Menu NMEA-instellingen
Met dit menu kunt u de instellingen van NMEA-apparaten configureren.
Menu-item
Bruggen van NMEA-heading
Instellingen NMEA-uitvoer
NMEA-invoerpoort 1
NMEA-invoerpoort 2
340
Omschrijving
Als dit is ingesteld op AAN worden de NMEA-
headinggegevens gebrugd naar de SeaTalk-gegevensbus
en wordt naar alle via NMEA aangesloten apparaten
verstuurd. Als dit is ingesteld op UIT worden de
NMEA-headinggegevens NIET gebrugd naar de
SeaTalk-bus. Deze instelling kan bijvoorbeeld worden
gebruikt wanneer MARPA wordt gebruikt met een snelle
koerssensor, in welk geval deze optie dient te worden
ingesteld op UIT om ervoor te zorgen dat alle via NMEA
aangesloten units gegevens ontvangen van de externe
headingsensor.
Hiermee kunt u de afzonderlijke NMEA-"regels" die door
het multifunctionele display worden verzonden naar alle
apparaten die zijn aangesloten via de NMEA-uitvoerpoort in-
en uitschakelen.
Hiermee kunt u de juiste poortsnelheid specificeren voor
de apparatuur die is aangesloten op NMEA-invoerpoort 1.
Gebruik de optie AIS 38400 voor AIS-ontvangers.
Hiermee kunt u de juiste poortsnelheid specificeren voor
de apparatuur die is aangesloten op NMEA-invoerpoort 2.
Gebruik de optie AIS 38400 voor AIS-ontvangers.
Opties
• Aan
• Uit (standardwaarde)
• APB
• BWC
• BWR
• DBT
• DPT
• GGA
• GLL
• GSA
• GSV
• MTW
• MWV
• RMA
• RMB
• RMC
• RSD
• RTE
• TTM
• VHW
• VLW
• VTG
• WPL
• ZDA
• NMEA 4800
• AIS 38400
• NMEA 4800
• AIS 38400
a Series / c Series / e Series