Rijstrookassistent (Lane Assist)
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 45.
De controlelampjes
geven de toestand van het Lane Assist-systeem aan.
Nadere informatie over het Lane Assist-systeem
Knipperlichten
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 45.
knippert - het linkerknipperlicht is ingeschakeld.
knippert - het rechterknipperlicht is ingeschakeld.
Bij een storing van het knipperlicht, knippert het controlelampje ongeveer
twee keer zo snel (geldt niet bij aanhangwagengebruik).
Bij ingeschakelde alarmlichten knipperen alle knipperlichten alsmede de beide
controlelampjes.
Aanhangwagenknipperlichten
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 45.
knippert - de aanhangwagenknipperlichten zijn ingeschakeld.
Als een aanhangwagen is aangekoppeld en het controlelampje
is een van de aanhangwagenknipperlichten uitgevallen.
▶
De aanhangwagengloeilampjes controleren.
Mistlampen
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 45.
brandt - de mistlampen zijn ingeschakeld.
Snelheidsregelsysteem/snelheidsbegrenzer
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 45.
brandt - de rijsnelheid wordt door het snelheidsregelsysteem resp. de auto-
matische afstandsregeling of door de snelheidsbegrenzer geregeld.
» pag.
261.
niet knippert,
knippert - de met de snelheidsbegrenzer ingestelde snelheidslimiet is over-
schreden.
Rempedaal (automatische versnellingsbak)
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 45.
brandt - het rempedaal intrappen.
Auto Hold-functie
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 45.
brandt - de Auto Hold-functie is geactiveerd.
Nadere informatie over Auto Hold-functie
Grootlicht
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 45.
brandt - het grootlicht resp. het grootlichtsignaal is ingeschakeld.
Automatische versnellingsbak
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 45.
Versnellingsbak oververhit
Het controlelampje verschijnt alleen op het MAXI DOT-display.
Versnellingsbak oververhit: Doorrijden mogelijk.
brandt
VERSNELLINGSBAK OVERVERHIT
De versnellingsbak is oververhit, er kan voorzichtig verder worden gereden.
Versnellingsbak oververhit: Stop! Instructieboekje!
brandt
VERSN_BAK OVERVERHIT STOP
Niet verder rijden! Stoppen en de motor afzetten.
▶
Na het uitgaan van het controlelampje kan de rit worden voortgezet.
▶
Indien het controlelampje niet uitgaat,
specialist inroepen.
» pag.
222.
niet verder rijden! De hulp van een
Instrumenten en controlelampjes
49