Comfortbediening van de bijrijdersstoel
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 87.
De bijrijdersstoel kan ook vanaf de zitplaatsen achterin worden bediend, door
het betreffende bedieningselement in pijlrichting te drukken
Schuine stand van de rugleuning instellen
A
Stoel in lengterichting verstellen
B
Geheugenfunctie van elektrisch verstelbare stoel
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 87.
Onder de geheugentoetsen
aan de bestuurdersstoel kunnen de instellingen
B
van de bestuurdersstoel- en buitenspiegelstand worden opgeslagen
Bestuurdersstoel- en buitenspiegelinstellingen voor het vooruitrijden
opslaan
›
Het contact inschakelen en de stoel en de buitenspiegels instellen.
›
De toets
» afb. 90
indrukken en aansluitend binnen 10 s de gewenste
A
geheugentoets
indrukken. Het opslaan wordt met een akoestisch signaal
B
bevestigd.
Afb. 89
Bedieningselementen aan bijrij-
dersstoel
» afb.
89.
Afb. 90
Set-toets en geheugentoetsen
» afb.
90.
Instellingen voor buitenspiegel aan bijrijderszijde voor het achteruitrijden
opslaan
De functie van het zakken van de bijrijdersspiegel bij het achteruitrijden kan in
het infotainment in het menu
veerd.
›
Contact inschakelen en de gewenste geheugentoets
›
De draaiknop voor de buitenspiegelbediening in de stand voor de bijrijders-
spiegelinstelling draaien
» pag.
›
De achteruitversnelling inschakelen.
›
De spiegel aan bijrijderszijde in de gewenste stand zetten.
›
Uit de achteruitversnelling schakelen. De ingestelde stand van de buitenspie-
gel wordt opgeslagen.
Opgeslagen instelling oproepen
›
Bij uitgeschakeld contact en geopend bestuurdersportier de gewenste ge-
heugentoets
indrukken.
B
›
In andere gevallen (bv. bij ingeschakeld contact of gesloten bestuurderspor-
tier) de toets vasthouden.
Actieve instelling stoppen
›
Op een willekeurige toets van de bestuurdersstoel of op de toets van de
sleutel met radiografische afstandsbediening drukken.
Let op
Met elke nieuwe opslag van de stoel- en buitenspiegelinstellingen voor voor-
uitrijden moet ook de instelling van de bijrijdersspiegel voor achteruitrijden op-
nieuw worden opgeslagen.
Geheugenfunctie van de sleutel met radiografische
afstandsbediening
Geldt voor wagens, die niet over de personaliseringsfunctie beschikken.
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 87.
Bij elke vergrendeling van de wagen worden de bestuurdersstoel- en buiten-
spiegelinstellingen opgeslagen en aan de sleutel toegewezen, waarmee de wa-
gen wordt vergrendeld.
Bij het hierna weer ontgrendelen van de wagen met dezelfde sleutel en het
openen van het bestuurdersportier worden de bestuurdersstoel en de buiten-
spiegels in de voor deze sleutel opgeslagen stand gezet.
/ → → Spiegels en wissers worden geacti-
» afb. 90
B
86.
Stoelen en hoofdsteunen
indrukken.
89