2. Druk op
bijvoorbeeld op
een waarde voor alle andere variabelen in de vergelijking.
3. Geef bij iedere prompt de gewenste waarde op
Is de getoonde waarde de gewenste waarde, druk dan op
Wilt u een andere waarde, typ of bereken die dan en druk op
(Details vindt u in "Antwoorden op een vergelijkingprompt" in hoofdstuk 6.)
U kunt een lopende berekening afbreken met
Is de wortel gevonden, dan wordt die opgeslagen in de onbekende variabele,
en de inhoud verschijnt met VIEW op het scherm. Bovendien komt de wortel in
het X–register. Het Y–register bevat de vorige schatting, en het Z–register bevat
de waarde van de vergelijking bij de wortel (dus nul).
Bij sommige gecompliceerde wiskundige voorwaarden lukt het niet een oplossing
te vinden. De rekenmachine toont dan
controleren" later in dit hoofdstuk, en "Resultaten interpreteren" en "Als SOLVE
geen wortel kan vinden" in aanhangsel D.
Bij sommige vergelijkingen kan het gunstig zijn een of twee beginwaarden in te
toetsen voor de onbekende variabele, voordat u met oplossen begint. Dit kan
de berekening versnellen, het antwoord in de richting van de oplossing leiden,
en meer dan een oplossing opleveren. Zie "Een beginwaarde opgeven" later in
dit hoofdstuk.
Voorbeeld:
De vergelijking van een lineaire beweging oplossen.
De vergelijking van de beweging van een vrijvallend voorwerp is:
waarin d de afstand is, v
zwaartekrachtversnelling.
7–2
Vergelijkingen oplossen
en daarna op de toets voor de onbekende variabele. Druk
X om x op te lossen. De vergelijking vraagt dan om
1
d = v
t +
0
de beginsnelheid, t de tijd, en g de
0
of
.
. Zie "Het resultaat
2
/
g t
2
.