Gebruikte variabelen:
B
M
R
X
Y
i
Statistische registers
Voorbeeld 1:
Trek een rechte lijn door de gegevens hieronder. Maak een opzettelijke fout in
het derde gegevenspaar en verbeter deze. Schat y voor een x waarde van 37.
Schat x voor een y waarde van 101.
X
40,5
Y
104,5
Invoer:
(In de RPN–stand)
S
40,5
104,5
38,6
102
Regressiecoëfficiënt (y–intercept van een rechte lijn);
ook gebruikt voor tijdelijke opslag.
Regressiecoëfficiënt (helling van een rechte lijn).
Correlatiecoëfficiënt; ook gebruikt voor tijdelijke
opslag.
De x–waarde van een gegevenspaar bij de invoer, de
hypothetische x bij het projecteren van
(x–schatting) bij een gegeven hypothetische y.
De y–waarde van een gegevenspaar bij de invoer, de
hypothetische y bij het projecteren van
schatting) bij een gegeven hypothetische x.
Indexvariabele om indirect de juiste
y ˆ
–projectievergelijking te adresseren
Statistische accumulatie en berekening.
38,6
37,9
102
100
Weergave:
waarde
36,2
35,1
97,5
95,5
Uitleg:
Start de rechte–lijnroutine.
Geeft x–waarde van
gegevenspaar op.
Geeft y–waarde van
gegevenspaar op.
Geeft x–waarde van
gegevenspaar op.
Geeft y–waarde van
gegevenspaar op.
Statistische programma's
y ˆ
x ˆ
; of
y ˆ
x ˆ
; of
(y–
x ˆ
–,
34,6
94
16–9