Download Print deze pagina

HP 33s Gebruikershandleiding pagina 345

Advertenties

Voorbeeld:
Een vergelijking met twee wortels.
Bepaal de twee wortels van de parabolische vergelijking:
Voer de vergelijking in als een expressie:
Invoer:
X
2
X
6
Los nu de vergelijking op om de positieve en negatieve wortel te vinden:
Invoer:
0
X 10
X
0
X 10
X
2
x
+ x – 6 = 0.
Weergave:
Selecteert de
vergelijkingenstand
Voert de vergelijking in.
Controlesom en lengte.
Beëindigt vergelijkingenstand.
Weergave:
Beginwaarden voor de
_
positieve wortel.
Selecteert de
vergelijkingenstand; geeft van
de vergelijking weer.
Berekent de positieve wortel
met beginwaarden 0 en 10.
Laatste twee schattingen zijn
hetzelfde.
f(x) = 0.
Beginwaarden voor de
_
negatieve wortel.
Toont weer de vergelijking.
Berekent de negatieve wortel
met beginwaarden 0 an –10.
f(x) = 0.
Meer over het oplossen met SOLVE
Uitleg:
Uitleg:
D–5

Advertenties

loading