Functies in vergelijkingen
De volgende tabel geeft de functies die geldig zijn in vergelijkingen. U vindt
deze informatie ook in aanhangsel G, " Index van bewerkingen".
LN
LOG
INV
IP
SGN
INTG
SIN
COS
SINH
COSH
DEG
RAD
CB
CBRT
KG
LB
L
GAL
+
–
sx
sy
x
w
x ˆ
Σx
n
Bij het invoeren van een prefixfunctie verschijnt voor uw gemak direct een linker
haakje.
De prefix–functie die twee argumenten nodig hebben zijn %CHG, RND, XROOT,
IDIV, RMDR, Cn,r en Pn,r. Scheid de twee argumenten met een dubbele punt.
In een vergelijking staan de argumenten van XROOT in de omgekeerde volgorde,
vergeleken met RPN. Bijvoorbeeld, –8
.
Bij alle andere functies met twee argumenten komen de argumenten in de
volgorde Y, X net als met RPN. Bijvoorbeeld, 28
aan
Wees voorzichtig als het tweede argument van een functie negatief is. Voor een
getal of variabele, gebruikt u
EXP
ALOG
FP
RND
IDIV
RMDR
TAN
ASIN
TANH
ASINH
HR
HMS
Cn,r
Pn,r
°C
°F
π
RANDOM
×
÷
σ
σ
x
y
y ˆ
r
2
Σy
Σx
or
. Dit zijn geldige vergelijkingen:
Vergelijkingen invoeren en evalueren
SQ
SQRT
ABS
x!
ACOS
ATAN
ACOSH
ATANH
%CHG
XROOT
CM
IN
^
y
x
m
b
2
Σy
Σxy
3
is gelijk aan
4
is gelijk
6–17