VOORZICHTIG
De meldingen worden door het infotainment gegenereerd. Een perfecte ver-
■
staanbaarheid (bv. straat- of stadnaam) kan niet altijd worden gegarandeerd.
Voor enkele infotainmenttalen is de spraakbediening niet beschikbaar. Dit
■
wordt door het infotainment kenbaar gemaakt met een tekstmelding, die na
het instellen van de infotainmenttaal op het beeldscherm verschijnt.
Let op
Gedurende de spraakbediening worden geen navigatiemeldingen en verkeers-
informatie weergegeven.
Spraakbediening in-/uitschakelen
Inschakelen
›
De toets op het multifunctiestuurwiel indrukken of het sensorveld
het infotainment aantippen (geldt niet voor het infotainment Columbus).
Het hoofdmenu wordt getoond
Uitschakelen
›
Tweemaal op de toets op het multifunctiestuurwiel indrukken of twee-
maal het sensorveld
op het infotainment aantippen (geldt niet voor het
infotainment Columbus).
›
of: Het spraakcommando "Spraakbediening beëindigen" uitspreken.
Afb. 191
Spraakbediening: Hoofdmenu
» afb.
191.
Bedieningsprincipe
In het hoofdmenu van de spraakbediening
spraakcommando's voor de afzonderlijke menu's.
Verdere spraakcommando's worden getoond door de betreffende functie-
toets aan te tippen resp. de naam van het betreffende commando (bv. Naviga-
tie) uit te spreken. Op het beeldscherm wordt het volgende weergegeven
» afb.
192.
Contextafhankelijk:
A
▶
Het systeem wacht op een spraakcommando
Het systeem herkent een spraakcommando
▶
op
Het systeem speelt een melding af
▶
De spraakcommando-invoer is gestopt
▶
Beschikbare lijstinvoeren
B
Mogelijke spraakcommando's
C
Weergave verdere mogelijke spraakcommando's
Spraakcommando's, die uitgesproken kunnen worden, worden tussen "aanha-
lingstekens" weergegeven.
Let op
De weergave van de spraakbedieningssymbolen
kelijk van de uitvoering ook op het display van het instrumentenpaneel.
Afb. 192
Voorbeeld van de beeldscherm-
weergave
» afb. 191
op pag. 141 staan de basis-
» afb. 192
geschiedt afhan-
A
Infotainmentbediening
141