f(x) is monotoon: de functiewaarde stijgt of daalt altijd als x stijgt
(afbeelding b, hieronder).
De grafiek van f(x) is overal concaaf of overal convex (afbeelding c,
hieronder).
Als f(x) een of meer lokale minima of maxima heeft, bevindt ieder zich
tussen twee opeenvolgende wortels van f(x) (afbeelding d, hieronder).
f (x)
a
f (x)
c
D–2
Meer over het oplossen met SOLVE
x
x
f (x)
b
f (x)
d
x
x