Machten van tien invoeren
Gebruik
(exponent) om een getal te vermenigvuldigen met een macht van
tien. Bijvoorbeeld de constante van Planck, 6,6261 × 10
1. Geef de mantisse (het deel van het getal links van de exponent) op. Is de
mantisse negatief, druk dan, nadat u de cijfers hebt ingetoetst, op
Invoer:
6,6261
2. Druk op
. U ziet dat de cursor achter de
3. Geef de exponent. (Het maximum voor de exponent is ±499.) Is de exponent
negatief, druk dan op
de exponent:
34
Wilt u een macht van tien opgeven zonder mantisse, zoals 10
34 op. Op het scherm verschijnt
Andere exponentfuncties
Om een macht van tien te berekenen (de anti–logaritme met grondtal 10),
gebruikt u
een macht (machtsverheffen), drukt u op
Uitleg van cijferinvoer
Terwijl u een getal invoert, verschijnt de cursor (_) op het scherm. De cursor geeft
aan waar het volgende cijfer komt en geeft dus ook aan dat het getal nog niet
voltooid is.
1–16
Kennismaking
Weergave:
_
_
nadat u op
_
. Om het resultaat te berekenen van een willekeurig getal in
–34
:
gaat staan:
hebt gedrukt of op de waarde van
.
(zie hoofdstuk 4).
.
34
, geef dan