van kwaliteitsmerken. Het kan zijn dat sommige geheugenkaartmerken niet werken in uw unit. Neemt u alstublieft contact op met de klantenservice voor een lijst met aanbevolen kaarten.
  • Pagina 101 8.3 c- en e-serie Een geheugenkaart of cartografische kaartmodule plaatsen 1. Open het klepje van de cartografische kaartmodule aan de rechter voorzijde van het display. 2. Plaats de kaartmodule zoals te zien is op de onderstaande tekening. Voor sleuf 1 dienen de contactpunten van de kaartmodule naar BENEDEN te wijzen.
  • Pagina 102 8.4 Gebruikersgegevens en gebruikersinstellingen opslaan U kunt uw waypoints, routes, tracks en gebruikersinstellingen opslaan op een geheugenkaart. Waypoints, routes en tracks worden opgeslagen als gpx-gegevensbestanden. De gpx-bestandsindeling is een apparaatafhankelijke gegevensindeling die het gemakkelijk maakt gegevens uit te wisselen tussen uw display en andere GPS-apparaten/software die de gpx-bestandsindeling ondersteunt.
  • Pagina 103 Tracks opslaan op een geheugenkaart Doe het volgende wanneer u in het Home-venster bent: 1. Zorg ervoor dat u een geheugenkaart hebt geplaatst (GEEN cartografische kaartmodule) in een modulesleuf. 2. Selecteer Mijn gegevens. 3. Selecteer Importeren/Exporteren. 4. Selecteer Gegevens opslaan op kaart. 5.
  • Pagina 104 6. Selecteer OK. Opmerking: Wanneer routes en tracks zijn geïmporteerd worden ze standaard verborgen, om de geïmporteerde routes en tracks zichtbaar te maken raadpleegt u de Routes en Gebruikersinstellingen terugzetten vanaf een tracks weergeven of verbergen. geheugenkaart Doe het volgende wanneer u in het Home-venster bent: Gebruikersbestanden wissen van een 1.
  • Pagina 105 Toepassing Instelling Toepassing Instelling Waarschuwingsgebieden Multipele GPS-positiebron Maritieme eigenschappen gegevensbronnen Koersbron Landeigenschappen Dieptebron Zakelijke diensten Snelheidsbron Panoramafoto's Windbron Wegen Gegevensbalkin- Inhoud gegevensbalk (cel 1 tot en met 6) Aanvullende wrakinformatie stellingen Kompasbalk Luchtfotolaag Statuspictogram Gekleurde zeebodemgebieden GPS-status GPS-scherm Scheepspictogram Scheepsomvang Alarmmeldingen Toepassing Instelling...
  • Pagina 106 8.5 Screenshots 8.6 Resetten van uw systeem U kunt een screenshot maken van wat er op dat moment op het Uw systeem kan zonodig teruggezet worden naar de scherm wordt weergegeven. fabrieksinstellingen. Screenshots worden opgeslagen op een MicroSD-kaart Er zijn 2 typen resets, die beide invloed hebben op het display in .bmp (bitmap)-formaat.
  • Pagina 107 Hoofdstuk 9: Document-viewer-toepassing Inhoudsopgave • 9.1 Overzicht document-viewer op pagina 108 Document-viewer-toepassing...
  • Pagina 108 9.1 Overzicht document-viewer • Ga naar pagina: — hiermee kunt u direct naar een bepaald paginanummer gaan. Uw multifunctionele display beschikt over een • Zoeken — hiermee kunt u in het document zoeken op pdf-document-viewer. specifieke woorden. De document-viewer is beschikbaar vanuit het home-venster en •...
  • Pagina 109 • Beweeg uw vinger omhoog om omlaag door het Document-hyperlinks gebruiken document te bladeren. Op displays met touchscreen kunt u hyperlinks naar interne • Beweeg uw vinger omlaag om omhoog door het documenten gebruiken. document te bladeren. Doe het volgende wanneer een pdf-document is geopend op een pagina die een hyperlink bevat: 1.
  • Pagina 110 Wanneer u Opnieuw zoeken selecteert keert u terug naar het toetsenbord op het scherm zodat u het met een ander trefwoord kunt proberen. Wanneer u Annuleren selecteert wordt de Zoeken-werkbalk gesloten en keert u terug naar normale weergave. a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 111 Hoofdstuk 10: Stuurautomaatbediening Inhoudsopgave • 10.1 Stuurautomaatbediening op pagina 112 • 10.2 Stuurautomaabalk op pagina 114 • 10.3 Instellingen stuurautomaat op pagina 115 • 10.4 Instellingen stuurautomaat op pagina 115 • 10.5 Statussymbolen voor stuurautomaat op pagina 120 • 10.6 Alarmmeldingen stuurautomaat op pagina 121 Stuurautomaatbediening...
  • Pagina 112 Wanneer aangesloten op een Evolution-stuurautomaat, zijn de stuurautomaatinstellingen ook beschikbaar. Opmerking: Voor informatie over het aansluiten van uw multifunctionele display op een Raymarine-stuurautomaat kunt u de documentatie van uw stuurautomaat raadplegen. D12882-1 Wanneer de functie Stuurautomaatbediening is ingeschakeld, kunt u uw multifunctionele display gebruiken om: •...
  • Pagina 113 De stuurautomaat uitschakelen met behulp van snelkoppelingenpagina U kunt de stuurautomaat uitschakelen vanuit de snelkoppelingenpagina. Doe het volgende wanneer de stuurautomaat is ingeschakeld: 1. Druk op de AAN/UIT-knop en laat hem los. 2. Selecteer Stand-by. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven voor de wijziging van de Status stuurautomaat.
  • Pagina 114 10.2 Stuurautomaabalk De stuurautomaat inschakelen. De stuurautomaatbalk geeft informatie over de status De stuurautomaat inschakelen met de van de stuurautomaat. Voor displays met touchscreen stuurautomaatknop kunt u de stuurautomaat uitschakelen met behulp van de Op multifunctionele displays met een speciale stuurautomaatbalk.
  • Pagina 115 10.3 Instellingen stuurautomaat 10.4 Instellingen stuurautomaat De optie Instellingen stuurautomaat is beschikbaar op een Wanneer aangesloten op een Evolution-stuurautomaat, is de datamaster multifunctioneel display wanneer het is geïntegreerd pagina voor stuurautomaatinstellingen beschikbaar. in een Evolution-stuurautomaat. Met Instellingen stuurautomaat kunt u een Evolution- stuurautomaat instellen en inbedrijfstellen met behulp van een multifunctioneel display.
  • Pagina 116 Opmerking: De beschikbare aandrijvingstypes zijn onafhankelijk van het ACU-type. Wanneer uw aandrijving niet • Hard over-tijd. in de lijst staat, neem dan contact op met uw Raymarine-dealer voor advies. Opmerking: *De instelling voor roerdemping dient niet te worden aangepast voordat u advies hebt ingewonnen bij de 2.
  • Pagina 117 • Windtrim — deze optie bepaalt of het schip naar de Schijnbare Opmerking: Om deze procedure uit te voeren is het of de Ware wind wind stuurt in de Windvaan-modus. wenselijk dat u beschikt over een via het netwerk aangesloten apparaat zoals een instrument, stuurautomaatbediening of multifunctioneel display waarop de huidige roerstand op het Inbedrijfstelling...
  • Pagina 118 Opmerking: De beschikbare aandrijvingstypes zijn onafhankelijk van het ACU-type. Wanneer uw aandrijving niet 2. Ontkoppel alle roeraandrijvingskoppelingen. in de lijst staat, neem dan contact op met uw Raymarine-dealer 3. Selecteer DOORGAAN. voor advies. 4. Controleer of het veilig is om door te gaan voordat u OK selecteert.
  • Pagina 119 25 document hebt begrepen en in acht hebt genomen. graden of meer. In dit geval adviseert Raymarine ten zeerste de EV-unit te verplaatsen en opnieuw te installeren op een plaats De volgende informatie is alleen van waar minder sprake is van magnetische interferentie.
  • Pagina 120 10.5 Statussymbolen voor • De snelheid van het schip is meer dan 15 knopen. stuurautomaat • De draaisnelheid is te laag. • Er is sprake van significante externe magnetische interferentie. De status van de stuurautomaat wordt aangegeven in de databalk. Kompasvergrendeling Symbool Omschrijving...
  • Pagina 121 10.6 Alarmmeldingen stuurautomaat De stuurautomaatfunctie beschikt over alarmmeldingen die u waarschuwen voor situaties waarin actie is vereist. Uw multifunctionele display geeft alarmmeldingen van de stuurautomaat, daarbij maakt het niet uit of er actieve navigatie is op het systeem. Als de stuurautomaatbediening is ingeschakeld en de stuurautomaat genereert een alarm, dan genereert het multifunctionele display een waarschuwingssignaal (alleen wanneer het alarm nog niet is uitgeschakeld).
  • Pagina 122 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 123 Hoofdstuk 11: Alarmmeldingen en Man overboord-functies Inhoudsopgave • 11.1 Functie MOB (Man overboord) activeren op pagina 124 • 11.2 Alarmmeldingen op pagina 125 Alarmmeldingen en Man overboord-functies...
  • Pagina 124 Op een multifunctioneel display met fysieke knoppen of wanneer • Het systeem stuurt MOB-alarmmeldingen naar andere u een toetsenbord op afstand gebruikt, kunt u het MOB-alarm Raymarine-apparatuur. annuleren en terugkeren naar normaal gebruik door de • De actieve kaarttoepassing verandert naar 2D-weergave met onderstaande stappen te volgen: weinig details, met een eerste bereik van 15 m (50 ft).
  • Pagina 125 11.2 Alarmmeldingen Alarmmeldingen waarschuwen u voor een situatie of gevaar waarvoor uw aandacht vereist is. U kunt alarmmeldingen zo instellen dat ze u voor bepaalde situaties waarschuwen, zoals aanvaringswaarschuwingen en temperatuurlimieten. Alarmmeldingen worden gegenereerd door systeemfuncties en externe apparatuur die is aangesloten op uw multifunctionele display.
  • Pagina 126 Menu 'Alarmmeldingen' Menu-item Omschrijving Opties MOB-gegevenstype Bepaalt of Positie- of Gegist bestek-gegevens worden weergegeven. • Gegist bestek Uitgaande van een situatie waarin uw schip en de MOB onderhevig • Positie (standardwaarde) zijn aan dezelfde getijde- en windeffecten geeft de instelling 'Gegist bestek' een meer nauwkeurige koers.
  • Pagina 127 Menu-item Omschrijving Opties • Dieptevislimiet — specificeert de bovenste waarde voor de • 2 ft (of vergelijkbare eenheden) tot het visalarm-dieptelimiet. maximum van het transducerbereik Dieptevislimiet • 2 ft (of vergelijkbare eenheden) tot het maximum van het transducerbereik Brandstofmanager Met de alarmopties voor de brandstofmanager kunt u de alarmmelding Laag brandstofpeil voor laag brandstofpeil aan of uit schakelen en het niveau specificeren •...
  • Pagina 128 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 129 Hoofdstuk 12: Integratie van DSC VHF-radio Inhoudsopgave • 12.1 DSC-marifoon-integratie op pagina 130 • 12.2 DSC-marifoon-integratie inschakelen op pagina 130 Integratie van DSC VHF-radio...
  • Pagina 130 12.1 DSC-marifoon-integratie 12.2 DSC-marifoon-integratie inschakelen U kunt uw DSC-marifoon aansluiten op uw multifunctionele display en informatie over noodberichten en GPS- Wanneer u in het Home-venster bent: positiegegevens weergeven van andere schepen 1. Selecteer Instellingen. Wanneer u een DSC-marifoon aansluit op uw multifunctionele 2.
  • Pagina 131 Hoofdstuk 13: Brandstofmanager Inhoudsopgave • 13.1 Overzicht brandstofmanager op pagina 132 Brandstofmanager...
  • Pagina 132 13.1 Overzicht brandstofmanager Opmerking: De brandstofmanager schat de hoeveelheid brandstof aan De brandstofmanager geeft een schatting van de resterende boord op basis van de bij het tanken door de gebruiker brandstof en de afstand en de tijd die u nog kunt varen voordat ingevoerde gegevens en de hoeveelheid brandstof die is de tanks leeg zijn.
  • Pagina 133 Brandstofbereikringen Opmerking: Als Gebruikte brandstof (PGN127497) niet beschikbaar is op uw netwerk, dient u de optie De brandstofbereikring geeft een geschat bereik van het schip Brandstofverbruik te gebruiken. Wanneer Brandstofverbruik is met de geschatte hoeveelheid brandstof aan boord. geselecteerd, moet uw multifunctionele display ingeschakeld blijven wanneer de motoren draaien, om ervoor te zorgen dat de brandstof kan worden berekend.
  • Pagina 134 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 135 Hoofdstuk 14: AIS-functie Inhoudsopgave • 14.1 Overzicht AIS op pagina 136 • 14.2 AIS-vereisten op pagina 137 • 14.3 AIS-contextmenu op pagina 137 • 14.4 AIS inschakelen op pagina 138 • 14.5 Tonen van AIS-vectoren op pagina 138 • 14.6 AIS-statussymbolen op pagina 139 •...
  • Pagina 136 • Objecten weergeven voor alle andere schepen die met AIS AIS-simulatormodus zijn uitgerust. Raymarine raadt u aan de simulatorfunctie te gebruiken om • Reisinformatie weergeven die wordt uitgezonden door deze uzelf vertrouwd te maken met de AIS-functies. Wanneer de objecten, zoals hun positie, koers, snelheid en draaisnelheid.
  • Pagina 137 14.2 AIS-vereisten 14.3 AIS-contextmenu U dient de juiste AIS-hardware aan te sluiten op uw De AIS-functie bevat een contextmenu met AIS-objectinformatie multifunctionele display om gebruik te kunnen maken van de en menu-items. AIS-functies. Om met AIS te werken hebt u het volgende nodig: •...
  • Pagina 138 14.4 AIS inschakelen 14.5 Tonen van AIS-vectoren De juiste gegevens moeten beschikbaar zijn voor de AIS inschakelen in de Kaart-toepassing AIS-vectoren kunnen worden getoond. Om de AIS-laag in de Kaart-toepassing in te schakelen volgt Een doel wordt gedefinieerd als actief wanneer de volgende u de onderstaande stappen.
  • Pagina 139 14.6 AIS-statussymbolen 14.7 AIS stille modus AIS-status wordt aangegeven door een symbool in de databalk. Met de stille modus van de AIS kunt u AIS-uitzendingen uitschakelen. Symbool Omschrijving Met de stille modus van de AIS kunt u de zendfuncties van uw AIS-unit is ingeschakeld en werkt.
  • Pagina 140 14.8 AIS-objectsymbolen Objecttype Omschrijving Symbool Object opsporings- SARS-object Uw multifunctionele display toont een reeks symbolen die staan en reddingsvliegtuig voor de verschillende soorten AIS-objecten. (SAR) Objecttype Omschrijving Symbool Object militair en Alleen weergegeven Zendend object Object beweegt of voor wanneer aangesloten wetshandhaving anker (object is niet op goedgekeurde...
  • Pagina 141 14.9 Gedetailleerde AIS-objectinfor- 14.10 Alle AIS-objecten bekijken matie weergeven • Ga vanuit de Kaart-toepassing met alleen de AIS-laag ingeschakeld naar: Menu > AIS-opties > Objecten > AIS-lijst Doe het volgende in de kaart- of Radar-toepassing: bekijken. 1. Selecteer een AIS-object. •...
  • Pagina 142 14.11 AIS gebruiken om aanvaringen 2. Selecteer Presentatie. te vermijden 3. Selecteer Ring veilige zone zodat Weergeven is geselecteerd. U kunt de AIS-functie veilige zone en veiligheidsberichten Wanneer u Ring veilige zone selecteert wordt de zone-ring geschakeld tussen verborgen en zichtbaar. gebruiken die u helpen aanvaringen met andere schepen en objecten te voorkomen.
  • Pagina 143 14.12 Objectopties Het menu Objectopties voor de Kaart-toepassing en de Radar-toepassing wordt hieronder weergegeven. Parameter Omschrijving Opties Vectorlengte De lengte van de weergegeven vectorlijnen hangt af • 0,5 min van de afstand die een AIS-object aflegt in de tijd die u •...
  • Pagina 144 14.13 AIS-alarmmeldingen 14.14 Buddy's volgen Met de functie 'Buddy volgen' kunt u met AIS uitgeruste vrienden De AIS-functies genereren een aantal alarmmeldingen om u te en regelmatige contacten toevoegen aan een “Buddy-lijst” op uw waarschuwen voor gevaarlijke of verloren gegane objecten. multifunctionele display.
  • Pagina 145 3. Selecteer Buddy's weergeven. • de Radar-toepassing: Menu > Objecten > Objectlijsten bekijken > Buddy-lijst bekijken Wanneer u Buddy's weergeven selecteert, wordt heen en weer geschakeld tussen de functie 'Buddy volgen' Aan en Uit. Aanvullende Buddy-informatie weergeven Een schip toevoegen aan uw buddy-lijst Doe het volgende in de kaart- of radartoepassing: Doe het volgende in de kaart- of radartoepassing: 1.
  • Pagina 146 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 147 Hoofdstuk 15: Waypoints, Routes en Tracks Inhoudsopgave • 15.1 Overzicht waypoints op pagina 148 • 15.2 Routes op pagina 156 • 15.3 Tracks op pagina 159 • 15.4 Importeren en exporteren op pagina 161 • 15.5 Opslagcapaciteit voor waypoints, routes en tracks op pagina 161 Waypoints, Routes en Tracks...
  • Pagina 148 15.1 Overzicht waypoints Waypoints in de Fishfinder-toepassing Waypoints in de Fishfinder-toepassing worden weergegeven Waypoints zijn positiemarkeringen die worden gebruikt voor de door een verticale lijn met het label WPT. navigatie. Uw multifunctionele display kan waypoints maken, die daarna worden geselecteerd voor actieve navigatie. Het systeem beschikt over een aantal functies voor het plaatsen, navigeren en beheren van waypoints, u kunt deze openen vanuit het Waypoints-menu en het Waypoint-contextmenu.
  • Pagina 149 • Meten 3. Selecteer het Symbool-veld om het symbool dat wordt gebruikt om het waypoint weer te geven in de Kaart- of • Route maken Radar-toepassing te wijzigen. • Object overnemen (alleen beschikbaar als de Radar-laag 4. Selecteer het Naam-veld om de naam van het waypoint te is ingeschakeld.) wijzigen.
  • Pagina 150 3. Selecteer het Symbool-veld om het symbool dat wordt gebruikt om het waypoint weer te geven in de Kaart- of D13010-1 Radar-toepassing te wijzigen. 1. Sorteren: — waypoint-groepen kunnen worden gesorteerd 4. Selecteer het Naam-veld om de naam van het waypoint te op naam of datum door het Sorteren op:-veld te selecteren.
  • Pagina 151 5. Groep hernoemen — de huidige groep hernoemen. 2. Selecteer Wpts verplaatsen. Er wordt een lijst met alle groepen weergegeven. 6. Wpts wissen — wist alle waypoints in de groep. 3. Selecteer de groep in de lijst waarnaar u de waypoints wilt 7.
  • Pagina 152 Waypoints wissen • Naam (er wordt een standaard naam toegewezen, u kunt ook een alternatief selecteren.) Een Waypoint wissen met behulp van het contextmenu • Positie (breedtegraad en lengtegraad van het waypoint.) Doe het volgende wanneer de toepassingspagina is • Peiling en Bereik (peiling en bereik vanaf schip.) weergegeven: •...
  • Pagina 153 Vanuit de zoekresultaten kunt u alle waypoints in de U kunt ook een waypoint selecteren in de lijst om de gegevens resultatenlijst wissen, ze verplaatsen naar een bestaande of ervan te bekijken, of een Ga naar in te stellen of het waypoint in nieuwe waypoint-groep of alle waypoints toewijzen aan hetzelfde de Kaart-toepassing weer te geven als u de lijst hebt geopend waypoint-symbool.
  • Pagina 154 Waypoint-symbolen Bodemmarkering Bovenmarkering Er is een aantal waypoint-symbolen beschikbaar, die kunnen worden gebruikt om verschillende soorten waypoints weer te geven. Start route Einde route Zwart kruis Rood kruis Duiker beneden Duiker beneden 2 Zwarte cirkel Rode cirkel Booreiland Gevulde cirkel Zwart vierkant Rood vierkant Betonpuin...
  • Pagina 155 weergegeven in de lijst, dan worden de groepen of symbolen Dolfijn Haai niet weergegeven in de toepassing. 5. Herhaal stap 4 voor iedere waypoint-groep of -symbooltype dat u wilt weergeven of verbergen. 6. Als alternatief kunt u ook alle waypoints weergeven of Spitssnuitvis Tank verbergen, daarvoor selecteert u Alles weergeven of Alles...
  • Pagina 156 15.2 Routes Doe het volgende in de kaarttoepassing: 1. Selecteer een locatie op het scherm en houd deze vast. Een route is een reeks waypoints die normaal gesproken wordt Het kaartcontextmenu wordt weergegeven. gebruikt bij routeplanning en navigatie. 2. Selecteer Route maken. Een route wordt op het scherm weergegeven als een reeks Het menu 'Route maken' wordt weergegeven.
  • Pagina 157 9. Selecteer Bewerken om de routenaam of de routekleur te 3. Selecteer OK om te bevestigen. veranderen, of 4. Selecteer Bewerken om de naam en de lijnkleur van de 10. Selecteer Afsluiten om de route op te slaan en terug te gecreëerde route te wijzigen.
  • Pagina 158 1. Selecteer de route. • XTE herstarten Het routecontextmenu wordt weergegeven. • Doorgaan naar volgend Waypoint 2. Selecteer Route wissen. • Waypoint invoegen Het pop-up-bericht Route wissen wordt weergegeven. • Route bewerken 3. Selecteer Ja om te bevestigen of Nee om de actie te annuleren.
  • Pagina 159 15.3 Tracks Het trackinterval instellen Doe het volgende vanuit het menu Mijn gegevens in de Een track is een spoor op het scherm waarmee de route die u Kaart-toepassing of in het Home-venster: hebt genomen wordt weergegeven. Dit spoor bestaat uit een 1.
  • Pagina 160 U kunt de track-gegevens ook bewerken door Track bewerken • Stop "Ga naar" (alleen beschikbaar tijdens actieve navigatie.) te selecteren in het track-contextmenu. • Stop track De kleur van de track wijzigen • Route wissen — uitgeschakeld U kunt de kleur van een opgeslagen track wijzigen. •...
  • Pagina 161 15.4 Importeren en exporteren 15.5 Opslagcapaciteit voor waypoints, routes en tracks Waypoints, routes en tracks kunnen worden geïmporteerd en geëxporteerd met een geheugenkaart. Het display kan de volgende aantallen waypoints, routes en Voor meer informatie over het importeren en exporteren tracks opslaan.
  • Pagina 162 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 163 Hoofdstuk 16: Kaarttoepassing Inhoudsopgave • 16.1 Overzicht Kaart-toepassing op pagina 164 • 16.2 Overzicht elektronische kaarten op pagina 165 • 16.3 Navigatie-opties op pagina 168 • 16.4 Kaartbereik en draaiing op pagina 170 • 16.5 Kaart-selectie op pagina 170 • 16.6 Scheepspositie op de kaartweergave op pagina 171 •...
  • Pagina 164 16.1 Overzicht Kaart-toepassing • Als u een Raymarine GPS-ontvanger heeft die SeaTalk of SeaTalk gebruikt, dan zal hij iedere keer dat u de De Kaart-toepassing is bedoeld voor routeplanning en navigatie. datum verandert op uw multifunctionele display automatisch De Kaart-toepassing is voorgeladen met een basiswereldkaart.
  • Pagina 165 CHARTS LightHouse-kaarten Met de lancering van de LightHouse II-software, ondersteunen Raymarine multifunctionele displays nu het gebruik van Raymarine’s nieuwe LightHouse-kaarten. LightHouse-kaarten zijn afgeleid van vector- en rastergebaseerde kaarten, waardoor Raymarine met de LightHouse-kaartengine nieuwe kaarttypen en regio's over de hele wereld kan aanbieden.
  • Pagina 166 LightHouse -kaarten kunt downloaden en gebruiken. 1. Ga naar de LightHouse-kaartenpagina van de Raymarine- website: http://www.raymarine.nl/lighthousecharts/. 4. Klik op ‘De gebruiksvoorwaarden bekijken’. 5. Lees ze en wees er zeker van dat u de Licentieovereenkomst voor eindgebruikers (EULA) VOLLEDIG begrijpt.
  • Pagina 167 Opmerking: Raadpleeg de Raymarine-website (www.raymarine.nl) voor de meest recente lijst met ondersteunde cartografiemodules. 4. Klik met de rechter muisknop en kies Versturen naar > Verwijderbare schijf Navionics Mobile Marine App...
  • Pagina 168 16.3 Navigatie-opties De Kaart-toepassing beschikt over functies die helpen te navigeren naar een gekozen locatie. De navigatieopties kunt u terugvinden in het Navigatie-menu: Menu > Navigatie • Stuurautomaatbedieningen — opent het dialoogvenster voor stuurautomaatbediening wanneer Stuurautomaatbediening is ingeschakeld. • Ga naar cursor — stelt de cursorpositie in als de actieve bestemming.
  • Pagina 169 Navigeren naar de cursorpositie op de kaart met behulp van het menu D12295-1 U kunt de XTE ook resetten vanuit het Navigatiemenu: Menu > D11764-2 Navigatie > XTE herstarten. Doe het volgende in de kaarttoepassing: 1. Plaats de cursor op de gewenste bestemming op de kaart. Langs een route navigeren 2.
  • Pagina 170 16.4 Kaartbereik en draaiing 16.5 Kaart-selectie U kunt het cartografietype selecteren dat u wilt gebruiken in Bereik in- en uitzoomen de Kaart-toepassing. De Kaart-selectie is van toepassing op alle actieve kaarten. De noodzakelijke cartografische De onderstaande tabel laat de bereikregelaars zien die kaartmodules dienen in uw multifunctionele display te zijn beschikbaar zijn op de verschillende displaymodellen.
  • Pagina 171 16.6 Scheepspositie op de 16.7 Kaartrichting kaartweergave De richting van een kaart heeft betrekking op de kaart in verhouding tot de richting waarin u vaart. Uw huidige positie wordt weergegeven op het scherm met een Het wordt gebruikt samen met de bewegingsmodus om te scheepssymbool.
  • Pagina 172 16.8 Kaartbewegingsmodus de informatie die op een bepaald moment beschikbaar is. Het systeem bepaalt de prioriteit van deze informatie in de onderstaande volgorde: De bewegingsmodus regelt de verhouding tussen de kaart en uw schip. 1. Peiling van startpunt naar bestemming, d.w.z. geplande Wanneer de bewegingsmodus actief is, wordt de kaart na koers.
  • Pagina 173 16.9 Kaartweergaven Werkelijke beweging Wanneer dit wordt ondersteund door uw type cartografiemodule, kan de Kaart-toepassing worden ingesteld op 2D- of 3D-weergave. 2D- en 3D-kaartweergaven selecteren U kunt heen en weer schakelen tussen 2D- en 3D-weergave in de Kaart-toepassing als dit door uw cartografiemodule wordt ondersteund.
  • Pagina 174 i. Displays zonder touchscreen of HybridTouch-displays Artikel Omschrijving — verplaats de Joystick omhoog of omlaag om de Bereik inzoomen — selecteer dit pictogram om het bereik in kanteling aan te passen te zoomen (alleen displays met touchscreen). ii. HybridTouch-displays of displays met alleen touchscreen —...
  • Pagina 175 16.10 Kaartweergave 5. Stel de numerieke regelaar in op de gewenste waarde, tussen 1,0 en 20,0 De menu-optie Kaartweergave bepaalt het detailniveau van de 6. Selecteer OK of Terug om de instelling te bevestigen en de weergave op het scherm. numerieke regelaar te sluiten.
  • Pagina 176 16.11 Lagen Radarlaag U kunt Radar- en MARPA-functies als laag gebruiken in de De kaart heeft een aantal lagen met verschillende soorten Kaart-toepassing om objecten te kunnen volgen of om u te weergaven en informatie. Voor de lagen zijn elektronische helpen onderscheid te maken tussen vaste objecten en ander kaarten nodig met de juiste functie-ondersteuning.
  • Pagina 177 NOWRad-weerlaag • Als u het radarbereik wijzigt in een radarvenster, verandert de schaal van alle gesynchoniseerde kaartweergaven mee. Wanneer een geschikte weerontvanger is aangesloten op uw multifunctionele display, kunt u NOWRad-weerinformatie als • Als u de schaal van een gesynchroniseerde kaart wijzigt, laag weergeven op uw kaartweergave.
  • Pagina 178 2. Selecteer Laag. 2. Selecteer Lagen. 3. Selecteer Gegevenskaders. 3. Selecteer 2D-kleurschakering: zodat Aan is geselecteerd om de kleurschakering in te schakelen, of 4. Selecteer Gegevenskader 1 > Aan. 4. Selecteer 2D-kleurschakering: zodat Uit is geselecteerd 5. Selecteer Gegevenskader 2 > Aan. om de kleurschakering uit te schakelen.
  • Pagina 179 Kaarttekst in- en uitschakelen Bereikringen in- en uitschakelen De kaarttekst kan worden in- en uitgeschakeld door de De bereikringen kunnen worden in- en uitgeschakeld door de onderstaande stappen te volgen. onderstaande stappen te volgen. Doe het volgende in het menu van de Kaart-toepassing: Doe het volgende in de Kaart-toepassing, in 2D-weergave: 1.
  • Pagina 180 De grootte van het scheepssymbool wijzigen i. Selecteer de gewenste tijd. 3. Selecteer AIS-alarm zodat Aan is gemarkeerd. De grootte van het scheepssymbool kan worden gewijzigd door Wanneer u AIS-alarm selecteert wordt het alarm voor de onderstaande stappen te volgen. gevaarlijke objecten geschakeld tussen Aan en Uit.
  • Pagina 181 16.12 Kaartvectoren 4. Selecteer een tijdinstelling of selecteer Oneindig. 5. Selecteer Vectorbreedte. Kaartvectoren zijn beschikbaar voor de koers, COG, windrichting Er wordt een lijst met breedten weergegeven. en getijdenrichting. Kaartvectoren zijn alleen beschikbaar in 6. Selecteer Smal, Normaal of Breed. 2D-weergave.
  • Pagina 182 16.13 Cartografische objecten Kaartdetail De instelling kaartdetails bepaalt de hoeveelheid details die in de Kaart-toepassing worden weergegeven. Laag Hoog Wanneer de optie Laag wordt geselecteerd voor Kaartdetail worden de volgende objecten en lagen uitgeschakeld: • Bewerkingen community • Kaarttekst • Kaartgrenzen •...
  • Pagina 183 Cartografische objecten Wanneer dit wordt ondersteund door uw cartografiemodule, kunnen cartografische objecten afzonderlijk worden in- en uitgeschakeld. De onderstaande tabel toont een lijst met deze objecten. U kunt het Objecten-menu openen via: Menu > Presentatie > Objecten. Opmerking: Het Objecten-menu is alleen beschikbaar wanneer de gebruikte cartografiemodule deze functies ondersteunt. Object (menu-item) Omschrijving Opties...
  • Pagina 184 Object (menu-item) Omschrijving Opties Aanvullende wrakinformatie Bepaalt of er uitgebreide informatie wordt weergegeven • Uit voor nieuwe wrakken. • Aan (standardwaarde) Gekleurde zeebodemgebieden Toont meer details van de zeebodem. Dit heeft alleen • Uit (standardwaarde) betrekking op beperkte gebieden waarvoor meer details •...
  • Pagina 185 3. Om de interval van de stappen van de animatie in te stellen Opmerking: Niet alle typen cartografische kaarten kunnen pauzeert u alle animaties en selecteert u Interval instellen. panoramafoto's weergeven. 4. Om de datum van de animatie in te stellen selecteert u Datum instellen en gebruikt u het schermtoetsenbord om de Stromingsinformatie gewenste datum in te voeren.
  • Pagina 186 Getijdeninformatie Getijdengrafieken Getijdengrafieken geven een grafisch overzicht van de Bewegende getijdeninformatie getijdenactiviteit. De elektronische kaarten kunnen gebruik maken van bewegende beelden van de getijdeninformatie van getijdenstations. Bewegende getijdeninformatie is beschikbaar in de kaarttoepassing waar een ruitvormig symbool met een 'T' wordt weergegeven: Dit symbool identificeert de locatie van een getijdenstation en de beschikbaarheid van getijdeninformatie voor de locatie.
  • Pagina 187 16.15 Diepte- & lijnopties Wanneer ondersteund door uw cartografietype zijn de volgende instellingen voor diepte en lijnen beschikbaar. Opmerking: De beschikbare menu-items hangen af van uw cartografietype. De diepte-opties hangen af van de meeteenheden die uw systeem gebruikt. Menu-item Cartografietype Omschrijving Opties Peilingen weergeven...
  • Pagina 188 Menu-item Cartografietype Omschrijving Opties Diepwaterkleur Navionics Bepaalt de kleur van diep water. • Wit (standardwaarde) • Blauw Sonar-logs Navionics Hiermee kunnen diepte- en • Aan positiegegevens worden gelogd • Uit naar uw Navionics-cartografiekaart. Deze gegevens worden naar Navionics gestuurd om de lijndetails van sonarkaarten op uw multifunctionele display te verbeteren.
  • Pagina 189 16.16 Opties van Mijn gegevens 16.17 Synchronisatie van meerdere kaarten Het menu Mijn gegevens biedt toegang tot uw gebruikersgegevens. U kunt de koers-, bereik- en de positie-informatie tussen De opties kunt u terugvinden via het menu Mijn gegevens: verschillende kaartweergaven en via het netwerk aangesloten Menu >...
  • Pagina 190 16.18 Het meten van afstanden en De liniaal op een andere plaats zetten peilingen U kunt een liniaal op een andere plaats zetten door de onderstaande stappen te volgen. U kunt de gegevensbalk en het contextmenu samen met 1. Selecteer de huidige liniaal. de meetfunctie gebruiken om afstanden te meten in de Het liniaalcontextmenu wordt weergegeven.
  • Pagina 191 Inhoudsopgave • 17.1 Hoe werkt de fishfinder op pagina 192 • 17.2 Sonar-technologieën op pagina 192 • 17.3 Raymarine sonarmodules op pagina 194 • 17.4 Overzicht Fishfinder op pagina 194 • 17.5 Ondersteuning voor meerdere sonarmodules op pagina 195 •...
  • Pagina 192 17.1 Hoe werkt de fishfinder 17.2 Sonar-technologieën De Fishfinder-toepassing gebruikt een sonarmodule en een Traditionele sonartechnologie passende sonartransducer. De sonarmodule interpreteert signalen van de transducer en genereert een gedetailleerd Traditionele sonar gebruikt één draagfrequentie of draaggolf onderwaterbeeld. Er zijn verschillende sonartechnologieën voor de sonar-ping.
  • Pagina 193 Kegelvormige straal Schermvoorbeeld CHIRP DownVision D12784-2 Sonar is effectief bij een aantal snelheden. In dieper water wordt de bandbreedte van CHIRP automatisch geoptimaliseerd om de zeebodemvergrendeling en de detectie van bewegende objecten (bijv. vis) in de bredere waterkolom te verbeteren. Schermvoorbeeld CHIRP-sonar Overzicht CHIRP DownVision DownVision...
  • Pagina 194 17.3 Raymarine sonarmodules 17.4 Overzicht Fishfinder De Fishfinder-toepassing helpt u te interpreteren wat zich onder Hieronder vindt u informatie over de sonarmodules van Raymarine. water rond uw schip bevindt. De verschillende functies en eigenschappen van de De hieronder getoonde diepte voor DownVision...
  • Pagina 195 17.5 Ondersteuning voor meerdere Fishfinder-toepassingsvensters sonarmodules Alle vensters die een versie van de Fishfinder-toepassing zijn onafhankelijk en eventuele wijzigingen in de kanaalselectie of display-modus worden automatisch opgeslagen voor het Uw multifunctionele display ondersteunt meerdere sonarmodules betreffende venster of de toepassing. op hetzelfde netwerk.
  • Pagina 196 Het sonarkanaal selecteren 5. Herhaal de stappen 3 en 4 voor ieder venster van de pagina met gesplitst scherm. Om het kanaal te selecteren dat u wilt weergeven volgt u de onderstaande stappen Doe het volgende in de Fishfinder-toepassing: 1. Selecteer Menu. 2.
  • Pagina 197 17.6 Aangepaste kanalen U kunt aangepaste kanalen maken vanuit alle standaard kanalen van de sonarmodule, behalve Automatische kanalen. Hierdoor kunnen sommige instellingen worden aangepast en opgeslagen als een afzonderlijk kanaal. Deze kanalen kunnen daarna worden toegewezen aan de verschillende Fishfinder-toepassingsvensters. Er kunnen maximaal 10 aangepaste kanalen worden gemaakt voor iedere aangesloten sonarmodule.
  • Pagina 198 17.7 Het sonarbeeld Sluier/achtergrondruis Het beeld van de Fishfinder kan worden beïnvloed door De zeebodem interpreteren met behulp van echosignalen die worden ontvangen van drijvend of gezonken afval, luchtbellen en zelfs de beweging van het schip. Dit sonar staat bekend als ‘ruis’ of ‘sluier’ en wordt geregeld door Het is belangrijk dat u begrijpt hoe u op de juiste wijze de de gevoeligheidsinstellingen.
  • Pagina 199 17.8 Bereik Multifunctionele Bediening displays Met de Bereik-functie kunt u het bereik van de diepte definiëren Draaiknop • c-serie die u ziet op de Fishfinder-toepassing. In Automatische bereik past de Fishfinder-toepassing het bereik automatisch aan om • e-serie ervoor te zorgen dat de waterkolom en de zeebodem altijd worden weergegeven.
  • Pagina 200 17.9 Scrollen van fishfinder 17.10 Weergavemodi van de fishfinder Het fishfinder-beeld beweegt van rechts naar links. U kunt de Een Fishfinder-display-modus selecteren beweging pauzeren of de snelheid aanpassen om het plaatsen van waypoints of VRM's op het scherm te vergemakkelijken. Doe het volgende in de Fishfinder-toepassing: 1.
  • Pagina 201 4. Selecteer de voorkeursinstelling van de Zoom-factor (x2, x3, Modus 1 Modus 2 Modus 3 x4) of selecteer Handmatig Nadat u uw keuze hebt gemaakt keert u terug naar het menu Display-modus. 5. Als u Handmatig hebt geselecteerd selecteert u daarna Handmatige zoom Het dialoogvenster handmatig aanpassen zoomfactor wordt weergegeven.
  • Pagina 202 17.11 Opties presentatiemenu Het Presentatie-menu geeft toegang tot functies voor extra gedetailleerde informatie op het scherm. De onderstaande tabel laat de beschikbare Presentatie-opties zien. Menu-item Omschrijving Opties • Aan *Diepte-ID object Bepaalt of de diepte van geïdentificeerde • Uit objecten wordt weergegeven.
  • Pagina 203 17.12 Diepte en afstand Menu-item Omschrijving Opties Versterkingsrege- Bepaalt of de gevoe- • Weerge- De Fishfinder-toepassing heeft een aantal functies die u helpen laars ligheidsinstellingen wel ven (standard- bij het bepalen van diepten en afstanden. Deze functies zijn of niet op het scherm waarde) hieronder beschreven: worden weergegeven.
  • Pagina 204 17.13 Waypoints in de Fishfinder- 17.14 Gevoeligheidsinstellingen toepassing Het menu Gevoeligheidsinstellingen geeft u toegang tot de functies die het beeld op het scherm verbeteren. In de meeste Door een waypoint in de Fishfinder-toepassing te plaatsen kunt situaties zijn de standaard instellingen voldoende. u een positie markeren zodat u daar later naar terug kunt keren.
  • Pagina 205 te zien, zonder teveel achtergrondruis. Over het algemeen wordt 2. Selecteer het vakje Automatisch om er een vinkje in te een hoge versterking gebruikt voor diep en/of helder water en plaatsen. een lage versterking voor ondiep en/of troebel water. 3. Selecteer de gewenste Automatische versterkingsmodus. De nieuwe waarden blijven behouden, ook wanneer u uw De fishfinder-versterking aanpassing met behulp van het display uitschakelt.
  • Pagina 206 Contrast DownVision gebruikt monochrome schaduwen om de sterkte van een echo te bepalen. U kunt het contrast handmatig aanpassen tussen 0% en 100% of het instellen op automatisch. 31% TVG 100% TVG Automatische TVG Opmerking: TVG heeft geen invloed in simulatormodus maar de Bovendeel uit-modus (0% tot 30%) wel.
  • Pagina 207 Waarden tussen 31% en 100% staan voor TVG-regeling. sonarmodules (met uitzondering van legacy) kunt u een automatische TVG-modus selecteren. 4. Selecteer Terug of OK om de schuifbalkregelaar te sluiten. Ruisfilter TVG-regelaars op het scherm Het Ruisfilter is beschikbaar op DownVision -sonarmodules.
  • Pagina 208 17.15 Fishfinder-alarmmeldingen 4. Selecteer OK om de instelling te bevestigen en de numerieke regelaar te sluiten. De volgende Fishfinder-alarmmeldingen kunnen worden ingesteld wanneer er een dieptegegevensbron beschikbaar is. Vermogensmodus • Vis — alarm is hoorbaar wanneer een object voldoet aan De Vermogensmodus regelt het vermogensniveau van de het gespecificeerde gevoeligheidsniveau en zich binnen de transducer.
  • Pagina 209 17.16 Frequentie-afstemming Opmerking: De ondieptelimiet kan niet hoger worden ingesteld dan de dieptelimiet. De frequentie hangt af van de gebruikte sonarmodule en transducer. Bij gebruik van een non-CHIRP-sonarmodule of een CHIRP-sonarmodule die werkt in non-CHIRP-modus, kan de frequentie van de transducer handmatig fijn worden afgesteld. De voordelen van het handmatig kunnen afstemmen van de frequentie zijn onder andere: •...
  • Pagina 210 het hele frequentiebereik dat op de transducer beschikbaar is afloopt bij iedere ping. • Gemiddelde CHIRP — CHIRP-modus (bijv. 85 tot 135 kHz) — er is geen fijne afstemming nodig omdat de CHIRP-sonarmodule het hele frequentiebereik dat op de transducer beschikbaar is afloopt bij iedere ping. •...
  • Pagina 211 17.17 Menu-opties instellen echolood Deze sectie beschrijft de opties die beschikbaar zijn in het instellingenmenu van het echolood: (Menu > Instellingen > Instellen echolood). Menu-item Omschrijving Opties Ping Rate Hyper Ping is een instelling die alleen beschikbaar is op • Normaal (standardwaarde) traditionele interne en legacy sonarmodules, voor gebruik in •...
  • Pagina 212 17.18 Menu-opties voor transducer-instellingen Het Transducer-instellingen-menu dient te worden gebruikt wanneer u uw multifunctionele display voor het eerst instelt of wanneer u een diepte-transducer installeert. Menu-item Omschrijving Opties Transducer Selecteer het juiste transducer-type in de lijst. De beschikbare opties hangen af van de Sommige transducers worden automatisch door het systeem aangesloten sonarmodule.
  • Pagina 213 Opmerking: Wanneer u de unit terugzet naar de fabrieksinstellingen, worden alle kalibratiegegevens voor snelheid en temperatuur en de dieptecorrectie gewist. 1. Gebruik een compatibel Raymarine multifunctioneel display om naar de fishfinder-toepassingspagina te gaan. 2. Selecteer Menu in het menu aan de zijkant.
  • Pagina 214 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 215 Hoofdstuk 18: Radartoepassing Inhoudsopgave • 18.1 Overzicht radar op pagina 216 • 18.2 Statussymbolen radarscanner op pagina 217 • 18.3 Overzicht Radar-display op pagina 218 • 18.4 Kwaliteit radarbereik en -beeld op pagina 219 • 18.5 Objecten volgen op pagina 221 •...
  • Pagina 216 STC-voor- 0-100% Radarfuncties keursinstel- ling Afhankelijk van het type Raymarine-radar dat u hebt zijn er verschillende functies beschikbaar. De onderstaande tabel Voorkeurs- 0-100 geeft een overzicht van welke functies en instellingen worden instelling ondersteund per radartype: signaalver-...
  • Pagina 217 18.2 Statussymbolen radarscanner De modus van de voedingsmodus van de radarscanner wordt weergegeven in de statusbalk. Voe- dingsmo- Symbool dus radar Omschrijving Zenden Roterend pictogram, waarmee wordt (TX) aangegeven dat de scanner aan is en uitzendt. Wanneer SCANNER is ingesteld op AAN, selecteert u deze modus om de scanner te activeren.
  • Pagina 218 18.3 Overzicht Radar-display worden sterkere van objecten terugkerende signalen geel weergegeven, en zwakkere signalen in twee tinten blauw. Als u Wanneer uw radarscanner is aangesloten en de radar in een HD of SuperHD radarscanner gebruikt, worden sterkere van Zend-modus staat, biedt het radarbeeld een op een kaart objecten terugkerende signalen weergegeven in 256 kleuren, lijkende weergave van het gebied waarin de radar operationeel voor een duidelijker beeld.
  • Pagina 219 18.4 Kwaliteit radarbereik en -beeld i. Selecteer een locatie of object op het scherm en druk op de OK-knop. 2. HybridTouch-displays en displays met alleen touchscreen: Maximaal radarbereik i. Een object op het scherm selecteren. Het bruikbare bereik van de radar wordt beperkt door factoren ii.
  • Pagina 220 name bij grotere objecten. Zijbundelsignalen vormen óf bogen Artikel Omschrijving op het radarscherm die lijken op bereikringen, óf een aantal Werkelijke echo signalen die samen een onderbroken boog vormen. Multipele echosignalen Blinde sectoren Obstructies zoals pijpen en masten in de buurt van de radarantenne kunnen de radarstraal hinderen en radarschaduwen of ‘blinde sectoren’...
  • Pagina 221 18.5 Objecten volgen Zeesluier De Bewakingszone- , VRM/EBL- en MARPA functies helpen u bij het volgen van objecten en het voorkomen van aanvaringen. Wanneer een radar is aangesloten op uw multifunctionele display kunt u: • De afstand tot het object en de peiling inschatten (VRM/EBL). •...
  • Pagina 222 MARPA presteert. Voor de beste koersgegevens is een verschijnt er een waarschuwing op het scherm. Het symbool op Raymarine SMART headingsensor of een gyro-gestabiliseerde het scherm verandert naar het symbool voor verloren gegaan stuurautomaat vereist.
  • Pagina 223 MARPA-contextmenu Doe het volgende vanuit het menu Instellen veilige zone: De MARPA-functie bevat een contextmenu met positie-informatie 1. Selecteer Radius veilige zone. en menu-items. i. Selecteer de gewenste radius voor de veilige zone. 2. Selecteer Tijd naar veilige zone. i. Selecteer de gewenste tijd. 3.
  • Pagina 224 18.6 Afstanden, bereik en peiling Relatieve beweging Wanneer het display is ingesteld op relatieve bewegingsmodus, Wanneer u de Radar-toepassing gebruikt, kunt u afstanden, wordt geen verlenging van de vector van uw schip bereiken en peilingen op verschillende manieren meten. weergegeven. De CPA-lijn begint op uw eigen schip, waarbij de Deze opties staan in de onderstaande tabel aangegeven: vectorverlenging van het object relatief wordt weergegeven, niet werkelijk.
  • Pagina 225 VRM/EBL-contextmenu Meten met behulp van VRM/EBL Variabele bereikmarkeringen (Variable Range Markers, VRM) De VRM/EBL-functie bevat een contextmenu met positiegegevens en menu-items. Een variabele bereikmarkering (VRM) is een cirkel die is gecentreerd op de positie van uw schip en vastgezet met betrekking tot de koersmodus.
  • Pagina 226 18.7 Radarmodus en oriëntatie Een zwevende VRM/EBL creëren op de radarweergave Radarrichtingsmodi Doe het volgende in de radartoepassing met een reeds De radar kan in een aantal richtingsmodi werken, passend bij de gecreëerde VRM/EBL: verschillende soorten navigatie. 1. Plaats de cursor op de VRM/EBL. De richting van de radar heeft betrekking op de radar 2.
  • Pagina 227 Relatieve beweging (Relative Motion, RM) met optionele Opmerking: Wanneer de headinggegevens niet meer scheepscorrectie beschikbaar zijn wanneer u in deze modus bent, wordt een waarschuwingsbericht weergegeven, de statusbalk geeft Wanneer deze modus is ingesteld op Relatief, dan wordt de Noord boven aan tussen haakjes en de radar gebruikt 0° positie van uw schip vastgezet op het scherm en alle objecten heading in relatieve beweging.
  • Pagina 228 18.8 Menu-opties radarpresentatie Functie Omschrijving Opties Dual Range Met dit menu-item kunt u de Dual Range-modus Aan en Uit zetten. • Aan • Uit Dual Range-kanaal Met dit menu-item kunt u lang en kort kanaal kiezen voor Dual Range. • 1 •...
  • Pagina 229 Functie Omschrijving Opties Kleurenpalet Met dit menu-item kunt u een Kleurenpalet selecteren voor de • Vet Radar-toepassing. • Professioneel 1 • Professioneel 2 • Klassiek • Nachtzicht Bereikringen Met dit menu-item kunt u de bereikringen Aan en Uit zetten. • Aan •...
  • Pagina 230 Voorbeeld modus Werkelijke beweging D12745-1 Koersmarkering van het schip. Object dat beweegt met een snelheid van 0 tot 1 knopen (minimale tot geen wake). Object dat in tegengestelde richting van het schip beweegt (wake verschijnt in tegengestelde richting van de koers van uw schip).
  • Pagina 231 4. Pas de schuifregelaar aan naar de gewenste instelling. 18.9 Afstemmen radar: 5. De schuifbalk wordt automatisch gesloten, of u kunt het versterkingsregelaars op het scherm pictogram op het scherm opnieuw selecteren om de schuifbalk te sluiten. Multifunctionele displays met touchscreen hebben op het scherm toegang tot de regelaars voor versterking, regen en zeesluier.
  • Pagina 232 De voorkeursinstelling van de selecteren radarversterking aanpassen Voor deze voorkeursinstellingen is een HD- of Raymarine adviseert nadrukkelijk gebruik te maken van de SuperHD-radarscanner vereist. Voor de Vogelmodus voorkeursmodi voor signaalversterking voor optimale resultaten. is een SuperHD Open Array-scanner met softwareversie 3.23 of Wanneer nodig kunnen echter handmatige aanpassingen hoger vereist, of een HD radome.
  • Pagina 233 2. Selecteer Versterking. 3. Stel de schuifbalkregelaar van de Vermogensversterking in op de juiste waarde (tussen 0 en 100%), of 3. De schuifbalkregelaar voor de kleurversterking wordt weergegeven. 4. Selecteer het vakje Automatisch om een vinkje te plaatsen in het vakje voor automatische versterkingsregeling. 4.
  • Pagina 234 Iedere voorkeursinstelling voor versterking • Kust — houdt rekening met de enigszins heeft een versterkingsfunctie, die standaard is hogere zeesluierniveaus die buiten de haven ingesteld op automatische modus. Raymarine kunnen ontstaan en past de radarweergave adviseert nadrukkelijk gebruik te maken van overeenkomstig aan.
  • Pagina 235 Voorkeursmodus van de radar selecteren Voor deze voorkeursinstellingen is een digitale radarscanner vereist. Doe het volgende in de Radar-toepassing: 1. Selecteer Menu. 2. Selecteer Voorkeursmodus. 3. Selecteer Haven, Kust of Offshore. Radartoepassing...
  • Pagina 236 18.12 Radar gebruik bij Dual Range Modus Dubbele Scanner afstand Bedieningsmodus Met de Dual Range-radarfunctie kunt u 2 bereiken tegelijkertijd bekijken in afzonderlijke vensters. Deze functie is beschikbaar 4 kW SuperHD Open Lang SuperHD op SuperHD en HD radarscanners. Array Met uw multifunctionele display en een HD radarscanner kunt Kort u beelden bekijken op een kort bereik of een lang bereik in...
  • Pagina 237 48 toeren-scansnelheden. De radarscansnelheid selecteren Volg de onderstaande stappen om de radarsnelheid te wijzigen. Voor de snelheidsoptie is een 48 RPM compatibele Raymarine HD radome of Raymarine SuperHD Open Array radarscanner nodig. Selecteer uw radarscannersnelheid in de Radar-toepassing.
  • Pagina 238 Afstemming aanpassen Met dit menu-item kunt u de ontvanger van de radarscanner fijn afstemmen Handmatig voor optimale resultaten op het display. Raymarine adviseert deze functie • Automatisch in te stellen op Automatisch. Als u deze functie instelt op Handmatig en de instelling aanpast direct nadat u de radarscanner hebt aangezet, dan dient •...
  • Pagina 239 4. Selecteer Afstemming aanpassen: . De schuifbalkregelaar voor Afstemming aanpassen wordt weergegeven. 5. Stel de schuifbalkregelaar in op de juiste waarde, of 6. Selecteer het vakje Automatisch om een vinkje te plaatsen in het vakje voor automatische afstemming. Radartoepassing...
  • Pagina 240 18.15 De radar resetten Om de radarinstellingen te resetten naar de standaard instellingen volgt u de onderstaande stappen: Doe het volgende in de radartoepassing: 1. Selecteer Menu. 2. Selecteer Instellingen radar. 3. Selecteer Geavanceerd. 4. Selecteer Geavanceerde reset. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven. 5.
  • Pagina 241 Hoofdstuk 19: Gegevenstoepassing Inhoudsopgave • 19.1 Overzicht gegevenstoepassing op pagina 242 • 19.2 Gegevenspagina's selecteren met behulp van het Touchscreen op pagina 244 • 19.3 Gegevenspagina's selecteren op pagina 244 • 19.4 De gegevenstoepassing aanpassen op pagina 245 • 19.5 Motoridentificatie op pagina 247 •...
  • Pagina 242 19.1 Overzicht gegevenstoepassing Voorbeeld — motorpagina voor schip met 2 motoren. Met de gegevenstoepassing kunt u gegevens bekijken die zijn gegenereerd door het multifunctionele display of gegevens die beschikbaar zijn op uw systeem. Gegevens kunnen worden verkregen van apparaten die SeaTalk , SeaTalk of NMEA-protocollen gebruiken.
  • Pagina 243 1. Watertemperatuur 2. Levend aas-tank 3. Tijd 4. Bereik en peiling bestemmingswaypoint 5. Waypoint-TTG 6. SOG 7. Diepte Brandstofpagina D13020-1 De Brandstof-pagina is beschikbaar wanneer het scheepstype is ingesteld op motorboot. 1. Kompaswijzerplaat 2. Windwijzerplaat 3. Waypoint-pictogram — wordt alleen weergegeven tijdens actieve navigatie.
  • Pagina 244 19.2 Gegevenspagina's selecteren 19.3 Gegevenspagina's selecteren met behulp van het Touchscreen Om gegevenspagina's te selecteren met behulp van een multifunctioneel display zonder touchscreen volgt u de U kunt met het touchscreen door de beschikbare pagina's onderstaande stappen. bladeren. Doe het volgende in de gegevenstoepassing: 1.
  • Pagina 245 19.4 De gegevenstoepassing 6. Selecteer het gegevensitem dat u wilt weergegeven. aanpassen Nadat het gegevensitem is geselecteerd wordt ernaast een vinkje geplaatst in het menu en het veld op het scherm toont nu het nieuwe gegevensitem. U kunt de gegevenstoepassing aanpassen zodat de door u gewenste systeem- en instrumentgegevens weergeven worden.
  • Pagina 246 4. Kies Ja om de gegevenspagina te verwijderen en Nee om de actie te annuleren. Opmerking: U kunt geen nieuwe motorpagina maken met dezelfde layout als de vooraf geconfigureerde motorgegevenspagina's. a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 247 19.5 Motoridentificatie Motorgegevens kunnen worden weergegeven op uw MFD met behulp van de Gegevens-toepassing, deze beschikt over enkele vooraf ingestelde Motor-pagina's voor de weergave van de meeste voorkomende soorten motorgegevens. Belangrijk: Voordat u motorgegevens kunt weergeven op uw MFD, dient u: •...
  • Pagina 248 De meeste motorgegevensconfiguraties kunnen worden ingesteld met de "Motoridentificatie"-wizard die beschikbaar is op Raymarine MFD's met LightHouse software versie 8 of hoger. Voor sommige installaties met meerdere motoren kan het echter nodig zijn om uw motoren eerst correct te laten "instantiëren" door uw motorleveranier/-dealer (een unieke ID/adres toegewezen krijgen).
  • Pagina 249 19.6 Scheepsgegevens instellen 19.7 De maximale motor-RPM instellen U kunt de scheepsinstellingen wijzigen in het menu U kunt instellen dat het maximale RPM-bereik wordt Gegevenstoepassing. weergegeven op het RPM-gegevensitem. Doe het volgende in de Gegevenstoepassing: Doe het volgende in de gegevenstoepassing: 1.
  • Pagina 250 19.8 Kleurthema Het kleurthema in de Gegevenstoepassing kan worden geschakeld tussen licht en donker. Donker thema (standard- waarde) Licht thema Het kleurenthema wijzigen U kunt het kleurenthema wijzigen door de onderstaande stappen te volgen. Doe het volgende in de Gegevenstoepassing: 1.
  • Pagina 251 19.9 Eenheidsinstellingen U kunt uw voorkeuren specificeren voor de meeteenheden die in alle toepassingen worden gebruikt. Menu-item Omschrijving Opties De meeteenheden die worden gebruikt in alle toepassingen • Nautische mijlen Afstandseenheden van het display voor de waarden met betrekking tot afstand. •...
  • Pagina 252 19.10 Lijst met gegevensitems Gegevenscategorieën die kunnen worden weergegeven in de gegevenstoepassing, gegevenskaders, op de gegevensbalk en op de uitgebreide gegevensbalk worden hieronder weergegeven. Regelaarafbeeldingen zijn niet beschikbaar in gegevenskaders of op gegevensbalken. In de volgende tabel worden de gegevensitems weergegeven die beschikbaar zijn per categorie. Gegevenscatego- Afbeeldingen gegevenstoepassing Omschrijving...
  • Pagina 253 Gegevenscatego- Afbeeldingen gegevenstoepassing Omschrijving Gegevensitem Motor** Soorten door Toerental uw motoren gegenereerde gegevens. RPM & snelheid Bijvoorbeeld: oliedruk. Koelvloeistoftem- peratuur Koelvloeistofdruk Olietemperatuur Oliedruk Oliedruk & koel- vloeistoftempera- tuur Olietemperatuur transmissie Oliedruk transmissie Transmissie- overbrenging Turbodruk Brandstofdruk Brandstofverbruik Brandstofverbruik (inst.) Brandstofverbruik (gem.) Motoruren Motortrim...
  • Pagina 254 Gegevenscatego- Afbeeldingen gegevenstoepassing Omschrijving Gegevensitem Brandstof** Soorten Brandstofpeil (%) gegevens met betrekking tot het brandstofsysteem. Totale brandstof Bijvoorbeeld (vol) brandstofpeil. Totaal brandstofverbruik Brandstofbesparing Geschatte resterende brandstof Afstand tot brandstoftank leeg Tijd tot brandstoftank leeg Gebruikte brandstof (reis) Gebruikte brandstof (seizoen) Omgeving Gegevens met Druk...
  • Pagina 255 Gegevenscatego- Afbeeldingen gegevenstoepassing Omschrijving Gegevensitem Maximale watertemperatuur Gegevens met Scheepspositie betrekking tot de GPS. Bijvoorbeeld scheepspositie. COG & SOG Maximale SOG Gemiddelde SOG Koers Gegevens met Koers betrekking tot de koers. Bijvoorbeeld vastgezette koers. Koers en snel- heid (alleen gege- venstoepassing.) Vastgezette koers Fout vastgezette...
  • Pagina 256 Gegevenscatego- Afbeeldingen gegevenstoepassing Omschrijving Gegevensitem Peiling naar waypoint BTW & DTW (al- leen gegevenstoe- passing.) Course Made Good (CMG) CMG & DMG CMG & VMG (al- leen gegevenstoe- passing.) Afstand tot waypoint Distance Made Good (DMG) Waypoint ETA Waypoint-TTG Route ETA Route TTG Stuurautomaat Gegevens met...
  • Pagina 257 Gegevenscatego- Afbeeldingen gegevenstoepassing Omschrijving Gegevensitem Tijd Gegevens met Lokale tijd betrekking tot de tijd. Bijvoorbeeld lokale tijd. Lokale datum Wind Gegevens met AWA (schijnbare betrekking tot de windhoek) wind. Bijvoorbeeld VMG (Velocity Maximale AWA Made Good) naar loefzijde. Minimale AWA Maximale AWS Minimale AWS TWA (ware...
  • Pagina 258 Gegevenscatego- Afbeeldingen gegevenstoepassing Omschrijving Gegevensitem TWA & TWS TWA (CH) en TWS TWA en VMG GWD en Beaufort GWD & GWS Geen Opmerking: *Regelaars en grafische weergaven zijn alleen beschikbaar in de gegevenstoepassing. Gegevensbalk- en gegevenscellagen kunnen alleen digitale items weergeven. Opmerking: **De accu-, motor-, brandstof- en tank-menu's geven 1 set gegevensitems per geconfigureerd apparaat weer (bijv.
  • Pagina 259 19.11 De minimum en maximum 19.12 Alle gegevenspagina's resetten metingen resetten U kunt de gegevenspagina's in de gegevenstoepassing terugzetten naar de fabrieksinstellingen. Minimum en maximum metingen die worden weergegeven op 1. Selecteer Menu. het display kunnen worden gereset in de Gegevenstoepassing. 2.
  • Pagina 260 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 261 Hoofdstuk 20: Toepassing van de thermische camera — draai/kantel-camera's Inhoudsopgave • 20.1 Overzicht van de toepassing thermische camera. op pagina 262 • 20.2 Beeld van de thermische camera op pagina 262 • 20.3 Overzicht bediening op pagina 263 • 20.4 Camerabesturing op pagina 264 •...
  • Pagina 262 20.1 Overzicht van de toepassing 20.2 Beeld van de thermische camera thermische camera. De thermische camera geeft een videobeeld dat wordt weergegeven op uw display. Met de toepassing thermische camera kunt u een aangesloten thermische camera bedienen en het beeld ervan weergeven op uw multifunctionele display.
  • Pagina 263 20.3 Overzicht bediening Pictogram Omschrijving Achteruitkijkmodus - het beeld wordt horizontaal De toepassing van de thermische camera is beschikbaar op omgekeerd. compatibele Raymarine multifunctionele displays en systemen. Het bevat bediening van de thermische camera. Zoom-instelling: 2x zoom. Draaiknop Beeld in-/uitzoomen. Joystick •...
  • Pagina 264 20.4 Camerabesturing Opmerking: Gestabiliseerde modellen van de T-serie thermische camera's hebben een continue zoomfunctie, niet-gestabiliseerde modellen kunnen schakelen tussen x2- Aanzetten en stand-by en x4-vergroting. Wanneer de stroomonderbreker voor de voeding naar de camera wordt ingeschakeld, doorloopt de camera een opstartprocedure van ongeveer 1 minuut, daarna gaat de Draaien en kantelen van het thermische beeld camera in Stand-by-modus.
  • Pagina 265 • Snel 5. Selecteer de gewenste optie. Stabilisatie van de thermische camera De Raymarine T470SC en T473SC thermische camera heeft een mechanische stabilisatiefunctie. De mechanische stabilisatiefunctie verbetert de stabiliteit van het beeld door de beweging van het schip te compenseren en de camera gericht te houden op het punt waarnaar u wilt kijken.
  • Pagina 266 20.5 Beeldinstellingen 1. Selecteer Menu. 2. Selecteer Beeldopties. Het beeld van de thermische camera 3. Gebruik het menu-item Kleur om wanneer nodig te schakelen tussen de beschikbare kleurpaletten. aanpassen Doe het volgende in de toepassing van de thermische camera: Omgekeerde video van de thermische 1.
  • Pagina 267 Gebruik met thermische detectie en zichtbaar • Gevaarlijk AIS-object licht • Gevaarlijk MARPA-object Thermische camera's met “dual payload” zijn uitgerust met 2 Opties om de opties voor automatisch zwenken in of uit te camera's — een thermisch beeld (infrarood) camera en een schakelen zijn beschikbaar in de toepassing van de thermische zichtbaar-licht camera.
  • Pagina 268 20.6 Draai/kantel-camera — nieuwe camera-interface De menu-opties van de toepassing van de thermische camera voor een draai/kantel-camera met de nieuwe camera-interface worden hieronder weergegeven. De camera activeren Haalt de thermische camera uit de stand-bymodus. (alleen beschikbaar wanneer de camera stand-by is.) Beeld pauzeren •...
  • Pagina 269 Instellingenmenu camera Uitgangspositie instellen Stelt de huidige positie van de camera in als de Uitgangspositie van de camera. Zwenkinstellingen Geeft opties voor automatisch zwenken en • Automatisch zwenken naar MOB instellingen voor het uitlijnen van de camera. • Automatisch zwenken naar gevaarlijk AIS-object •...
  • Pagina 270 PC-pictogram Toont of verbergt het pictogram van de • Aan (standardwaarde) aangesloten PC op het scherm. • Uit Standaard fabrieksinstellingen terugzetten Hiermee kunt u de instellingen van de camera terugzetten naar de standaard fabrieksinstellingen. Platform kalibreren De optie Platform kalibreren herinitialiseert het draai/kantel-mechanisme van de thermische camera.
  • Pagina 271 20.7 Modi Hoog vermogen en Hoog koppel Camerasta- Single Camera-instelling Dual payload payload Stand-by • Modus Hoog 22 W 17,4 W vermogen AAN • Modus Hoog koppel AAN Stand-by • Modus Hoog 7,4 W vermogen UIT • Modus Hoog koppel AAN •...
  • Pagina 272 Opmerking: U kunt mogelijk de software van uw camera updaten naar de nieuwe camera-interface. Neem contact op met uw Raymarine-dealer voor meer informatie. OSD-menuopties Opmerking: De schermmenu's worden alleen weergegeven op het thermische camera-beeld.
  • Pagina 273 Beschikbare menu's Menu-item / omschrijving Instellingen / gebruik Enable Point Mode Wanneer u "Puntmodus inschakelen" selecteert / Disable Point wordt de puntmodus ingeschakeld, wanneer u Geef minimum aantal Wanneer u dit menu-item selecteert wordt het Mode "Puntmodus uitschakelen" selecteert wordt de pictogrammen weer aantal pictogrammen geminimaliseerd: puntmodus uitgeschakeld.
  • Pagina 274 Menu-item / Camerasta- Single omschrijving Settings / Operation (Instellingen / gebruik) Camera-instelling Dual payload payload Enable / Disable High Deze optie regelt de hoeveelheid stroom die Actief • Modus Hoog 7,4 W Power Standby wordt gebruikt om de camera op zijn positie vermogen UIT te houden terwijl hij in Stand-bymodus staat.
  • Pagina 275 Hoofdstuk 21: Toepassing van de thermische camera — vast gemonteerde camera's Inhoudsopgave • 21.1 Overzicht van de toepassing thermische camera. op pagina 276 • 21.2 Beeld van de thermische camera op pagina 276 • 21.3 Overzicht bediening op pagina 277 •...
  • Pagina 276 21.1 Overzicht van de toepassing 21.2 Beeld van de thermische camera thermische camera. De thermische camera geeft een videobeeld dat wordt weergegeven op uw display. Met de toepassing thermische camera kunt u een aangesloten thermische camera bedienen en het beeld ervan weergeven op uw multifunctionele display.
  • Pagina 277 21.3 Overzicht bediening Pictogram Omschrijving Zoom-instelling: 4x zoom. De toepassing van de thermische camera is beschikbaar op compatibele Raymarine multifunctionele displays en systemen. Het bevat bediening van de thermische camera. Eén actieve besturing op netwerk. Draaiknop Beeld in-/uitzoomen. Menuselectie bevestigen.
  • Pagina 278 21.4 Camerabesturing 21.5 Beeldinstellingen Aanzetten en stand-by Het beeld van de thermische camera aanpassen Wanneer de stroomonderbreker voor de voeding naar de camera wordt ingeschakeld, doorloopt de camera een Doe het volgende in de toepassing van de thermische camera: opstartprocedure van ongeveer 1 minuut, daarna gaat de 1.
  • Pagina 279 3. Gebruik het menu-item Kleur om wanneer nodig te schakelen tussen de beschikbare kleurpaletten. Omgekeerde video van de thermische camera U kunt de polariteit van het videobeeld omdraaien om de weergave van objecten op het scherm te veranderen. De optie omgekeerde video (videopolariteit) schakelt het thermische beeld van wit-heet (of rood-heet als de instelling kleurenmodus actief is) naar zwart-heet.
  • Pagina 280 21.6 Menu vast gemonteerde camera's De menu-opties van de toepassing van de thermische camera voor een vast gemonteerde thermische camera worden hieronder weergegeven. De camera activeren Haalt de thermische camera uit de stand-bymodus. (alleen beschikbaar wanneer de camera stand-by is.) Beeld pauzeren •...
  • Pagina 281 JCU-pictogram Toont of verbergt het pictogram van de • Aan (standardwaarde) aangesloten JCU op het scherm. • Uit PC-pictogram Toont of verbergt het pictogram van de • Aan (standardwaarde) aangesloten PC op het scherm. • Uit Standaard fabrieksinstellingen terugzetten Hiermee kunt u de instellingen van de camera terugzetten naar de standaard fabrieksinstellingen.
  • Pagina 282 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 283 Hoofdstuk 22: Cameratoepassing Inhoudsopgave • 22.1 Overzicht cameratoepassing op pagina 284 • 22.2 Camera roteren op pagina 285 • 22.3 Camera-/video-invoerkanalen een naam geven op pagina 286 • 22.4 Het videobeeld aanpassen op pagina 286 • 22.5 De beeldverhouding selecteren op pagina 287 •...
  • Pagina 284 22.1 Overzicht cameratoepassing Opmerking: Als uw IP-camera('s) niet worden gedetecteerd door uw multifunctionele display, probeer dan de IP-camera('s) U kunt een camera- of een video-invoer die direct is aangesloten uit en aan te schakelen terwijl uw multifunctionele display aan op uw multifunctionele display bekijken met behulp van de blijft staan.
  • Pagina 285 22.2 Camera roteren Opmerking: In de bovenstaande stappen staat <Cameranaam> voor de standaard naam van het Wanneer meerdere camera-/video-invoerkanalen beschikbaar invoerkanaal dat wordt geleverd door het aangesloten zijn, kan de cameratoepassing zo worden ingesteld dat het apparaat, of de aangepaste naam die is toegewezen aan het automatisch langs de beschikbare invoerkanalen roteert met invoerkanaal.
  • Pagina 286 22.3 Camera-/video-invoerkanalen een 22.4 Het videobeeld aanpassen naam geven Wanneer het aangesloten camera-/video-apparaat of de via het netwerk aangesloten IP-camera dit ondersteunt, kunt u de Om onderscheid te kunnen maken tussen verschillende afbeeldingsinstellingen aanpassen. camera-invoeren, kunt u iedere invoer een naam geven. Doe het volgende in de cameratoepassing wanneer een Doe het volgende in de Camera-toepassing: video-invoer wordt weergegeven:...
  • Pagina 287 22.5 De beeldverhouding selecteren 22.6 Een locatie selecteren om opnamen op te slaan Wanneer het aangesloten camera-/video-apparaat of de via het netwerk aangesloten IP-camera dit ondersteunt, kunt u de Om beelden van een IP-camera-invoer op te nemen of af beeldverhouding veranderen tussen 4:3 en 16:9. te spelen of een screenshot te maken, moet u een locatie Doe het volgende in de cameratoepassing wanneer een invoer selecteren waar u deze wilt opslaan.
  • Pagina 288 IP-camera. De opname kan op ieder moment worden afgespeeld. Videobestanden worden op een geheugenkaart opgeslagen in SD-kaart-# > Raymarine > Videobestanden. De cameratoepassing neemt invoer op van de IP-camera in .mp4-formaat, wat kan worden opgeslagen op een 5.
  • Pagina 289 RCU–3) om een foto te maken. Een foto maken met behulp van de afstandsbediening Om een foto te maken met de Raymarine-afstandsbediening Een foto maken volgt u de onderstaande stappen. Om een foto te maken van wat op dat moment wordt...
  • Pagina 290 4. Zoek de betreffende foto op. Foto's worden intern opgeslagen in Intern > Gebruikersgegevens > Afbeeldingsbestanden. Foto's worden op een geheugenkaart opgeslagen in SD-kaart-# > Raymarine > Afbeeldingsbestanden. 5. Selecteer het bestand. Het dialoogvenster met bestandsopties wordt weergegeven. 6. Selecteer Verplaatsen of Kopiëren.
  • Pagina 291 Hoofdstuk 23: Fusion link-toepassing Inhoudsopgave • 23.1 Overzicht Fusion link op pagina 292 • 23.2 Mediabronnen op pagina 293 • 23.3 Door muziek bladeren op pagina 295 • 23.4 De functies Willekeurige volgorde en Herhalen selecteren. op pagina 295 • 23.5 Het volume voor iedere zone aanpassen op pagina 296 •...
  • Pagina 292 23.1 Overzicht Fusion link • Achteruit en vooruit te springen naar nummers. • Achteruit en vooruit te springen binnen nummers. Het multifunctionele display kan een aangesloten 700-serie Fusion-entertainmentsysteem aansturen. • Het huidige nummer af te spelen/te pauzeren. • De te bedienen zone te selecteren. (Voor informatie over het instellen van zones kunt u de handleiding raadplegen van uw Fusion-entertainmentsysteem.) •...
  • Pagina 293 23.2 Mediabronnen De indeling en regelaars die beschikbaar zijn worden bepaald door de geselecteerde mediabron. iPod D12748-1 Albuminformatie. Titel van het nummer. Artiest. Voortgang van het nummer. Rangnummer van het nummer. D12750-1 Verstreken tijd. Albumtitel. Titel. De menuopties die beschikbaar zijn voor iPods zijn de volgende: Hoofdstuk.
  • Pagina 294 Een mediabron selecteren U kunt selecteren welke mediabron u wilt bedienen. D12753-1 Ruisregelaar. Kanaal. Status handmatisch/automatisch. De menuopties die beschikbaar zijn voor VHF-radio's zijn de volgende: • Voorkeurszender. Doe het volgende in de Fusion link-toepassing: • Scan. 1. Selecteer Src:. •...
  • Pagina 295 23.3 Door muziek bladeren 23.4 De functies Willekeurige volgorde en Herhalen selecteren. U kunt door de muziek bladeren die op uw iPod of USB-apparaat is opgeslagen. U kunt de Fusion link-toepassing zo instellen dat de Doe het volgende in de Fusion link-toepassing: geselecteerde map wordt herhaald of dat de nummers in een willekeurige volgorde worden afgespeeld.
  • Pagina 296 23.5 Het volume voor iedere zone 23.6 De te bedienen zone selecteren aanpassen U kunt selecteren welke zone door het hoofdscherm wordt bediend. Het volume van de verschillende zones kan afzonderlijk worden Doe het volgende in de Fusion link-toepassing: ingesteld, u kunt ook alle zones tegelijkertijd aanpassen. 1.
  • Pagina 297 23.7 De toonregelaars instellen 23.8 Het te bedienen systeem selecteren De regelaars voor hoge, midden- en lage tonen kunnen worden ingesteld. Wanneer er meer dan één Fusion-entertainmentsysteem is Doe het volgende in de Fusion link-toepassing: aangesloten kunt u selecteren welk systeem door de Fusion link-toepassing wordt bediend.
  • Pagina 298 23.9 Menuopties Menuoptie Mediabronnen Omschrijving Door muziek • iPod. Hiermee kan door bladeren de muziek worden • USB. gebladerd die is opgeslagen op het apparaat. Herhalen • iPod. • Uit • USB. • Map — herhaalt alle nummers in de huidige map.
  • Pagina 299 Hoofdstuk 24: Weertoepassing — (alleen Noord-Amerika). Inhoudsopgave • 24.1 Overzicht weertoepassing op pagina 300 • 24.2 Instellingen weertoepassing op pagina 300 • 24.3 Overzicht weertoepassingsweergave op pagina 301 • 24.4 Weerkaartnavigatie op pagina 304 • 24.5 Weercontextmenu op pagina 304 •...
  • Pagina 300 Door gebruik te maken van deze service, stelt u Sirius Satellite Radio Inc., WSI, Navcast Incorporated en Raymarine vrij van claims met betrekking tot deze service. Wanneer u niet in het bezit bent van een abonnement-...
  • Pagina 301 24.3 Overzicht weertoepassingsweer- Symbool Omschrijving gave Bliksem — er wordt een bliksemsymbool weergegeven De weertoepassing toont een aantal afbeeldingen waarmee voor iedere inslag van wolk naar weersomstandigheden en voorspellingen worden aangegeven. aarde: Het volgende schema laat de belangrijkste kenmerken van de •...
  • Pagina 302 Windsnelheidsymbolen Historisch Voorspelling (grijs) Huidig (rood) (oranje) Omschrijving De weertoepassing gebruikt een aantal symbolen die staan voor de verschillende windsnelheden. Orkaan (categorie 1–5) Symbool Snelheid Symbool Snelheid Symbool Snelheid Tropische storm 3–7 8–12 13–17 knopen knopen knopen Tropische storing, tropische depressie 18–22 23–27...
  • Pagina 303 Kleurcoderingen NOWRad-neerslag Reflectie-intensiteit Regenval (mm/uur) Regenval (inch/uur) NOWRad laat het type en het niveau van neerslag zien: 3646,33 142,21 Kleurcodering Neerslagtype Reflectie-intensiteit 7487,83 292,03 Lichtgroen Regen (15 tot 19 dBZ) 15376,51 599,69 Middelgroen Regen (20 tot 29 dBZ) 31575,91 1231,46 Donkergroen Regen (30 tot 39 dBZ)
  • Pagina 304 24.4 Weerkaartnavigatie 24.5 Weercontextmenu U kunt over de weerkaart navigeren en waypoints plaatsen. De weertoepassing bevat een contextmenu dat positiegegevens bevat en de optie om weerrapporten van de cursorlocatie te Wanneer u de weertoepassing opent wordt een wereldkaart bekijken. weergegeven. Als het systeem een positie-fix heeft voor uw schip, wordt de kaart gecentreerd op uw locatie.
  • Pagina 305 24.6 Weerinformatie 24.7 Weerrapporten U kunt weerinformatie bekijken voor: U kunt een aantal verschillende weerrapporten bekijken, voor een uitgebreid overzicht van het weer. • een specifieke locatie Uw multifunctionele display geeft weerrapporten voor: • een oppervlak-observatiestation (wanneer weergegeven) • Tropische meldingen. •...
  • Pagina 306 24.8 Bewegende weerbeelden U kunt bewegende weerbeelden bekijken die een indicatie geven van veranderende weerpatronen. Met de optie voor bewegende weerbeelden kunt u een animatie bekijken van het huidige tijdstip voor: • NOWRad — weerradar • Wind • Golven • Druk — oppervlakdruk D12297-1 Een weeranimatie afspelen Artikel...
  • Pagina 307 24.9 menu-opties van de Menu-item Omschrijving Opties weertoepassing Rapport bekijken Met het menu Rapport Rapport voor bekijken kunt u • Schip De volgende opties zijn beschikbaar in het menu van de de verschillende weertoepassing: soorten ontvangen • Cursor weerrapporten Menu-item Omschrijving Opties Rapport bekijken...
  • Pagina 308 24.10 Woordenlijst met weertermen Term Definitie Koudefront De grens tussen twee verschillende luchtmassa's, waarbij koude lucht warme lucht aan de kant duwt en kouder weer met zich meebrengt. Cycloon Een groot gebied met lage atmosferische druk, gekenmerkt door naar binnen draaiende winden. Een “lagedrukgebied”, ook wel “depressie”...
  • Pagina 309 Term Definitie Tropische depressie Een georganiseerd systeem van bewolking en onweersbuien met een bepaalde oppervlakcirculatie en maximale constante winden van 61 km/u (33 knopen) of minder. Tropische storm Een georganiseerd systeem van hevige onweersbuien met een bepaalde oppervlakcirculatie en maximale constante winden van 62-117 km/u (34-63 knopen) of minder.
  • Pagina 310 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 311 Hoofdstuk 25: Sirius Audio-toepassing (alleen Noord-Amerika) Inhoudsopgave • 25.1 Overzicht Sirius Audio op pagina 312 Sirius Audio-toepassing (alleen Noord-Amerika)
  • Pagina 312 Opmerking: U dient een Sirius-abonnement te hebben om gebruik te kunnen maken van een Sirius maritieme weer-/satellietradio-ontvanger. Om het volume te kunnen regelen dient de Raymarine Sirius maritieme weer-/satellietradio-ontvanger ook te zijn aangesloten op het entertainmentsysteem van het schip. Het...
  • Pagina 313 Hoofdstuk 26: Mobiele toepassingen Inhoudsopgave • 26.1 Raymarine mobiele apps op pagina 314 • 26.2 Wi-Fi inschakelen op pagina 315 • 26.3 Mobiele apps inschakelen op pagina 315 • 26.4 Wi-Fi-beveiliging instellen op pagina 316 • 26.5 Een Wi-Fi-kanaal selecteren op pagina 316...
  • Pagina 314 • Wi-Fi in te schakelen in de Systeeminstellingen van het multifunctionele display. • Wi-Fi in te schakelen op uw compatibele apparaat. • De Raymarine Wi-Fi-verbinding te selecteren in de lijst met beschikbare Wi-Fi-netwerken op uw compatibele apparaat. • Het betreffende verbindingstype in te schakelen (d.w.z.
  • Pagina 315 5. Selecteer Alleen weergave om alleen video-streaming in te schakelen, of 6. Selecteer Afstandsbediening om de afstandsbediening en video-streaming in te schakelen. 7. Start de betreffende Raymarine mobiele app op uw tablet of smartphone en volg de instructies op het scherm. Mobiele toepassingen...
  • Pagina 316 — Geen, Alleen WPA, Alleen WPA 2 (standardwaarde), of WPA/WPA 2. Opmerking: • Raymarine adviseert nadrukkelijk de beveiligingsinstelling WPA2 te gebruiken. • Wanneer u Geen selecteert voor uw Wi-Fi-beveiliging blijft uw Wi-Fi-verbinding open waardoor iedereen met een WiFI-apparaat toegang heeft tot uw systeem.
  • Pagina 317 Hoofdstuk 27: Uw display aan uw wensen aanpassen Inhoudsopgave • 27.1 Taalkeuze op pagina 318 • 27.2 Scheepsgegevens op pagina 319 • 27.3 Eenheidsinstellingen op pagina 320 • 27.4 Tijd- en datuminstellingen op pagina 321 • 27.5 Display-voorkeuren op pagina 322 •...
  • Pagina 318 27.1 Taalkeuze Het systeem beschikt over de volgende talen: Engels (VS) Engels (Brits) Arabisch Bulgaars Kroatisch Chinees Tsjechisch Deens Nederlands Fins Frans Duits Grieks IJslands Italiaans Japans Koreaans Noors Pools Portugees (Brazilië) Russisch Sloveens Spaans Zweeds Turks Doe het volgende wanneer u in het Home-venster bent: 1.
  • Pagina 319 27.2 Scheepsgegevens U kunt de verschillende instellingen aanpassen aan uw schip. Menu-item Omschrijving Opties Scheepstype U kunt het uiterlijk van het schip in de kaarttoepassing • Power cruiser 1 (standardwaarde) veranderen. Selecteer de optie die het meest lijkt op het type •...
  • Pagina 320 27.3 Eenheidsinstellingen U kunt uw voorkeuren specificeren voor de meeteenheden die in alle toepassingen worden gebruikt. Menu-item Omschrijving Opties De meeteenheden die worden gebruikt in alle toepassingen • Nautische mijlen Afstandseenheden van het display voor de waarden met betrekking tot afstand. •...
  • Pagina 321 27.4 Tijd- en datuminstellingen U kunt uw voorkeur specificeren voor de manier waarop tijd en datum worden weergegeven in alle toepassingen. Menu-item Omschrijving Opties Datumformaat Hiermee kunt u het voorkeursformaat specificeren voor het • MM:DD:YY (maand, dag, jaar) weergegeven van datuminformatie in alle toepassingen. •...
  • Pagina 322 27.5 Display-voorkeuren U kunt uw algemene voorkeuren aangeven voor het display. Menu-item Omschrijving Opties Hiermee kunt u selecteren welke pagina op het display wordt Startpagina • Home-venster (standardwaarde) weergegeven na het opstarten. • Laatste pagina — na inschakelen wordt de als laatste gebruikte pagina weergegeven.
  • Pagina 323 Bereikregelaars op het scherm • Alle units moeten compatibel zijn met de gedeelde helderheidsfunctie (zie de lijst met compatibele units U kunt de bereikregelaars op het scherm van Nieuwe e-serie hierboven). en gS-serie displays in- en uitschakelen door de onderstaande stappen te volgen.
  • Pagina 324 27.6 Overzicht gegevensbalk en 2. Selecteer Set-up gegevensbalk. gegevenskader 3. Selecteer Automatisch verbergen zodat Aan is geselecteerd. U kunt de gegevens die op de gegevensbalk en in de Bij het bekijken van de toepassingspagina's, wordt de gegevenskaders op het scherm worden weergegeven gegevensbalk automatisch verborgen na 10 seconden.
  • Pagina 325 27.7 Lijst met gegevensitems Gegevenscategorieën die kunnen worden weergegeven in de gegevenstoepassing, gegevenskaders, op de gegevensbalk en op de uitgebreide gegevensbalk worden hieronder weergegeven. Regelaarafbeeldingen zijn niet beschikbaar in gegevenskaders of op gegevensbalken. In de volgende tabel worden de gegevensitems weergegeven die beschikbaar zijn per categorie. Gegevenscatego- Afbeeldingen gegevenstoepassing Omschrijving...
  • Pagina 326 Gegevenscatego- Afbeeldingen gegevenstoepassing Omschrijving Gegevensitem Motor** Soorten door Toerental uw motoren gegenereerde gegevens. RPM & snelheid Bijvoorbeeld: oliedruk. Koelvloeistoftem- peratuur Koelvloeistofdruk Olietemperatuur Oliedruk Oliedruk & koel- vloeistoftempera- tuur Olietemperatuur transmissie Oliedruk transmissie Transmissie- overbrenging Turbodruk Brandstofdruk Brandstofverbruik Brandstofverbruik (inst.) Brandstofverbruik (gem.) Motoruren Motortrim...
  • Pagina 327 Gegevenscatego- Afbeeldingen gegevenstoepassing Omschrijving Gegevensitem Brandstof** Soorten Brandstofpeil (%) gegevens met betrekking tot het brandstofsysteem. Totale brandstof Bijvoorbeeld (vol) brandstofpeil. Totaal brandstofverbruik Brandstofbesparing Geschatte resterende brandstof Afstand tot brandstoftank leeg Tijd tot brandstoftank leeg Gebruikte brandstof (reis) Gebruikte brandstof (seizoen) Omgeving Gegevens met Druk...
  • Pagina 328 Gegevenscatego- Afbeeldingen gegevenstoepassing Omschrijving Gegevensitem Maximale watertemperatuur Gegevens met Scheepspositie betrekking tot de GPS. Bijvoorbeeld scheepspositie. COG & SOG Maximale SOG Gemiddelde SOG Koers Gegevens met Koers betrekking tot de koers. Bijvoorbeeld vastgezette koers. Koers en snel- heid (alleen gege- venstoepassing.) Vastgezette koers Fout vastgezette...
  • Pagina 329 Gegevenscatego- Afbeeldingen gegevenstoepassing Omschrijving Gegevensitem Peiling naar waypoint BTW & DTW (al- leen gegevenstoe- passing.) Course Made Good (CMG) CMG & DMG CMG & VMG (al- leen gegevenstoe- passing.) Afstand tot waypoint Distance Made Good (DMG) Waypoint ETA Waypoint-TTG Route ETA Route TTG Stuurautomaat Gegevens met...
  • Pagina 330 Gegevenscatego- Afbeeldingen gegevenstoepassing Omschrijving Gegevensitem Tijd Gegevens met Lokale tijd betrekking tot de tijd. Bijvoorbeeld lokale tijd. Lokale datum Wind Gegevens met AWA (schijnbare betrekking tot de windhoek) wind. Bijvoorbeeld VMG (Velocity Maximale AWA Made Good) naar loefzijde. Minimale AWA Maximale AWS Minimale AWS TWA (ware...
  • Pagina 331 Gegevenscatego- Afbeeldingen gegevenstoepassing Omschrijving Gegevensitem TWA & TWS TWA (CH) en TWS TWA en VMG GWD en Beaufort GWD & GWS Geen Opmerking: *Regelaars en grafische weergaven zijn alleen beschikbaar in de gegevenstoepassing. Gegevensbalk- en gegevenscellagen kunnen alleen digitale items weergeven. Opmerking: **De accu-, motor-, brandstof- en tank-menu's geven 1 set gegevensitems per geconfigureerd apparaat weer (bijv.
  • Pagina 332 Geeft de brandstofmanagerpagina weer Stuurautomaat-bedienunits Hiermee wordt het dialoogvenster Stuurautomaatbedie- Deze optie is alleen beschikbaar wanneer er een ning weergegeven. Raymarine stuurautomaat is gedetecteerd op uw systeem en Stuurautomaatbediening is ingesteld op Aan. Stuurautomaatrespons Hiermee kunt u het niveau van de stuurautomaatrespons •...
  • Pagina 333 Menu 'Alarmmeldingen' Menu-item Omschrijving Opties MOB-gegevenstype Bepaalt of Positie- of Gegist bestek-gegevens worden weergegeven. • Gegist bestek Uitgaande van een situatie waarin uw schip en de MOB onderhevig • Positie (standardwaarde) zijn aan dezelfde getijde- en windeffecten geeft de instelling 'Gegist bestek' een meer nauwkeurige koers.
  • Pagina 334 Menu-item Omschrijving Opties • Dieptevislimiet — specificeert de bovenste waarde voor de • 2 ft (of vergelijkbare eenheden) tot het visalarm-dieptelimiet. maximum van het transducerbereik Dieptevislimiet • 2 ft (of vergelijkbare eenheden) tot het maximum van het transducerbereik Brandstofmanager Met de alarmopties voor de brandstofmanager kunt u de alarmmelding Laag brandstofpeil voor laag brandstofpeil aan of uit schakelen en het niveau specificeren •...
  • Pagina 335 Menu Grondreis resetten Met dit menu kunt u de gekozen grondreis-afstandsteller op nul zetten. Menu-item Omschrijving Grondreis 1 resetten Zet de afstandsteller van Grondreis 1 op nul. Grondreis 2 resetten Zet de afstandsteller van Grondreis 2 op nul. Grondreis 3 resetten Zet de afstandsteller van Grondreis 3 op nul.
  • Pagina 336 NIET compliant zijn. Het kan nodig zijn de software van deze niet-compliant producten te upgraden, om ze compliant te maken. Bezoek de Raymarine-website (www.raymarine.com) voor de meest recente software voor uw producten. Als er geen MDS-compliant software beschikbaar...
  • Pagina 337 Gegevensbronnenmenu Met dit menu kunt u de externe sensoren en apparaten selecteren die de gegevens leveren aan het display. Automatische / handmatige selectie Met een dialoogvenster kunt u de gegevensbron van uw voorkeur bekijken en selecteren. De gegevensbron kan handmatig of automatisch worden geselecteerd: •...
  • Pagina 338 Simulator-modus Aan Afstandsbediening Hiermee kunt u bepaalde bedieningsfuncties van Voor een uitleg van deze opties raadpleegt u de de Raymarine Bluetooth-afstandsbedieningen sectie Afstandsbediening van dit document. aanpassen (bijvoorbeeld RCU-3). Instellen transducers Toont een lijst van aangesloten transducers die u kunt selecteren en kalibreren.
  • Pagina 339 Verbindingenmenu Met dit menu kunt u draadloze Bluetooth- en WiFi-apparaten aansluiten op het display. Menu-item Omschrijving Opties Bluetooth Bluetooth op het display in- of uitschakelen. • Aan • Uit (standardwaarde) WiFi WiFi op het display in- of uitschakelen. • Aan •...
  • Pagina 340 Menu NMEA-instellingen Met dit menu kunt u de instellingen van NMEA-apparaten configureren. Menu-item Omschrijving Opties Bruggen van NMEA-heading Als dit is ingesteld op AAN worden de NMEA- • Aan headinggegevens gebrugd naar de SeaTalk-gegevensbus • Uit (standardwaarde) en wordt naar alle via NMEA aangesloten apparaten verstuurd.
  • Pagina 341 • Als u een Raymarine GPS-ontvanger heeft die NMEA 0183 gebruikt, of een GPS-ontvanger van een andere fabrikant, dan dient u deze afzonderlijk te correleren.
  • Pagina 342 Dit is met name handig wanneer u in het geval van een technisch probleem gedetailleerde informatie wilt versturen naar Raymarine-klantenservice. Met de optie Interfaces kunt u de statistieken en de bufferinformatie voor NMEA 0183-poorten 1 en 2 en SeaTalk bekijken.
  • Pagina 343 Diagnose-menu Als u problemen ondervindt met uw multifunctionele display of randapparatuur kunt u het Diagnose-menu gebruiken om informatie te bekijken over uw apparaat en aangesloten apparatuur. Selecteer apparaat Hiermee kunt u de lijst bekijken met apparaten die zijn • Apparaat aangesloten op het SeaTalk -netwerk.
  • Pagina 344 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 345 Hoofdstuk 28: Uw display onderhouden Inhoudsopgave • 28.1 Service en onderhoud op pagina 346 • 28.2 Reinigen op pagina 346 Uw display onderhouden...
  • Pagina 346 • Gebruik GEEN schurende of op zuren of ammonia gebaseerde Routinecontroles apparatuur producten. Raymarine adviseert nadrukkelijk een aantal routinecontroles uit • Gebruik GEEN hogedrukspuit. te voeren om te zorgen voor correcte en betrouwbare werking van uw apparatuur.
  • Pagina 347 Hoofdstuk 29: Probleemoplossing Inhoudsopgave • 29.1 Probleemoplossing op pagina 348 • 29.2 Probleemoplossing inschakelen op pagina 349 • 29.3 Probleemoplossing radar op pagina 350 • 29.4 Probleemoplossing GPS op pagina 351 • 29.5 Probleemoplossing sonar op pagina 352 • 29.6 Probleemoplossing thermische camera op pagina 353 •...
  • Pagina 348 De informatie over probleemoplossing geeft de mogelijke oorzaken en oplossingen voor algemene problemen van maritieme elektronicasystemen. Alle Raymarine-producten worden, voordat ze worden verpakt en uitgeleverd, onderworpen aan uitgebreide test- en kwaliteitsprogramma's. Wanneer u toch problemen hebt met het gebruik van uw product kan deze sectie u helpen de oorzaak vast te stellen en problemen op te lossen zodat het product weer normaal functioneert.
  • Pagina 349 29.2 Probleemoplossing inschakelen Hier worden problemen met de inschakeling en de mogelijke oorzaken beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Het systeem (of een gedeelte daarvan) Probleem met energievoorziening. Controleer de desbetreffende zekeringen en stroomonderbrekers. start niet op. Controleer of de voedingskabel niet beschadigd is en of alle aansluitingen vastzitten en vrij zijn van corrosie.
  • Pagina 350 Controleer de status van de Raymarine-netwerkschakelaar. Controleer of de SeaTalk /RayNet-kabels onbeschadigd zijn. Verschillen in software tussen Neem contact op met Technische ondersteuning van Raymarine. apparaten kan ervoor zorgen dat communicatie niet mogelijk is. De schakelaar op de scannervoetplaat Zorg ervoor dat de schakelaar op de scannervoetplaat AAN staat.
  • Pagina 351 29.4 Probleemoplossing GPS Hier worden problemen met de GPS en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Het GPS-statuspictogram “No Fix” Door de geografische locatie of Controleer regelmatig of er een fix is ontvangen wanneer de wordt weergegeven.
  • Pagina 352 Andere fout van de unit. Raadpleeg de instructies van de unit. SeaTalk / RayNet-netwerkprobleem. Controleer of de unit correct is aangesloten op een Raymarine-netwerk SeaTalk -schakelaar of crossover-koppeling (welke van toepassing is). Controleer de status van de Raymarine-netwerkschakelaar (wanneer van toepassing).
  • Pagina 353 VIS en IR. VIS-/IR-kabel niet aangesloten. Zorg ervoor dat de VIS-/IR-kabel is aangesloten tussen de camera en het Raymarine-systeem. (De kabel voor alleen IR ondersteunt schakelen tussen de modi niet). Onscherp beeld. Videokabel van slechte kwaliteit of Zorg ervoor dat de videokabel niet langer is dan nodig.
  • Pagina 354 ST70-instrument- of -motorinterface). Controleer de voeding van de SeaTalk-bus. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de betreffende apparatuur. Neem contact op met Technische ondersteuning van Raymarine. Verschillen in software tussen apparaten kunnen ervoor zorgen dat communicatie niet mogelijk is.
  • Pagina 355 29.8 Probleemoplossing video Hier worden problemen met de video-invoer en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Er verschijnt een melding met 'No Fout in de kabel of de verbinding Controleer of alle verbindingen goed vastzitten en vrij zijn van corrosie. signal' (Geen signaal) op het scherm (het beeld van de video wordt niet weergegeven)
  • Pagina 356 Zorg ervoor dat de optie “WiFi” is ingeschakeld op de iPhone (beschikbaar in het algemene menu van de telefooninstellingen). Zorg ervoor dat de Raymarine-verbinding is geselecteerd als het WiFi-netwerk. Als er een wachtwoord is gespecificeerd voor de WiFi-verbinding van het multifunctionele display, zorg er dan voor dat u hetzelfde wachtwoord invoert op de iPhone wanneer u daarom wordt gevraagd.
  • Pagina 357 29.10 Probleemoplossing Bluetooth Bepaalde aspecten van de installatie kunnen problemen veroorzaken met de gegevens die worden gedeeld tussen draadloze apparaten. Deze problemen, hun mogelijke oorzaken en oplossingen worden hier beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Geen draadloze verbinding. Er is geen Bluetooth-verbinding Zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld op het multifunctionele ingesteld tussen iPhone en het display (Home-venster: >...
  • Pagina 358 29.11 Probleemoplossing Touchscreen Hier worden problemen met het Touchscreen en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Touchscreen werkt niet zoals verwacht. Touch-vergrendeling is ingeschakeld. Gebruik de Joystick om de touch-vergrendeling op het home-venster uit te schakelen. Het scherm wordt niet bediend met de U dient met blote vingers contact te maken met het scherm, anders blote vingers, maar bijvoorbeeld met...
  • Pagina 359 29.12 Uitlijning van het Touchscreen Als het Touchscreen niet goed is uitgelijnd met uw aanraking kunt u hem opnieuw uitlijnen om de nauwkeurigheid te verbeteren. Voor het opnieuw uitlijnen hoeft u alleen een object op het scherm uit te lijnen met uw aanraking. Voor de beste resultaten kunt u dit het beste doen wanneer uw schip voor anker of aangemeerd ligt.
  • Pagina 360 • Systeem crasht of ander instabiel gedrag. Controleer of de voeding de juiste spanning en voldoende stroom levert. Verkeerde software op het systeem Ga naar www.raymarine.com en klik op support (ondersteuning) voor (upgrade nodig). de meest recente softwaredownloads. Corrupte gegevens / andere onbekende Voer een reset naar de fabrieksinstellingen uit.
  • Pagina 361 Hoofdstuk 30: Technische ondersteuning Inhoudsopgave • 30.1 Raymarine-klantenservice op pagina 362 • 30.2 Ondersteuning voor producten van andere fabrikanten op pagina 362 Technische ondersteuning...
  • Pagina 362 30.1 Raymarine-klantenservice 30.2 Ondersteuning voor producten van andere fabrikanten Raymarine biedt een uitgebreide klantenservice. U kunt contact opnemen met de klantenservice via de Raymarine-website, per U kunt contactgegevens en informatie over ondersteuning voor telefoon en per e-mail. Als u niet in staat bent een probleem producten van andere fabrikanten terugvinden op de betreffende op te lossen, kunt u één van deze faciliteiten gebruiken om...
  • Pagina 363 Hoofdstuk 31: Technische specificaties Inhoudsopgave • 31.1 a-serie op pagina 364 • 31.2 c- en e-serie op pagina 366 Technische specificaties...
  • Pagina 364 Raymarine-dealer Kijkhoek Opgenomen vermogen Volledige helderheid • a65 / a65 Wi-Fi — 8,6 W max • a67 / a67 Wi-Fi — 12,2 W max • a68 / a68 Wi-Fi — 10,6 W Max Energiezuinige modus: • a65 / a65 Wi-Fi — 3,8 W max •...
  • Pagina 365 • Navionics Hotmaps (ondersteund profiel: AVRCP 1.0) Opmerking: Specificatie interne GPS Raadpleeg de Raymarine-website (www.raymarine.nl) voor de meest recente lijst met ondersteunde kaarten. De specificatie van de interne GPS is van toepassing op de volgende multifunctionele displays: Nieuwe a-serie, Nieuwe c-serie en Nieuwe e-serie (met uitzondering van de e165).
  • Pagina 366 31.2 c- en e-serie Conformiteitsspecificatie De verklaring van conformiteit is van toepassing op alle e7 / e7D fysieke specificaties display-varianten Afmetingen • Breedte: 233 mm (9,17 in.) Conformiteit • NMEA 2000-certificering • Hoogte (ZONDER de beugel): • WiFi Alliance-certificering 145 mm (5,71 in.) •...
  • Pagina 367 Opgenomen vermogen Volledige helderheid • 3,450 kg (7,6 lb.) • c95 — 13,1 W Gewicht (unit in verpakking) e125 / c125 • c97 — 16,7 W • 4,955 kg (10,9 lb.) • e95 — 18 W e127 / c127 • e97 — 22,1 W •...
  • Pagina 368 Specificatie e95 / e97 / c95 / c97-display Opgenomen Volledige helderheid vermogen Formaat 9 in. • e165 — 59.5 W Energiezuinige modus: Type TFT met LED-achtergrondverlichting Kleurdiepte 24–bit • e165 — 10.9 W Resolutie 800 x 480 pixels (WVGA) Opmerking: Het opgenomen vermogen heeft betrekking op een belast systeem en Maximaal toegestane aantal voor modellen met sonar ook op een actieve...
  • Pagina 369 • Navionics Ready to Navigate cartografiekaarten • Navionics Silver • Navionics Gold • Navionics Gold+ • Navionics Platinum • Navionics Platinum+ • Navionics Fish'N Chip • Navionics Hotmaps Opmerking: Raadpleeg de Raymarine-website (www.raymarine.nl) voor de meest recente lijst met ondersteunde kaarten. Technische specificaties...
  • Pagina 370 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 371 32.9 SeaTalk-accessoires op pagina 376 • 32.10 Videokabels op pagina 377 • 32.11 Reserveronderdelen a65 / a67 op pagina 377 • 32.12 Reserveonderdelen e7 e7D op pagina 378 • 32.13 Reserveonderdelen e95 / e97 / c95 / c97 op pagina 378 •...
  • Pagina 372 32.1 Transducer-accessoires 32.2 DownVision-transducers en -accessoires Artikel Artikelnummer Opmerkingen De volgende DownVision -accessoires zijn beschikbaar voor P48-sonartransducer A102140 Spiegelmontage. gebruik met multifunctionele displays met DownVision P58 sonartransducer A102138 Spiegelmontage. Nummer Artikelnummer 1 m (3,28 ft) Minn A62363 Alleen voor directe CPT-100 DownVision-transducer A80270 Kota transducer-...
  • Pagina 373 -connector — gebruikt voor het HS5 RayNet- A80007 5–poorts schakelaar voor het aansluiten van SeaTalk -apparaten op netwerkswitch aansluiten van meerdere apparaten een Raymarine-netwerkschakelaar via met RayNet-connectoren op het SeaTalk kabels. netwerk. Apparaten met RJ45 SeaTalk -connectoren kunnen ook RayNet-connector — gebruikt voor het...
  • Pagina 374 10 m (32,8 ft) RayNet (F) naar – Sonarmodule. RayNet (F)-kabel – SR100 Sirius weerontvanger. 20 m (65,6 ft) RayNet (F) naar A80006 RayNet (F)-kabel – Extra compatibele Raymarine multifunctionele displays. 100 mm (3,9 in) RayNet (M) naar A80162 SeaTalk -netwerkkabels RayNet (M)-kabel RayNet haakse koppeling...
  • Pagina 375 32.7 SeaTalk -kabelcomponenten 32.8 SeaTalk kabels en accessoires SeaTalk -kabelcomponenten en hun functies. SeaTalk kabels en accessoires voor gebruik met compatibele producten. Verbinding / kabel Opmerkingen Omschrijving Artikelnr. Opmerkingen Backbone-kabel (verschillende De hoofdkabel voor de overdracht lengtes) van data. Verdelers van de SeaTalk -startersset T70134...
  • Pagina 376 32.9 SeaTalk-accessoires Omschrijving Artikelnr. Opmerkingen SeaTalk naar E22158 Hiermee kunnen SeaTalk-kabels en -accessoires voor gebruik met compatibele SeaTalk -converterset SeaTalk-apparaten worden producten. aangesloten op een Omschrijving Artikelnr. Opmerkingen SeaTalk -systeem. 3–weg SeaTalk- D244 SeaTalk inline- A80001 Zorgt voor een directe verbinding aansluitkast tussen een spurkabel en het afsluiter...
  • Pagina 377 32.10 Videokabels 32.11 Reserveronderdelen a65 / a67 De volgende videokabel is vereist voor de video in-/-uit-connector Artikel Artikelnummer Opmerkingen van e95 / e97 / e125 / e127-multifunctionele displays. Flens(-beugel) R70147 Artikelnummer Omschrijving Opmerkingen montageset Instrumentrand R70148 R70003 Video-hulpkabel voor e-modellen...
  • Pagina 378 32.12 Reserveonderdelen e7 e7D 32.13 Reserveonderdelen e95 / e97 / c95 / c97 Artikel Artikelnummer Opmerkingen Artikel Artikelnummer Opmerkingen Flens(-beugel) A62358 montageset Montagebeugelset R70001 c/e-modellen Documentatiepakket R62378 Instrumentrand R7004 Paneelset vlakke R62376 voorzijde c/e-modellen inbouwmontage Zonnekap c/e- R70005 Instrumentrand R62377 modellen voorzijde Instrumentrand...
  • Pagina 379 32.14 Reserveonderdelen e125 / e127 / 32.15 Reserveonderdelen e165 c125 / c127 Artikel Artikelnummer Opmerkingen Artikel Artikelnummer Opmerkingen e165 flensbeugelset A80176 Montagebeugelset R70002 e165 instrumentrand R70126 c/e-modellen voorzijde Instrumentrand R70006 Zonnekap e165 R70127 voorzijde c/e-modellen e165 montageset voor R70125 Zonnekap c/e- R70007 vlakke inbouw modellen...
  • Pagina 380 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 381 Annexes A NMEA 0183-regels Het display ondersteunt de volgende NMEA 0183-zinnen. Deze zijn van toepassing op NMEA 0183- en SeaTalk-protocollen. Regel Omschrijving Zenden Ontvangen Regel Alarm aankomst waypoint ● Stuurautomaat regel ‘B’ ● ● Peiling en afstand tot waypoint ● ●...
  • Pagina 382 0183-apparaten en vice versa. Een voorbeeld van NMEA-gegevensbridging is een systeem dat een GPS-ontvanger van derden bevat, dat is aangesloten op de NMEA 0183-ingang van een Raymarine-display. De GPS-gegevens verzonden door de GPS-ontvanger worden doorgestuurd naar alle daarvoor geschikte apparaten die zijn aangesloten op de NMEA 2000-bus van het display.
  • Pagina 383 Annexes C NMEA 2000-zinnen Het display ondersteunt de volgende NMEA 2000-zinnen. Deze zijn van toepassing op NMEA 2000-, SeaTalk - en SeaTalk 2-protocollen. Gebridged naar NMEA Berichtnummer Berichtomschrijving Zenden Ontvangen 0183 ● ● 59392 ISO-bevestiging ● ● 59904 ISO-verzoek ● ●...
  • Pagina 384 Gebridged naar NMEA Berichtnummer Berichtomschrijving Zenden Ontvangen 0183 ● 129793 AIS UTC- en datumrapport ● 129794 Statische en reisinformatie AIS klasse A ● 129798 AIS SAR vliegtuigpositierapport ● 129801 AIS-geadresseerde veiligheidsmelding ● 129802 Veiligheidsgerelateerde AIS-melding zenden/ontvangen ● 129808 DSC-oproepinformatie ● 129809 Statisch gegevensrapport deel A AIS klasse B "CS"...
  • Pagina 385 Annexes D Connectoren en Signaal pinverbindingen Voedings-, gegevens- en videoconnector Niet aangesloten Niet aangesloten Afscherming Niet aangesloten Opmerking: Gebruik alleen Raymarine RayNet-kabels voor D12186-1 het aansluiten van SeaTalk -apparaten. Artikel Opmerkingen SeaTalk -connector Identificatie PWR / NMEA / Video Connectortype...
  • Pagina 386 Aansluiting van systemen voor scheepsbesturing en monitoring Het multifunctionele display kan worden aangesloten op een EmpirBus NXT-systeem voor scheepsbesturing en monitoring en deze bedienen. 12 V dc D12738-1 Raymarine multifunctioneel display. EmpirBus NXT DCM (dc-module). SeaTalk naar DeviceNet- adapterkabel. EmpirBus NXT MCU (Master Control Unit).
  • Pagina 387 Het configuratiebestand laden Aan/uit-schakelaar. De schakelpaneeltoepassing is alleen beschikbaar wanneer er Draaiknop (meerdere mogelijkheden). een geldig configuratiebestand is geladen. Positieregelaar. 1. U kunt het configuratiebestand opvragen bij uw systeemleverancier. Momentschakelaar. 2. Sla het configuratiebestand op in de hoofdmap van uw Gegevensitem (wijzerplaat geheugenkaart.
  • Pagina 388 Annexes F Softwareversies Raymarine maakt regelmatig updates van de software voor multifunctionele displays om verbeteringen, ondersteuning voor meer hardware en functionaliteit in de gebruikersinterface door te voeren. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijke verbeteringen en in welke softwareversie ze zijn opgenomen.
  • Pagina 389 • Taalondersteuning voor IJslands en Bulgaars toegevoegd. V5.27 81337–5 a65 / a67 / c95 / c97 / c125 / • Toevoeging van de brandstofmanager met: berekeningen c127 / e7 / e7D / e95 / e97 / van geschatte resterende brandstof, afstand tot...
  • Pagina 390 Helderheid en Screenshot maken V3.15 81337–3 c95 / c97 / c125 / c127 / e7 / • Toegevoegde ondersteuning voor de Raymarine CP450C e7D / e95 / e97 / e125 / e127 CHIRP-sonarmodule. • Toegevoegde ondersteuning voor AIS-functies, met ondersteuning voor STEDS EAIS-integratie &...
  • Pagina 391 Van toepassing zijnde Compatibiliteit van Softwareversie producthandleiding multifunctionele displays Wijzigingen V2.10 81337–1 c95 / c97 / c125 / c127 / e7 / • De prestaties van het opbouwen van het beeld van e7D / e95 / e97 / e125 / e127 cartografie is verbeterd wanneer cartografie wordt gedeeld via het SeaTalkhs/RayNet-netwerk.
  • Pagina 392 a Series / c Series / e Series...
  • Pagina 394 www.ra ym a rin e .c o m...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

A65 wifiA67A67 wifiA68A68 wifiE70076 ... Toon alles