Relatieve beweging
Wanneer het display is ingesteld op relatieve bewegingsmodus,
wordt geen verlenging van de vector van uw schip
weergegeven. De CPA-lijn begint op uw eigen schip, waarbij de
vectorverlenging van het object relatief wordt weergegeven, niet
werkelijk. De tekst naast het object geeft zijn koers en snelheid
aan.
MARPA-objectgegevens weergeven
1. Selecteer het object.
Het MARPA-contextmenu wordt weergegeven met de
volgende gegevens:
• Kleinste naderingsafstand (Closest Point of Approach,
CPA).
• Tijd tot kleinste naderingsafstand (Time to Closest Point
of Approach, TCPA).
• COG (wanneer beschikbaar).
• SOG (wanneer beschikbaar).
2. Om de CPA-grafiek weer te geven selecteert u CPA-grafiek
in het contextmenu:
i. Selecteer Automatisch om de CPA-grafiek weer te
geven wanneer het object wordt geselecteerd.
ii. Selecteer Aan om de CPA-grafiek weer te geven wanneer
het object wordt gevolgd.
iii. Selecteer Uit om de CPA-grafiek te verbergen.
3. Om de koers- en peilinginformatie weer te geven naast het
object selecteert u MARPA-gegevens zodat Weergeven is
gemarkeerd.
i. Door MARPA-gegevens te selecteren wordt geschakeld
tussen Weergeven en Verbergen.
Volledige informatie over MARPA-objecten bekijken
Doe het volgende in de Radar-toepassing:
1. Selecteer Menu.
2. Selecteer Objecten.
3. Selecteer Objectlijsten bekijken.
4. Selecteer MARPA-lijst bekijken.
5. Selecteer het betreffende object.
6. Selecteer Volledige objectgegevens bekijken.
224
18.6 Afstanden, bereik en peiling
Wanneer u de Radar-toepassing gebruikt, kunt u afstanden,
bereiken en peilingen op verschillende manieren meten.
Deze opties staan in de onderstaande tabel aangegeven:
Afstand
Functies
tussen punten
Bereikringen
Ja (geschatte
afstand)
Nee
Cursor
Variabele be-
Nee
reikmarkerin-
gen/elektroni-
sche peilingslij-
nen (Variable
Range Mar-
kers/Electronic
Bearing Lines,
VRM/EBL)
Zwevende
Ja
VRM/EBL
Meten met behulp van bereikringen
Gebruik de bereikringen om de afstand te schatten tussen twee
punten. Bereikringen zijn concentrische cirkels die worden
weergegeven op het scherm en die zijn gecentreerd rond uw
schip op ingestelde afstanden. Het aantal en de afstand tussen
de ringen verandert wanneer u in- en uitzoomt.
Voorbeelden:
D12214-1
Bereik — 1/4 nm
Bereik — 3/4 nm
Bereikringen — 760
Bereikringen — 1/4 nm
voet uit elkaar
uit elkaar
Meten met behulp van de cursor
Om de peiling en de afstand vanaf uw schip naar een bepaald
object te meten, beweegt u de cursor naar de betreffende positie
op het scherm en druk u op OK. Het radar-contextmenu wordt
weergegeven en biedt de volgende opties:
• Breedtegraad
• Lengtegraad
• Afstand
• Peiling
1
2
Artikel
1.
2.
U kunt ook de cursorpositie in de gegevensbalk weergeven.
Selecteer op het Home-venster: Aanpassen > Set-up
gegevensbalk > Gegevensbalk bewerken, selecteer daarna
het gegevenskader waarin u de cursorpositie wilt weergeven.
Selecteer Navigatie > Cursorpositie.
Bereik vanaf
uw schip
Peilingen
Ja (geschat
Nee
bereik)
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
D12215-1
Bereik — 1 1/2 nm
Bereikringen — 1/4 nm
uit elkaar
D12217-2
Omschrijving
Cursor
Peiling en afstand vanaf uw schip
naar de cursorpositie
a Series / c Series / e Series
D12216-1