Download Print deze pagina

HP 33s Gebruikershandleiding pagina 214

Advertenties

Variabelen en labels indirect adresseren
Indirect adresseren is een techniek die door geavanceerde programmeurs wordt
gebruikt om een variabele of label te gebruiken zonder tevoren op te geven
welke variabele dat is. Dit wordt bepaald als het programma draait, het is dus
afhankelijk van de tussenresultaten (of invoer) van het programma.
Indirect adresseren werkt met twee verschillende toetsen:
(met
).
De variabele I heeft niets te maken met
werken voor veel functies die A tot en met Z gebruiken als variabelen of labels.
i is een variabele waarvan de inhoud kan verwijzen naar een andere
variabele of label. Deze bevat een waarde zoals iedere andere (A tot en
met Z).
is een programmeerfunctie die inhoudt: "Gebruik het getal in i om te
bepalen welke variabele of welk label geadresseerd moet worden." Dit is
een indirect adres. (A tot en met Z zijn direct adressen.)
en
worden samen gebruikt om een indirect adres te vormen. (Zie de
voorbeelden hieronder.)
Op zich is i gewoon een variabele.
Op zich is
ongedefinieerd (geen waarde in i) of onbestuurd (maakt gebruik
van het getal dat zich toevallig nog in i bevindt.
De variabele "i"
In i kunt u waarden opslaan, terugroepen, manipuleren, zoals met alle andere
variabelen. U kunt zelfs een vergelijking oplossing voor i en integreren naar i .
De onderstaande functies maken gebruik van "i".
STO i
RCL i
STO +,–, × ,÷ i
RCL +,–, × ,÷ i
13–20
Programmeringstechnieken
van de variabele i. Deze toetsen
INPUT i
VIEW i
FN d i
SOLVE i
(met
) en
DSE i
ISG i
x < > i

Advertenties

loading