27.6 Overzicht gegevensbalk en
gegevenskader
U kunt de gegevens die op de gegevensbalk en in de
gegevenskaders op het scherm worden weergegeven
aanpassen.
Gegevens die u kunt aanpassen worden weergegeven
in de gegevensbalk, de uitgebreide gegevensbalk (alleen
HybridTouch-displays) of gegevenskaders. De gegevensbalk,
uitgebreide gegevensbalk en gegevenskaders zijn beschikbaar
in alle toepassingen.
De gebieden op het scherm worden hieronder getoond en
omschreven:
1
4
1. Gegevensbalk — wordt weergegeven bovenaan het
scherm in alle toepassingen. De gegevensbalk bevat cellen
die kunnen worden aangepast. Deze kunnen gegevens
bevatten uit een groot aantal categorieën. De gegevensbalk
kan ook worden verborgen, voor meer ruimte op het scherm.
2. Uitgebreide gegevensbalk — (alleen displays met
touchscreen) wordt weergegeven wanneer u de
gegevensbalk aanraakt. De uitgebreide gegevensbalk kan
worden weergegeven. De uitgebreide gegevensbalk wordt
weergegeven totdat het scherm opnieuw wordt aangeraakt.
3. Statuspictogrammen - u kunt de statuspictogrammen
weergeven onder de uitgebreide gegevensbalk. Dit geeft
statusinformatie voor de extern aangesloten apparatuur:
4. Statusbalk — wordt permanent weergegeven in alle
toepassingen. De statusbalk bevat informatie over de op dat
moment geselecteerde instellingen van de op het scherm
weergegeven toepassing.
5. Gegevenskaders — er kunnen maximaal 2 gegevenskaders
worden weergegeven. Ieder kader kan één gegevensitem
weergeven uit de beschikbare gegevenscategorieën.
Gegevens worden permanent op het scherm weergegeven.
De gegevensbalk kan ook worden ingesteld op Automatisch
verbergen, zodat alleen de Statusbalk op het scherm zichtbaar
is.
De gegevensbalk automatisch verbergen
Op multifunctionele displays met een touchscreen, kan de
gegevensbalk die wordt weergegeven boven alle toepassingen
automatisch worden verborgen. Hierdoor wordt het scherm voor
de toepassingspagina's groter.
1
Doe het volgende vanuit het Home-venster:
1. Selecteer Aanpassen.
324
2. Selecteer Set-up gegevensbalk.
3. Selecteer Automatisch verbergen zodat Aan is
geselecteerd.
Bij het bekijken van de toepassingspagina's, wordt de
gegevensbalk automatisch verborgen na 10 seconden. U kunt
de gegevensbalk weer zien door de statusbalk met uw vinger
aan te raken.
Gegevenskaders in de Kaart-toepassing
aanpassen
Om gegevenskaders in- en uit te schakelen en gegevens
te selecteren die moeten worden weergegeven volgt u de
onderstaande stappen.
Doe het volgende in het menu van de Kaart-toepassing:
1. Selecteer Presentatie.
2. Selecteer Laag.
3. Selecteer Gegevenskaders.
4. Selecteer Gegevenskader 1 > Aan.
5. Selecteer Gegevenskader 2 > Aan.
6. Kies de Selecteer gegevens-optie voor het betreffende
gegevenskader.
7. Selecteer de categorie met het type gegevens dat u in het
gegevenskader wilt weergeven. Voorbeeld: dieptegegevens.
8. Selecteer een gegevensitem.
De gegevens die u hebt geselecteerd worden op het scherm
weergegeven in het bijbehorende gegevenskader.
D12296-3
Gegevenskaders aanpassen
Doe het volgende in de Radar-, Fishfinder- of Weer-toepassing:
1. Selecteer Menu.
2. Selecteer Presentatie.
3. Selecteer Gegevenskaders.
4. Selecteer Gegevenskader 1 > AAN.
5. Selecteer Gegevenskader 2 > AAN.
6. Kies het menu-item Selecteer gegevenskader 1 of
Selecteer gegevenskader 2.
7. Selecteer de categorie met het type gegevens dat u in het
gegevenskader wilt weergeven. Voorbeeld: dieptegegevens.
8. Selecteer een gegevensitem.
De gegevens die u hebt geselecteerd worden op het scherm
weergegeven in het bijbehorende gegevenskader.
De gegevensbalk aanpassen
Doe het volgende vanuit het Home-venster:
1. Selecteer Aanpassen.
2. Selecteer Instellingen gegevensbalk.
3. Selecteer Gegevensbalk bewerken.
4. Selecteer de cel in de gegevensbalk die u wilt wijzigen.
Het menu "Selecteer gegevenscategorie" wordt
weergegeven.
5. Selecteer de categorie met het type gegevens dat u in de cel
wilt weergeven. Voorbeeld: dieptegegevens.
6. Selecteer een gegevensitem.
De gegevens die u hebt geselecteerd worden op het scherm
weergegeven in de bijbehorende cel.
2
7. Selecteer Home of Terug wanneer u klaar bent.
Statuspictogrammen weergegeven in de gegevensbalk
Op multifunctionele displays met touchscreen kunt u
statuspictogrammen weergeven in de gegevensbalk.
Doe het volgende vanuit het Home-venster:
1. Selecteer Aanpassen.
2. Selecteer Instellingen gegevensbalk.
D13003-1
3. Selecteer Statuspictogram balk zodat Aan is gemarkeerd.
De statuspictogrammen worden nu weergegeven onder de
uitgevouwen gegevensbalk.
a Series / c Series / e Series