In-/uitschakelen
›
In het hoofdmenu Telefoon de functietoets → Telefooninterface "Business"
aantippen.
Simkaart insteken
De simkaartopening bevindt zich in een externe module in het dashboardkastje
aan bijrijderszijde.
Er moet een simkaart van het formaat mini (standaardformaat 25x15 mm)
worden gebruikt.
›
De simkaart (met de afgesneden hoek naar links gericht) in de betreffende
opening steken, tot deze "vastklikt"
Als vóór het aanbrengen van de simkaart een of meerdere telefoons met het
infotainment verbonden waren en eveneens de telefoondiensten van de sim-
kaart worden geselecteerd, dan wordt de verbinding met de eerder verbonden
telefoons verbroken.
Simkaart de eerste keer gebruiken
Bij het voor de eerste keer in de externe module steken van de simkaart ver-
schijnt het volgende menu.
›
Ook telefonie - Data- en telefoondiensten worden geactiveerd (het hoofdmenu
Telefoon wordt weergegeven).
›
Alleen dataverbindingen - Alleen de datadiensten van de ingestoken simkaart
worden geactiveerd.
Indien men op een later moment de geactiveerde diensten wil wijzigen, dan in
het hoofdmenu Telefoon de functietoets → Simkaart alleen voor dataverbinding
gebruiken aantippen.
Pincode ingeven en opslaan
›
Als de simkaart door een pincode is beveiligd, dan moet de pincode van de
simkaart worden ingegeven.
›
De ingegeven pincode bevestigen.
›
of: Wilt u de ingegeven pincode in het infotainmentgeheugen opslaan, dan
moet u de functietoets aantippen, de pincode wordt opgeslagen en gelijk-
tijdig bevestigd.
Dataverbinding met de simkaart opbouwen
Na het selecteren van de diensten en eventuele ingave van de pincode wordt
een menu voor de dataverbindingsopbouw weergegeven.
›
De functietoets Verbinden aantippen.
178
Infotainment
» afb.
211.
Bij onvoldoende ingesteld netwerk vraagt het infotainment om een netwerkin-
stelling.
›
De functietoets Instellingen netwerk aantippen.
›
De dataprovider kiezen.
Indien uw dataprovider niet beschikbaar is in de getoonde lijst, informeer dan
bij uw provider of een van de weergegeven providers kan worden gebruikt.
›
Om de netwerkinstellingen te controleren en zo nodig overeenkomstig de
aanwijzingen van uw dataprovider aan te passen, de functietoets Instellingen
netwerk aantippen.
De gebruiksinstelling van de dataverbinding via de simkaart is mogelijk in het
menupunt
→ → Netwerk → Dataverbinding: .
Dataverbindingsnetwerk (APN-toegangspunt) handmatig instellen
Indien geen automatische dataverbindingsopbouw plaatsvindt of als men het
netwerk (APN-toegangspunt) handmatig wil instellen, dan als volgt te werk
gaan.
›
Het sensorveld
en vervolgens de functietoets → Netwerk → Instellingen
netwerk aantippen.
›
De handmatige instelling uitvoeren overeenkomstig de aanwijzingen van de
provider.
›
Om de opgestelde waarden op te slaan, de functietoets Opslaan aantippen.
Pincode wijzigen
›
In het hoofdmenu Telefoon de functietoets → Instellingen pincode → Pincode
wijzigen aantippen.
›
De nieuwe pincode ingeven en bevestigen.
Simkaart verwijderen
›
Op de ingestoken simkaart drukken.
De simkaart "springt" in de verwijderpositie.
›
De simkaart uit de opening verwijderen.