Menu Externe apparaten
Met dit menu kunt u de externe apparaten die op het display zijn aangesloten configureren.
Menu-item
Instellingen stuurautomaat
Instellingen Fishfinder
Instellingen radar
Instellen AIS-unit
Afstandsbediening
Instellen transducers
Weerinstellingen
Instellen schakelpaneel
Extern toetsenbord
Motoren instellen
338
Omschrijving
Wanneer aangesloten op een Evolution-
stuurautomaat kunt u met deze optie de
stuurautomaatbediening en de stuurautomaatbalk
in- en uitschakelen. U kunt ook bepaalde
instellingen en modi voor de stuurautomaat
openen.
Hiermee kunt u een externe transducer selecteren
en de opties van de unit configureren, bijvoorbeeld
de dieptecorrectie. U kunt ook de opties van een
interne of externe sonarmodule configureren.
Hiermee kunt u aanpassingen doorvoeren voor
de radarscanner, zoals de afstemming aanpassen
en de uitzendtijd.
Hiermee kunt u extra functies van AIS-units
configureren, zoals stille modus. Dit menu-item
is alleen beschikbaar wanneer een AIS-unit is
gedetecteerd of wanneer de Simulator-modus Aan
is.
Hiermee kunt u bepaalde bedieningsfuncties van
de Raymarine Bluetooth-afstandsbedieningen
aanpassen (bijvoorbeeld RCU-3).
Toont een lijst van aangesloten transducers die u
kunt selecteren en kalibreren.
Hiermee kunt u de bus selecteren waarop uw
weerontvanger is aangesloten:
• SeaTalk
hs
• SeaTalk
ng
Hiermee kunt u configuratiebestanden voor
het schakelpaneel installeren of de installatie
ongedaan maken.
Hiermee kunt u toetsenborden op afstand
koppelen of ontkoppelen.
Hiermee kunt u de motoridentificatiewizard
uitvoeren
Opmerkingen
Voor een uitleg van deze opties raadpleegt u de
opties van het Transducer-instellingenmenu in de
Fishfinder-sectie van dit document.
Voor een uitleg van deze opties raadpleegt u
de opties van het radarinstellingenmenu in de
Radar-sectie van dit document.
Voor een uitleg van deze opties raadpleegt u de
opties van het AIS-menu in de AIS-sectie van dit
document.
Voor een uitleg van deze opties raadpleegt u de
sectie Afstandsbediening van dit document.
Voor een uitleg van deze opties raadpleegt u de
sectie Motoridentificatiewizard van dit document.
a Series / c Series / e Series