Download Print deze pagina

HP 33s Gebruikershandleiding pagina 195

Advertenties

Programmeringstechnieken
Hoofdstuk 12 behandelde de principes van het programmeren. Dit hoofdstuk
bespreekt wat meer geavanceerde maar handige trucs :
U kunt programma's vereenvoudigen met subroutines. Een deel van het
programma wordt apart gehouden en van een label voorzien. Zo'n deel
heeft dan een aparte taak. Het gebruik van subroutines maakt een
programma korter in geval een reeks stappen meerdere keren moet worden
uitgevoerd.
Met voorwaardelijke instructies (vergelijkingen en flags) kunt u opgeven
welke instructies als subroutines moeten worden uitgevoerd.
Met lussen en tellers kunt u een groep instructies meerdere malen uitvoeren.
Met indirect adresseren kunt u verschillende variabelen gebruiken met
dezelfde programma–instructie.
Routines in Programma's
Een programma bestaat uit een of meer routines. Een routine is een functionele
eenheid die een specifieke taak uitvoert. Gecompliceerde programma's hebben
routines nodig om taken te groeperen en te scheiden. Hierdoor is een
programma makkelijker te schrijven, te lezen, te begrijpen en te onderhouden.
Bijvoorbeeld, het programma voor "Normale en inverse verdelingen" in
hoofdstuk 16. Routine S "initializeert" het programma door invoer te verzamelen
voor het gemiddelde en de standaardafwijking. Routine D stelt een
integratielimiet vast, roept routine Q aan en geeft het resultaat weer. Routine Q
integreert de functie die gedefinieerd is in routine F en voltooit de
waarschijnlijkheidsberekening van Q(x).
Programmeringstechnieken
13
13–1

Advertenties

loading