Advertenties
3. Toon de vergelijking: Druk op
vergelijkingenlijst
getoond is.
4. Selecteer de variabele waarnaar geïntegreerd moet worden: Druk op
variabele. De berekening wordt nu gestart.
Bewerkingen met complexe getallen
Een complex getal invoeren
1. Typ het reële deel x in, gevolgd door de functietoets.
2. Type het imaginaire deel y in en druk daarna op
Bijvoorbeeld, voor 2 + i 4, drukt u op 2
Het resultaat van complexe bewerkingen bekijken
Nadat u een complex getal hebt ingevoerd, drukt u op
berekening. Het reële deel van het resultaat verschijnt. Druk op
imaginaire deel.
Complexe bewerkingen
Gebruik de complexe bewerkingen op dezelfde manier als reële bewerkingen,
maar zet
Een bewerking met één complex getal:
1. Geef het complexe getal z op. (Gebruik haakjes voor z als het reële deel
bestaat).
2. Selecteer de complexe functie.
3. Druk op
Een bewerking met twee complexe getallen:
1. Geef het eerste complexe getal, z 1, op. (Gebruik haakjes voor z als het
reële deel bestaat).
(met
of
x + iy.
achter het imaginaire deel.
voor de berekening.
en loop zonodig door de
) tot de gewenste vergelijking
4
.
ALG: Samenvatting
.
voor de
voor het
C–9
Advertenties
