Download Print deze pagina

Raymarine a65 Installatie- En Bedieningsvoorschriften pagina 176

Advertenties

16.11 Lagen
De kaart heeft een aantal lagen met verschillende soorten
weergaven en informatie. Voor de lagen zijn elektronische
kaarten nodig met de juiste functie-ondersteuning. Ook extra
hardware en service-abonnementen kunnen noodzakelijk zijn.
U kunt de volgende gegevens als laag op een 2D-kaart leggen
voor diepgaande informatie. De beschikbare lagen zijn:
• * AIS — AIS-objecten weergeven en volgen. De laag is niet
beschikbaar in 3D-weergave.
• Radar — radarlaag over de kaart. De laag is niet beschikbaar
in 3D-weergave.
• **Luchtfoto — een fotolaag vanuit de lucht/satelliet.
• ** Luchtfotolaag: — bepaalt het dekkingsgebied van de
luchtfotolaag.
• * NOWRad — laat de NOWRad-weerradarlaag zien. De laag
is niet beschikbaar in 3D-weergave.
• Gegevenskaders — bepaalt of gegevenskaders worden
weergegeven op het scherm en welke gegevens worden
weergegeven.
• Kaartraster - bepaalt of rasterlijnen voor de lengte- en
breedtegraden worden weergegeven op de kaart.
• ** 2D-kleurschakering — bepaalt of terreinkleurschakering
wordt weergegeven in 2D-weergave.
• ** Community-bewerkingen — bepaalt of de community-laag
is ingeschakeld of uitgeschakeld.
• ** Kaarttekst — bepaalt of kaarttekst wordt weergegeven
(plaatsnamen etc.).
• Kaartgrenzen — bepaalt of de lijn die de kaartgrens aangeeft
wordt weergegeven.
• Bereikringen— bereikringen weergeven in de
Kaart-toepassing. De laag is niet beschikbaar in
3D-weergave.
• Ring veilige zone — bekijk de ring veilige zone. De laag is
niet beschikbaar in 3D-weergave.
• Brandstofbereikring — bekijk de brandstofbereikring. De
laag is niet beschikbaar in 3D-weergave.
• Scheepsomvang — bepaalt de omvang van het
scheepspictogram op het scherm.
• Waypoint-naam — bepaalt of de waypoint-namen worden
weergegeven naast de waypoints.
• Routebreedte — bepaalt de breedte van de routelijnen op
het scherm.
• Track-breedte — bepaalt de breedte van track-lijnen op het
scherm.
Opmerking:
* Aanvullende hardware vereist.
** Wanneer ondersteund door uw type cartografiemodule.
AIS inschakelen in de Kaart-toepassing
Om de AIS-laag in de Kaart-toepassing in te schakelen volgt
u de onderstaande stappen.
Om de AIS-laag in te schakelen dient uw systeem over een
AIS-ontvanger of -zendontvanger te beschikken. De AIS-laag is
niet beschikbaar in 3D-weergave.
Doe het volgende in het menu van de Kaart-toepassing:
1. Selecteer Presentatie.
2. Selecteer Lagen.
3. Select AIS: zodat Aan is geselecteerd.
Wanneer u AIS selecteert wordt AIS heen en weer
geschakeld tussen Aan en Uit.
Voor AIS-informatie raadpleegt u
176
Hoofdstuk 14
AIS-functie.
Radarlaag
U kunt Radar- en MARPA-functies als laag gebruiken in de
Kaart-toepassing om objecten te kunnen volgen of om u te
helpen onderscheid te maken tussen vaste objecten en ander
maritiem verkeer.
U kunt de functionaliteit van uw kaart uitbreiden door de
volgende radarfuncties te combineren:
• MARPA.
• Radarlaag (om onderscheid te maken tussen vaste en
bewegende objecten).
Opmerking: Om de radarlaag te gebruiken dient u een
externe bron te gebruiken voor magnetische koersbepaling
(bijv. fluxgate-kompas), u kunt geen COG-gegevens
gebruiken voor de radarlaag.
MARPA-objecten weergeven op de kaart
De functie "Mini Automatic Radar Plotting Aid" (MARPA) wordt
gebruikt voor object-tracking en risico-analyse. Wanneer
MARPA-objecten worden gevolgd, dan worden ze weergegeven
in de Kaart-toepassing, onafhankelijk van het feit of de
Radar-laag is ingeschakeld. Bijbehorende MARPA-functies
kunnen worden geopend met behulp van het kaartmenu.
De radarlaag gebruiken om onderscheid te maken tussen
vaste en bewegende objecten
U kunt de radarbeeldlaag over uw kaartbeeld leggen om
beter onderscheid te kunnen maken tussen vaste objecten en
ander maritiem verkeer. Voor de beste resultaten schakelt u
de radar-kaart synchronisatie in om ervoor te zorgen dat het
radarbereik en de kaartschaal zijn gesynchroniseerd.
De radarlaag inschakelen
Doe het volgende wanneer de radar aan staat en uitzendt en de
kaarttoepassing in 2D-weergave staat:
1. Selecteer Menu.
2. Selecteer Presentatie.
3. Selecteer Lagen.
4. Selecteer Radar.
De transparantieschuifregelaar voor radarlaagtransparantie
wordt weergegeven met het huidige transparantiepercentage.
5. Pas de schuifregelaar aan naar de gewenste transparantie,
of
6. Selecteer Uit om de radarlaag uit te schakelen.
Het openen van radarbesturingen op de kaart
Doe het volgende in de kaarttoepassing:
1. Selecteer Menu.
2. Selecteer Radaropties of Radar- & AIS-opties.
Opmerking: Alle wijzigingen in de radaropties die in de
kaarttoepassingen worden aangebracht worden doorgevoerd
naar de radartoepassing.
Synchronisatie van kaartschaal en radarbereik
U kunt in alle radarvensters het radarbereik synchroniseren met
de kaartschaal.
Wanneer synchronisatie is ingeschakeld:
• Het radarbereik in alle radarschermen wordt veranderd om
overeen te komen met de kaartschaal.
• In de linkerbovenhoek van het kaartvenster wordt 'Sync'
aangegeven.
a Series / c Series / e Series

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

A65 wifiA67A67 wifiA68A68 wifiE70076 ... Toon alles