Een lopend programma onderbreken
U kunt een lopend programma op ieder moment onderbreken door te drukken
op
of
. Het programma maakt de huidige instructie af voordat het stopt.
Druk op
(run/stop) om het programma te hervatten.
Onderbreekt u een programma en drukt u daarna op
, dan kunt u het programma niet meer hervatten met
alleen opnieuw gestart worden met (
Fouten in programma's
Treedt er een fout op tijdens de uitvoering van een programma, dan stopt de
uitvoering en wordt er een foutmelding getoond. (Een lijst van foutmeldingen en
condities vindt u in aanhangsel F.)
Wilt u weten in welke programmaregel de fout optrad, druk dan op
Dat is de instructie die de fout veroorzaakte. Het zou een ÷ kunnen zijn, die een
deling door nul probeerde uit te voeren.)
Een programma bewerken
U kunt een programma in het programmageheugen bewerken door
programmaregels toe te voegen, te verwijderen en te veranderen. Bevat een,
programmaregel een vergelijking, dan kunt u die wijzigen. Voor alle andere
programmaregels, ook voor minimale veranderingen, kunt u alleen de oude
regel verwijderen en een nieuwe invoegen.
Een programmaregel verwijderen:
1. Selecteer het gewenste programma of routine (
programma–invoer (
programmaregel te vinden die gewijzigd moet worden. Houd de cursortoets
ingedrukt om door de regels te bladeren. (Kent u het regelnummer, druk dan
op
zetten.)
12–20
Eenvoudig programmeren
label).
) en druk op
label nnnn om de programmawijzer direct daar te
,
, of
. Het kan alleen
label), start
of
om de
.