Opmerking: Wanneer de headinggegevens niet meer
beschikbaar zijn wanneer u in deze modus bent, wordt een
waarschuwingsbericht weergegeven, de statusbalk geeft
Noord boven aan tussen haakjes en de radar gebruikt 0°
heading in relatieve beweging. Wanneer de headinggegevens
nogmaals niet meer beschikbaar zijn, wordt de modus Noord
boven teruggezet.
Opmerking: Het is niet mogelijk de modus "Boeg boven" te
selecteren als de bewegingsmodus is ingestelde op Ware
noorden.
Koers boven
1
Artikel
1
2
Als u een nieuwe koers selecteert wordt het beeld gereset en
geeft de nieuwe koers boven weer.
De referentie die wordt gebruikt voor "Koers boven" hangt af
van de informatie die op een bepaald moment beschikbaar is.
Het systeem bepaalt de prioriteit van deze informatie in de
onderstaande volgorde:
1. Peiling van startpunt naar bestemming, d.w.z. geplande
koers.
2. Vastgezette heading van een stuurautomaat.
3. Heading naar waypoint.
4. Huidige heading (wanneer Koers boven is geselecteerd).
Opmerking: Wanneer de headinggegevens niet meer
beschikbaar zijn wanneer u in deze modus bent, wordt een
waarschuwingsbericht weergegeven, de statusbalk geeft
Koers boven aan tussen haakjes en de radar gebruikt 0°
heading in relatieve beweging. Wanneer de headinggegevens
nogmaals niet meer beschikbaar zijn, wordt de modus Koers
boven teruggezet.
De radarrichtingsmodus selecteren
Doe het volgende in de radartoepassing:
1. Selecteer Menu.
2. Selecteer Presentatie.
3. Selecteer Richting- & bewegingsmodus.
4. Selecteer Richting.
5. Selecteer de gewenste richting.
Overzicht radarbewegingsmodi
De bewegingsmodus regelt de verhouding tussen de radar en
uw schip. Er zijn twee modi:
• Relatieve beweging.
• Werkelijke beweging.
De geselecteerde bewegingsmodus wordt weergegeven in
de statusbalk. De standaard instelling is Relatieve beweging
zonder correctie.
Radartoepassing
2
D12210-1
Omschrijving
Huidige koers boven.
Wanneer de heading van uw schip
verandert:
• Wordt het radarbeeld vastgezet
• Roteert de SHM overeenkomstig
Relatieve beweging (Relative Motion, RM) met optionele
scheepscorrectie
Wanneer deze modus is ingesteld op Relatief, dan wordt de
positie van uw schip vastgezet op het scherm en alle objecten
bewegen ten opzichte van het schip. U kunt specificeren of het
schip moet worden vastgezet in het midden van het venster of
met een gedeeltelijke of volledige correctie om het zicht naar
voren te vergroten, zoals hieronder getoond:
Voorbeelden:
D12211-1
Middencorrectie
Gedeeltelijke correctie
De standaard bewegingsmodus is "Relatief", met
middencorrectie.
Werkelijke beweging (True Motion, TM)
Wanneer de bewegingsmodus is ingesteld op Werkelijk,
behouden vaste radarobjecten een constante positie en
bewegende schepen (waaronder uw schip) verplaatsen zich in
werkelijk perspectief ten opzichte van elkaar en ten opzichte
van de vaste landmassa's op het scherm. Als de positie van
het schip de rand van het scherm nadert, wordt het radarbeeld
automatisch gereset en toont het gebied vóór het schip.
Opmerking: Wanneer de heading- en positiegegevens
niet beschikbaar worden wanneer Werkelijke beweging is
geselecteerd, wordt een waarschuwingsbericht weergegeven,
de modus wordt omgezet naar relatieve beweging en wordt
dit tussen haakjes gemeld in de statusbalk, bijvoorbeeld (TM).
Opmerking: Het is niet mogelijk Werkelijke beweging te
selecteren als de richting is ingesteld op Boeg boven.
De radarbewegingsmodus selecteren
Doe het volgende in de radartoepassing:
1. Selecteer Menu.
2. Selecteer Presentatie.
3. Selecteer Richting- & bewegingsmodus.
4. Selecteer Bewegingsmodus.
Wanneer u Bewegingsmodus selecteert wordt geschakeld
tussen Waar en Relatief.
De radar-/scheepscorrectie wijzigen
Radarcorrectie is alleen beschikbaar in de Relatieve
bewegingsmodus.
Doe het volgende in de Radar-toepassing:
1. Selecteer Menu.
2. Selecteer Presentatie.
3. Selecteer Richting- & bewegingsmodus.
4. Selecteer Scheepscorrectie.
5. Selecteer de gewenste correctiewaarde.
D12212-1
D12213-1
Volledige correctie
227