Download Print deze pagina

Skoda SUPERB 2017 Instructieboekje pagina 245

Advertenties

Het inparkeersysteem is een uitbreiding van de parkeerhulp
werkt op basis van de door de ultrasoonsensoren geregistreerde gegevens.
Om deze reden moet ook het hoofdstuk over de parkeerhulp zorgvuldig
worden gelezen en de daarin vermelde veiligheidsaanwijzingen worden op-
gevolgd.
ATTENTIE
De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen dienen
in acht te worden genomen
» pag. 229,
werp.
Tijdens de parkeermanoeuvre voert het systeem automatisch snelle
stuurbewegingen uit. Daarbij niet tussen de spaken van het stuurwiel grij-
pen - gevaar voor verwondingen!
Bij het inparkeren op een losse of gladde ondergrond (grind, sneeuw, ijs
enz.) kan van de berekende rijbaan worden afgeweken. Daarom moet u in
dergelijke situaties het systeem niet gebruiken.
VOORZICHTIG
De juiste analyse van de parkeerruimte en de parkeermanoeuvre is afhankelijk
van de afmeting van de wielen.
Het systeem kan alleen goed werken, wanneer wielen met de door ŠKODA
AUTO goedgekeurde wielmaat op de wagen zijn gemonteerd.
Het systeem niet gebruiken wanneer sneeuwkettingen of een noodreserve-
wiel zijn gemonteerd.
Als andere door ŠKODA AUTO goedgekeurde wielen zijn gemonteerd, kan
de uiteindelijke positie van de wagen in de parkeerruimte in geringe mate af-
wijken. Dat kan door een nieuwe instelling van het systeem door een specialist
worden voorkomen.
VOORZICHTIG
Als andere voertuigen achter of op de stoeprand parkeren, kan het systeem
uw wagen ook over de stoeprand of erop leiden - gevaar voor beschadiging
van de wielen. Zo nodig tijdig ingrijpen.
Let op
We adviseren om de parkeermanoeuvre bij een snelheid tot ca. 5 km/h uit te
voeren.
Het inparkeren kan op elk moment door het indrukken van de toets 
286
op pag. 243 of door een stuuringreep van de bestuurder worden beëin-
digd.
» pag. 232
en
in alinea Inleiding voor het onder-
» afb.
Werking
Lees en bekijk eerst
en
De systeemondersteuning vindt op de volgende manier plaats.
Tijdens het zoeken naar een parkeerruimte wordt de parkeerruimtegrootte
gemeten en geanalyseerd.
Op het display van het instrumentenpaneel (hierna display) worden geschikte
parkeerruimtes getoond en wordt er een parkeermodus aanbevolen.
Op het display worden aanwijzingen en informatie vóór het begin en tijdens
het parkeren getoond.
Op basis van de berekende rijbaan worden de voorwielen tijdens het inparke-
ren automatisch gedraaid.
Voorwaarden voor de systeemfunctie
Het systeem kan alleen een parkeerruimte zoeken als aan de volgende voor-
waarden wordt voldaan:
Het systeem is geactiveerd.
De rijsnelheid is lager dan circa 40 km/h (fileparkeren).
De rijsnelheid is lager dan circa 20 km/h (haaks inparkeren).
De afstand tot een rij geparkeerde wagens bedraagt ongeveer 0,5 - 1,5 m.
De ASR is geactiveerd
» pag.
Het systeem kan alleen inparkeren als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
De rijsnelheid is lager dan 7 km/h.
Het parkeren korter duurt dan 6 minuten.
Er volgt geen ingreep van de bestuurder tijdens het automatisch sturen.
De ASR is geactiveerd
» pag.
Afb. 286
Systeemtoets
op bladzijde 243.
231.
231.
Hulpsystemen
243

Advertenties

loading