• De snelheid van het schip is meer dan 15 knopen.
• De draaisnelheid is te laag.
• Er is sprake van significante externe magnetische interferentie.
Kompasvergrendeling
Wanneer u tevreden bent met de nauwkeurigheid van het
kompas, kunt u de instelling vergrendelen om te voorkomen dat
het stuurautomaatsysteem in te toekomst verdere automatische
linearisaties uitvoert.
Deze functie is in het bijzonder nuttig voor schepen in
omgevingen waar ze regelmatig worden blootgesteld aan
sterke magnetische storingen (zoals bijvoorbeeld offshore
windmolenparken of zeer drukke rivieren). In dergelijke situaties
kan het wenselijk zijn de kompasvergrendeling te gebruiken om
het continue linearisatieproces van het kompas te vergrendelen,
omdat de magnetische interferentie na verloop van tijd tot
koersfouten kan leiden.
Opmerking: De kompasvergrendeling kan op ieder moment
worden opgeheven, om het continue linearisatieproces van
het kompas te herstarten. Dit is met name handig bij het
plannen van een lange reis. Het magnetische veld van de
aarde kan op verschillende geografische plaatsen aanzienlijk
afwijken en het kompas kan continu compenseren voor deze
afwijkingen, wat ervoor zorgt dat de koersgegevens tijdens de
hele reis nauwkeurig blijven.
Kompas uitlijnen met GPS
U kunt het stuurautomaatkompas uitlijnen met uw COG-koers.
Het kompas dient te worden uitgelijnd wanneer u dwars op de
getijdenstroom vaart of bij getijdenkentering.
Doe het volgende in de pagina Instellingen stuurautomaat:
1. Selecteer Instellingen stuurautomaat.
2. Selecteer Inbedrijfstelling.
3. Selecteer Kompas uitlijnen met GPS.
4. Stuur uw schip op een continue koers en selecteer Start.
5. Zorg voor voldoende snelheid, als u te langzaam vaart wordt
het bericht 'Ga sneller' weergegeven.
6. Als de uitlijning met succes is uitgevoerd, selecteert u OK
om de procedure te voltooien.
Wanneer nodig corrigeert deze procedure automatisch de
kompascorrectiewaarde die u kunt openen vanuit het menu
Scheepsinstellingen.
Opmerking: Als de uitlijning niet slaagt betekent dit dat de
afwijking tussen uw COG-koers en de stuurautomaatsensor
meer dan 10° is, in dat geval moet de positie van de
stuurautomaatsensor worden gecontroleerd.
120
10.5 Statussymbolen voor
stuurautomaat
De status van de stuurautomaat wordt aangegeven in de
databalk.
Symbool
Omschrijving
Stuurautomaat staat in Standby-modus.
Stuurautomaat staat in Track-modus.
Stuurautomaat staat in Auto-modus.
Geen stuurautomaat gedetecteerd.
Alarm stuurautomaat actief.
Ontwijkingsmodus actief.
Vismodus actief.
Kalibratie stuurautomaat.
Stuurbekrachtiging actief.
Windvaanmodus actief.
a Series / c Series / e Series