Aantal decimalen
Alle getallen worden opgeslagen met een precisie van 12 cijfers, maar u kunt de
precisie van de weergave kiezen door te drukken op
weergavemenu). Bij sommige gecompliceerde interne berekeningen gebruikt de
rekenmachine
een
weergegeven getal wordt afgerond, afhankelijk van de ingestelde weergave. Het
DISPLAY–menu biedt vier opties;
Weergave vaste decimale ({
Met FIX wordt een getal weergegeven met maximaal 11 cijfers achter de komma
(of de punt, als u daarvoor kiest) voor zover er ruimte is. Na de prompt
geeft u het gewenste aantal decimalen op. Wenst u 10 of 11 decimalen, druk
dan op
0 of
Bijvoorbeeld, in het getal
decimale cijfers die u ziet als de rekenmachine is ingesteld op FIX 4.
Een getal dat te groot of te klein is om getoond te worden in de huidige
instelling, wordt automatisch op de wetenschappelijke wijze getoond.
Wetenschappelijke weergave ({
Met SCI wordt een getal getoond in wetenschappelijke weergave: een cijfer voor
de komma "."of "," , maximaal 11 cijfers erachter (als daar ruimte voor is) en
maximaal drie cijfers in de exponent. Na de prompt,
gewenste aantal decimalen op. Wenst u 10 of 11 decimalen, druk dan op
0 of
1. (De mantisse van het getal is altijd minder dan 10.)
Bijvoorbeeld, in het getal
cijfers die u ziet als de rekenmachine is ingesteld op SCI 4. De "5" na de "E"
is de exponent van 10: 1,2346 × 10
1–20
Kennismaking
precisie
van
15
})
1.
, zijn de "2", "3", "4" en "6" de decimale
cijfers
voor
tussenresultaten.
, zijn de "7", "0", "8" en "9" de
})
5
.
(het
Het
_,
_, geeft u het