Met de configuratiehulp is het mogelijk de volgende menupunten na elkaar in
te stellen.
Betekenis van de gebruikersaccount voor de personalisering
Tijd- en datumformaat
Opslaan van de radiozenders met het momenteel sterkste ontvangstsig-
naal in de eerste geheugengroep van ieder afzonderlijk frequentiebereik
Koppeling en verbinding van een telefoon met het infotainment
Thuisadres (geldt voor het infotainment Columbus, Amundsen)
Instelling van de ŠKODA Connect online-diensten
Het ingestelde menupunt is voorzien van het symbool .
De menupunten kunnen door aantippen van de betreffende functietoets in ge-
bied
» afb. 190
worden ingesteld.
A
Bediening via een applicatie op het externe apparaat
Enkele infotainmentfuncties kunnen met een applicatie op het ondersteunde
externe apparaat worden bediend.
Geldt voor het infotainment Columbus, Amundsen, Bolero
›
Op het infotainment de dataoverdracht inschakelen. Hiertoe het sensorveld
en vervolgens de functietoets → Dataoverdracht mobiele apparaten → Datao-
verdracht voor ŠKODA-apps activeren aantippen.
›
De infotainmentbediening via de applicatie vrijgeven. Hiertoe het sensorveld
en vervolgens de functietoets → Dataoverdracht mobiele apparaten → Bedie-
ning door apps: → Bevestigen/Toestaan aantippen.
›
Het infotainment via WLAN verbinden met een extern apparaat
›
Op het externe apparaat een applicatie voor de infotainmentbediening (bv.
ŠKODA Media Command) starten.
Geldt voor het infotainment Swing
›
Op het infotainment de dataoverdracht inschakelen. Hiertoe de toets
indrukken en vervolgens de functietoets Dataoverdracht voor ŠKODA-apps active-
ren aantippen.
Let op
Instructies voor infotainmentbediening via ŠKODA Media Command zijn on-
derdeel van de applicatie.
140
Infotainment
Spraakbediening
Inleiding
» pag. 60
Geldt voor het infotainment Columbus, Amundsen, Bolero.
De menu's Navigatie, Telefoon, radio en Media kunnen met spraakcommando's
worden bediend.
De spraakbediening kan zowel door de bestuurder als de bijrijder worden ge-
bruikt.
Functievoorwaarden van de spraakbediening
Het infotainment is ingeschakeld.
Er volgt geen telefoongesprek via een met het infotainment verbonden te-
lefoon.
De parkeerhulp is niet actief.
Aanwijzingen voor de optimale verstaanbaarheid van de spraakcomman-
do's
▶
De spraakcommando's kunnen alleen worden uitgesproken, wanneer op het
infotainmentbeeldscherm het symbool
toon volledig geklonken heeft.
Met een normaal volume spreken, zonder beklemtoning en zonder lange
▶
spreekpauzes.
▶
Een slechte uitspraak voorkomen.
▶
De portieren en ruiten sluiten, daardoor worden storende invloeden op de
spraakbediening uit de omgeving voorkomen.
Bij hogere snelheden wordt geadviseerd luider te spreken, zodat de spraak-
▶
» pag.
184.
commando's niet door de hogere omgevingsgeluiden worden overstemd.
Tijdens de spraakbediening andere geluiden in de wagen (bv. tegelijkertijd
▶
sprekende inzittenden) beperken.
ATTENTIE
Het noodnummer dient altijd handmatig te worden gekozen. Uw spraak-
commando's worden in stresssituaties mogelijk niet herkend. De telefoon-
verbinding kan dan mogelijk niet worden opgebouwd of het opbouwen van
de verbinding kan dan te veel tijd in beslag nemen.
weergegeven wordt en de ingave-