P
10
L
SOLVE in een programma gebruiken
U kunt SOLVE gebruiken als deel van een programma.
Desgewenst kunt u de beginwaarden opgeven (in de onbekende variabele en
het X–register), voordat u de instructie SOLVE variabele start. De twee instructies
voor het oplossen van een vergelijking voor een onbekende variabele
verschijnen in een programma als:
label
variabele
De geprogrammeerde SOLVE–instructie geeft geen weergave met een label
(variabele = waarde), omdat dat voor uw programma wellicht geen significante
uitvoer is (dat wil zeggen, u wilt misschien andere berekeningen uitvoeren voor u
het getal weergeeft). Wilt u het resultaat wel weergeven, voeg dan de instructie
VIEW variabele toe na de SOLVE–instructie.
14–6
Programma's oplossen en integreren
Selecteert variabele P; vraagt
om V.
Bewaart 2 in V; vraagt om N.
Bewaart 0,005 in N; vraagt om
R.
Bewaart 0,0821 in R; vraagt om
T.
Berekent nieuwe T.
Slaat 287,1 op in T; lost op
voor nieuwe P.
Berekent de drukverandering als
de temperatuur van het gas
daalt van 297,1 K naar 287,1
K (een negatief resultaat duidt
op een lagere druk).