De stuurautomaat inschakelen.
De stuurautomaat inschakelen met de
stuurautomaatknop
Op multifunctionele displays met een speciale
stuurautomaatknop, of wanneer u een toetsenbord op
afstand gebruikt, kunt u de stuurautomaat inschakelen met
behulp van de stuurautomaatknop.
Doe het volgende wanneer de stuurautomaat is uitgeschakeld:
1. Druk op de Stuurautomaat-knop.
Het dialoogvenster Stuurautomaatbediening wordt
weergegeven.
2. Selecteer Automatisch.
De stuurautomaat is ingeschakeld en houdt de huidige koers
aan.
Opmerking: U kunt de stuurautomaat ook automatisch
inschakelen door de Stuurautomaat-knop ingedrukt te
houden.
De stuurautomaat inschakelen vanuit het menu van de
kaarttoepassing
U kunt de stuurautomaat in Track-modus inschakelen met
behulp van het toepassingsmenu.
Doe het volgende in de kaarttoepassing:
1. Selecteer Menu > Navigatie > Ga naar cursor, Ga naar
waypoint, of Volg route.
Het dialoogvenster Stuurautomaatbediening wordt
weergegeven.
2. Selecteer Ja (Track).
De stuurautomaat inschakelen met behulp van het
contextmenu
U kunt de stuurautomaat in Track-modus inschakelen met
behulp van het contextmenu.
Doe het volgende in het contextmenu van de kaarttoepassing:
1. Selecteer één van de volgende opties in het
Kaartcontextmenu:
• Ga naar Waypoint
• Ga naar Cursor
• Route volgen
• Volgen vanaf hier
• Volg route in tegengestelde richting
Het dialoogvenster Stuurautomaatbediening wordt
weergegeven.
2. Selecteer Ja (Track).
Handmatig het dialoogvenster van de
stuurautomaatbediening weergeven
U kunt het dialoogvenster van de stuurautomaatbediening altijd
openen vanuit het Home-venster of de kaarttoepassing.
1. Doe het volgende vanuit het Home-venster:
i. Selecteer Instellingen.
ii. Selecteer Besturingen stuurautomaat.
2. Doe het volgende in de kaarttoepassing:
i. Selecteer Menu.
ii. Selecteer Navigatie.
iii. Selecteer Besturingen stuurautomaat.
114
10.2 Stuurautomaabalk
De stuurautomaatbalk geeft informatie over de status
van de stuurautomaat. Voor displays met touchscreen
kunt u de stuurautomaat uitschakelen met behulp van de
stuurautomaatbalk.
Stuurautomaatbalk — Track-modus
Stuurautomaatbalk — Auto-modus
De stuurautomaatbalk wordt weergegeven wanneer de
stuurautomaatbediening is ingeschakeld, de stuurautomaatbalk
is ingeschakeld en de stuurautomaat is ingeschakeld.
Wanneer de stuurautomaat is uitgeschakeld, wordt de
stuurautomaatbalk verborgen.
Op een systeem met meerdere displays kan de
stuurautomaatbalk worden uitgeschakeld of ingeschakeld op
ieder display.
De stuurautomaatbalk inschakelen
Wanneer aangesloten op een SeaTalk of SeaTalk
SPX-stuurautomaat, kan de stuurautomaatbalk worden
ingeschakeld door de onderstaande stappen te volgen.
Doe het volgende in het Home-venster, terwijl de
stuurautomaatregelaars zijn ingeschakeld:
1. Selecteer Aanpassen.
2. Selecteer Display-voorkeuren.
3. Selecteer Stuurautomaatbedieningsbalk zodat
Weergegeven is gemarkeerd.
Wanneer u Stuurautomaatbedieningsbalk selecteert, wordt
de stuurautomaatbalk heen en weer geschakeld tussen
Weergegeven en Verborgen.
4. De stuurautomaat inschakelen.
De stuurautomaatbalk wordt nu weergegeven aan de onderkant
van het scherm van alle toepassing terwijl de stuurautomaat is
ingeschakeld.
Opmerking: Wanneer aangesloten op een Evolution-
stuurautomaat, wordt de stuurautomaatbalk ingeschakeld
vanuit de pagina voor Instellingen stuurautomaat.
ng
a Series / c Series / e Series