De werking kan in het infotainment in het menu
geactiveerd/gedeactiveerd.
Instellingen voor buitenspiegel aan bijrijderszijde voor het achteruitrijden
opslaan
De functie van het zakken van de bijrijdersspiegel bij het achteruitrijden kan in
het infotainment in het menu
veerd.
›
De wagen met de sleutel met radiografische afstandsbediening ontgrendelen
en het contact inschakelen.
›
De draaiknop voor de buitenspiegelbediening in de stand voor de bijrijders-
spiegelinstelling draaien
» pag.
›
De achteruitversnelling inschakelen.
›
De spiegel aan bijrijderszijde in de gewenste stand zetten.
›
Uit de achteruitversnelling schakelen. De ingestelde stand van de buitenspie-
gel wordt in het geheugen van deze sleutel opgeslagen.
Actieve instelling stoppen
›
Op een willekeurige toets van de bestuurdersstoel of op de toets van de
sleutel met radiografische afstandsbediening drukken.
Neerklapbare bijrijdersstoelleuning
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 87.
De bijrijdersstoelleuning kan (afhankelijk van de wagenuitrusting) naar voren in
een horizontale stand worden geklapt.
›
Om de leuning naar voren te klappen, in pijlrichting
ken en de stoelleuning in pijlrichting
grendeling moet hoorbaar vastklikken.
90
Bediening
/ → → Stoelen worden
/ → → Spiegels en wissers worden geacti-
86.
Afb. 91
Bijrijdersstoelleuning neerklap-
pen
aan de hendel trek-
1
naar voren klappen
» afb.
2
›
Om terug te klappen de hendel in pijlrichting
tegen de pijlrichting
vastklikken.
›
Dit controleren door aan de stoel en de rugleuning te trekken.
ATTENTIE
Indien de rugleuning naar voren is geklapt, mag alleen de zitplaats achter
■
de bestuurdersstoel worden gebruikt om personen te vervoeren.
Als op de neergeklapte rugleuning voorwerpen worden vervoerd, moet
■
de bijrijdersvoorairbag buiten werking worden gesteld
De rugleuning alleen bij stilstaande wagen verstellen - er bestaat anders
■
gevaar voor ongevallen!
Bij het verstellen van de rugleuning mogen zich geen ledematen tussen de
■
zitting en de rugleuning bevinden - gevaar voor verwondingen!
Op de neergeklapte rugleuning nooit de volgende voorwerpen vervoeren:
■
Voorwerpen die het zicht voor de bestuurder kunnen beperken.
■
Voorwerpen die de bediening van de wagen door de bestuurder onmo-
■
gelijk kunnen maken (bv. als ze onder de pedalen of in de buurt van de be-
stuurder terecht kunnen komen).
Voorwerpen die (bv. bij sterk accelereren, een verandering van richting
■
of remmen) letsel aan de inzittenden van de wagen kunnen toebrengen.
Armsteun instellen
Lees en bekijk eerst
›
Om de hoogte in te stellen de armleuning in pijlrichting
grendelstanden optillen
91. De ver-
›
Om omlaag te klappen de armleuning in pijlrichting
aanslag optillen en dan weer omlaagklappen.
trekken en de rugleuning
1
in terug klappen. De vergrendeling moet hoorbaar
2
Afb. 92
Armsteun instellen
op bladzijde 87.
» afb.
92.
A
» pag.
32.
in een van de vier
A
voorbij de bovenste