Download Print deze pagina

Raymarine a65 Installatie- En Bedieningsvoorschriften pagina 116

Advertenties

2. Selecteer Scheepsinstellingen.
3. Selecteer Scheepsromptype.
4. Selecteer de optie die het meest lijkt op uw scheepstype.
De nieuwe selectie wordt toegepast.
Een type aandrijving selecteren
Het aandrijvingstype kan worden geselecteerd vanuit de
dokpierwizard en ook via het scheepsinstellingenmenu
Instellingen stuurautomaat > Instellingen stuurautomaat >
Scheepstype > Aandrijvingstype.
Doe het volgende wanneer het menu Aandrijvingstype wordt
weergegeven:
1. Selecteer uw aandrijvingstype in de lijst.
Opmerking: De beschikbare aandrijvingstypes zijn
onafhankelijk van het ACU-type. Wanneer uw aandrijving niet
in de lijst staat, neem dan contact op met uw Raymarine-dealer
voor advies.
2. Selecteer OK om uw instellingen op te slaan en de volgende
instellingenpagina weer te geven.
Opmerking: U kunt de dokpierwizard op ieder moment
annuleren door STAND-BY te selecteren.
De koers uitlijnen
De koers van de stuurautomaat kan worden uitgelijnd met
de kompas van het schip met behulp van de instelling
Kompascorrectie.
Opmerking: Om deze procedure uit te voeren dient u een via
het netwerk aangesloten apparaat te hebben, bijvoorbeeld
een instrument, stuurautomaatbediening of multifunctioneel
display, om de huidige stuurautomaatkoers op het scherm
weer te geven.
Verschillende factoren kunnen verschillen veroorzaken tussen
de koers en de grondkoers (course over ground, COG), u
dient de koers zo uit te lijnen, dat het overeenkomst met het
stuurkompas van het schip (of een bekende transitpeiling).
1
1. Stuur uw schip in een bekende koers en controleer het
stuurkompas.
2. Controleer de stuurautomaatkoers op uw multifunctionele
display.
3. Selecteer Instellingen stuurautomaat in de pagina
Instellingen stuurautomaat.
4. Selecteer Scheepsinstellingen.
5. Selecteer Kompascorrectie.
6. Pas de Kompascorrectie zo aan, dat de stuurautomaatkoers
overeenkomt met de koers van het stuurkompas.
Bijv. als de koers van het stuurkompas 155° en de koers van
de stuurautomaat 150°, betekent een kompascorrectie van
5° dat de koersen van het stuurkompas en de stuurautomaat
zijn uitgelijnd.
De kompascorrectie wordt zo nodig automatisch gewijzigd
wanneer de procedure Kompas uitlijnen met GPS wordt
uitgevoerd.
116
o
150
2
o
155
D12928-1
Aandrijvingsinstellingen
De aandrijvingsinstellingen zijn ontwikkeld voor optimale
prestaties van de aandrijving.
Het is belangrijk dat u de aandrijvingsinstellingen controleert en
zo nodig aanpast aan de hand van uw aandrijving.
De aandrijvingsinstellingen bevatten de volgende instellingen:
• *Roerdemping.
• AutoTurn.
• Stuurbekrachtiging.
• Omkeren roerstandindicator.
• Roercorrectie.
• Roerlimiet.
• Hard over-tijd.
Opmerking: *De instelling voor roerdemping dient niet te
worden aangepast voordat u advies hebt ingewonnen bij de
technische ondersteuning van Raymarine.
De AutoTurn-hoek instellen
U kunt de hoek waarmee het scheep draait tijdens het uitvoeren
van een AutoTurn specificeren met behulp van een aangesloten
stuurautomaatbediening.
Doe het volgende in de pagina Instellingen stuurautomaat:
1. Selecteer Instellingen stuurautomaat.
2. Selecteer Aandrijvingsinstellingen.
3. Selecteer AutoTurn.
4. Stel de AutoTurn-instelling in op de gewenste waarde.
5. Selecteer Terug of OK om de instelling te bevestigen.
Stuurbekrachtiging
Als er op uw stuurautomaat een joystick of een
p70R-stuurautomaatbediening is aangesloten, kunt u de
gebruiksmodus daarvan selecteren. Voor meer informatie kunt u
de documentatie raadplegen die is meegeleverd met uw joystick
of uw p70R.
De gebruiksmodi zijn de volgende:
• Uit — joystickbediening is uitgeschakeld.
• Proportioneel — de proportionele modus past het roer toe in
verhouding met de joystickbeweging — hoe meer de joystick
wordt verplaatst, hoe meer roer er wordt toegepast.
• Bang-Bang — De bang-bang-modus past continu roer toe
in de richting van de joystickbeweging, om de controle te
verbeteren verandert de snelheid van de roerbeweging met
de hoek van de joystick. Voor maximale snelheid duwt u de
joystick helemaal tot het einde. Als u de joystick terugbrengt
naar de middenpositie, blijft het roer in de huidige positie.
De roerstandfase omkeren
Op schepen die zijn uitgerust met een roerstandtransducer kunt
u, wanneer de roerbalk in de verkeerde richting beweegt, dit
corrigeren door de fase van de roerstand om te keren.
Opmerking: Deze procedure is niet nodig voor schepen
zonder een roerstandtransducer.
Doe het volgende in de pagina Instellingen stuurautomaat:
1. Selecteer Instellingen stuurautomaat.
2. Selecteer Aandrijvingsinstellingen.
3. Selecteer Omkeren roerstandindicatoe.
Wanneer u Omkeren roerstandindicator selecteert, wordt
heen en weer geschakeld tussen Aan en Uit.
De roercorrectie instellen
Op schepen die zijn uitgerust met een roerstandtransducer kunt
u wanneer nodig een correctie instellen voor middenpositie van
het roer.
Opmerking: Deze procedure is niet nodig voor schepen
zonder een roerstandtransducer.
a Series / c Series / e Series

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

A65 wifiA67A67 wifiA68A68 wifiE70076 ... Toon alles