converteren, 4–5, 4–10, 15–1
transformatie, 15–34
correlatiecoëfficiënt, 11–8, 16–1
cosinus, 9–3
cursor
bij invoer van getallen, 6–6
curve fitting, 11–9, 16–1
D
decimaalteken, 1–19, A–1
decimale getallen. Zie grondtal
decimale graden (hoekeenheden),
A–2
derde macht, 4–2
derdegraads veelterm, 15–21
derdemachtswortel, 4–3
discontinuiteiten van functies, D–6
DISPLAY menu, 1–20
do if true, 14–7
doen indien waar, 13–6
DSE, 13–17
E
dupliceren getallen, 2–6
evalueren van vergelijkingen,
6–12
getallen scheiden, 1–17, 2–5
scheiden van getallen, 1–18
stapel leegmaken, 2–6
variabele in VIEW kopiëren,
12–16
vergelijkingen afsluiten, 12–7
vergelijkingen beëindigen, 6–5
vergelijkingen bewerken, 6–9
vergelijkingen evalueren, 6–11
werking van de stapel, 2–5
Index-4
(exponent), 1–16
E in getallen, 1–15, 1–21, A–2
eenheidconversie, 4–13
ENG. Zie ook weergave
ENG weergave, 1–21
EQN annunciator
in lijst van vergelijkingen, 6–5
in programma–invoer, 12–7
in vergelijkingenlijst, 6–8
EQN LIST TOP, 6–8, F–1
executeren
programma's, 12–10
exponenten van tien, 1–16
exponentiële curve fitting, 16–1
exponentiële functies, 1–16, 4–1,
9–3
expressies, 6–11, 6–12
vergelijkingen, 7–1
F
FN. Zie integratie
flag, 13–10
niet programmeerbaar, 5–9
toggles display mode, A–2
weergave omschakelen, 1–24,
5–1
weergave–instelling, A–2
faculteit, 4–14
financiële berekeningen, 17–1
FIX. Zie ook weergave
FIX weergave, 1–20
flags
annunciators, 13–11
betekenis, 13–9
bewerkingen, 13–11
overflow, 13–9