Let op
Na het starten van een koude motor kan er korte tijd meer motorgeluid te
■
horen zijn.
Tijdens het voorgloeien mogen geen grote elektrische verbruikers zijn inge-
■
schakeld - de accu wordt anders onnodig belast.
Nadat het contact is uitgeschakeld, kan de koelluchtventilator (ook onder-
■
broken) nog circa 10 minuten verder draaien.
Problemen bij de motorstart - wagens met startknop
Lees en bekijk eerst
en
Indien de motor niet kan worden gestart en op het display van het instrumen-
tenpaneel een melding verschijnt dat de sleutel niet door het systeem kon
worden herkend of dat er sprake is van een systeemstoring, moet worden ge-
probeerd de motor als volgt te starten.
›
De startknop indrukken en daarna de sleutel met de achterzijde tegen de
knop houden
» afb.
256.
Als motor niet aanslaat, moet de hulp van een specialist worden ingeroepen.
VOORZICHTIG
De sleutel kan mogelijk door het systeem niet worden herkend, als de batterij
in de sleutel bijna leeg is of als het signaal wordt gestoord.
Start-stopsysteem
Inleiding voor het onderwerp
Het start-stopsysteem (hierna systeem) reduceert de CO
lijke emissies en spaart brandstof.
218
Rijden
Afb. 256
Motor starten - sleutel bij de
knop houden
op bladzijde 216.
-uitstoot en schade-
2
Als het systeem herkent dat bij het stoppen (bv. bij een verkeerslicht) het
draaien van de motor niet nodig is, wordt de motor afgezet en voor het wegrij-
den weer gestart.
De werking van het systeem is van vele factoren afhankelijk. Aan enkele ervan
moet de bestuurder voldoen, de andere zijn systeemafhankelijk en kunnen niet
worden beïnvloed en zijn niet zichtbaar.
Daarom kan het systeem in situaties, die voor de bestuurder identiek zijn,
verschillend reageren.
Het systeem wordt elke keer bij het inschakelen van het contact (ook als het
met de toets handmatig is gedeactiveerd) automatisch geactiveerd.
Let op
Als de motor systeemafhankelijk is afgezet, blijft het contact ingeschakeld.
Werking
Wagens met schakelbak
De motor wordt automatisch afgezet, zodra de wagen tot stilstand komt, de
versnellingshendel in de neutrale stand wordt gezet en het koppelingspedaal
wordt losgelaten.
De motor wordt automatisch gestart, zodra het koppelingspedaal wordt inge-
trapt.
Wagens met automatische versnellingsbak
De motor wordt automatisch afgezet, zodra de wagen tot stilstand komt en
het rempedaal wordt ingetrapt.
De motor wordt automatisch gestart zodra het gaspedaal wordt bediend of
het rempedaal wordt losgelaten (bij uitgeschakelde Auto Hold-functie).
Afb. 257
Displayweergave