U kunt de track-gegevens ook bewerken door Track bewerken
te selecteren in het track-contextmenu.
De kleur van de track wijzigen
U kunt de kleur van een opgeslagen track wijzigen.
Doe het volgende wanneer de tracklijst wordt weergegeven.
1. Selecteer de track die u wilt bewerken.
De pagina met trackopties wordt weergegeven.
2. Selecteer Kleur bewerken.
Er wordt een lijst met kleuren weergegeven.
3. Selecteer de kleur die u wilt gebruiken.
U kunt de track-gegevens ook bewerken door Track bewerken
te selecteren in het track-contextmenu.
Tracks wissen
Een track wissen
Doe het volgende in het menu Mijn gegevens:
1. Selecteer Tracks.
De tracklijst wordt weergegeven.
2. Selecteer de track die u wilt wissen.
3. Selecteer Track wissen.
Het pop-up-bericht Track wissen wordt weergegeven.
4. Selecteer Ja om te bevestigen of Nee om de actie te
annuleren.
Alle tracks wissen
Doe het volgende vanuit het Home-venster:
1. Selecteer Mijn gegevens.
2. Selecteer Importeren/Exporteren.
3. Selecteer Wissen van systeem.
4. Selecteer Tracks wissen van systeem.
De Tracks-lijst wordt weergegeven.
5. Selecteer Alles wissen.
Er wordt een dialoogvenster weergegeven om het
verwijderen te bevestigen.
6. Selecteer Ja om te bevestigen of Nee om de actie te
annuleren.
Trackcontextmenu
Wanneer u een track in de kaarttoepassing selecteert wordt een
contextmenu weergegeven, waarbij de tracklengte, het aantal
punten en menu-items worden weergegeven.
Het contextmenu bevat de volgende menu-items:
• Stop "Ga naar" (alleen beschikbaar tijdens actieve navigatie.)
• Track wissen
• Track verbergen
• Creëer route van
• Hernoemen
• Kleuren bewerken
• Object overnemen (alleen beschikbaar als de Radar-laag
is ingeschakeld.)
Tijdens het maken van een track veranderen de opties van het
contextmenu naar:
160
• Stop "Ga naar" (alleen beschikbaar tijdens actieve navigatie.)
• Stop track
• Route wissen — uitgeschakeld
• Creëer route van
• Hernoemen
• Kleuren bewerken
• Object overnemen (alleen beschikbaar als de Radar-laag
is ingeschakeld.)
Het contextmenu openen
U kunt het contextmenu openen door de onderstaande stappen
te volgen.
1. Displays zonder touchscreen en HybridTouch-displays:
i. Selecteer een locatie of object op het scherm en druk
op de OK-knop.
2. HybridTouch-displays en displays met alleen touchscreen:
i. Een object op het scherm selecteren.
ii. Een locatie op het scherm selecteren en vasthouden.
a Series / c Series / e Series