Zekeringen en gloeilampjes
Zekeringen
Inleiding voor het onderwerp
De afzonderlijke stroomkringen zijn door middel van smeltzekeringen bevei-
ligd. Een doorgebrande zekering is aan een doorgesmolten metalen strookje te
herkennen
» afb. 360
/.
ATTENTIE
Voor aanvang van alle werkzaamheden in de motorruimte beslist de waar-
schuwingsaanwijzingen lezen en deze opvolgen
VOORZICHTIG
De doorgebrande zekering door een nieuwe zekering met hetzelfde ampera-
■
ge vervangen.
De hulp van een specialist inroepen als een nieuw geplaatste zekering na kor-
■
te tijd opnieuw doorbrandt.
De zekeringen "niet repareren" en deze ook niet vervangen door sterkere
■
exemplaren - gevaar voor brand en er kunnen andere elektrische systemen be-
schadigd raken.
Let op
Wij adviseren, altijd reservezekeringen in de wagen mee te nemen.
■
Op één zekering kunnen meerdere verbruikers zijn aangesloten. Bij een ver-
■
bruiker kunnen meerdere zekeringen horen.
Afb. 360
Doorgebrande zekering
» pag.
287.
Zekeringen in het dashboard - wagen met links stuur
Lees en bekijk eerst
en
De zekeringenhouder bevindt zich achter het opbergvak aan bestuurderszijde.
Zekering vervangen
›
De contactsleutel eruit trekken, het licht en alle elektrische stroomverbrui-
kers uitschakelen.
›
Het opbergvak aan de bestuurderszijde openen.
›
Het zijdelingse opbergvak bij
A
1
openklappen (voor het openklappen is meer kracht nodig)
›
De kunststof klem onder de afdekking van de zekeringenhouder in de motor-
ruimte verwijderen
» afb. 365
op pag. 318.
›
Met de klem de defecte zekering verwijderen, vervolgens een nieuwe zeke-
ring aanbrengen.
›
De klem weer op de oorspronkelijke plaats opbergen.
›
Het vak door drukken in pijlrichting
Afb. 361
Opbergvak aan bestuurderszijde
op bladzijde 315.
vastpakken en door te trekken in pijlrichting
» afb.
sluiten tot deze hoorbaar vergrendelt.
2
Zekeringen en gloeilampjes
361.
315