Het systeem is ingeschakeld
De rijsnelheid ligt boven 60 km/h (voor enkele landen boven 40 km/h).
De voorruit is bij de sensor schoon.
Systeem in-/uitschakelen
Lees en bekijk eerst
en
Systeem inschakelen
›
De hendel tegen de veerdruk in in stand
van het instrumentenpaneel verschijnt het controlelampje .
Systeem uitschakelen
›
Als het grootlicht automatisch is ingeschakeld, de hendel tegen de veerdruk
in in stand
drukken. Het controlelampje gaat uit. Het grootlicht wordt
B
uitgeschakeld.
›
Als het grootlicht niet automatisch is ingeschakeld, de hendel tegen de veer-
druk in in stand
A
drukken. Het controlelampje gaat uit. Het grootlicht
wordt ingeschakeld.
Het grootlicht wordt automatisch uitgeschakeld als de snelheid beneden 30
km/h daalt (het systeem blijft echter ingeschakeld).
Binnenverlichting
Inleiding voor het onderwerp
De binnenverlichting werkt ook bij uitgeschakeld contact. Bij uitgeschakeld
contact wordt de binnenverlichting na ongeveer 10 minuten automatisch uit-
geschakeld.
80
Bediening
» pag.
80, Systeem in-/uitschakelen.
Afb. 72
Bedieningshendel: Koplampas-
sistent
op bladzijde 79.
» afb. 72
drukken. Op het display
A
Bediening van de verlichting vanaf de voorstoelen
In of uitschakelen (door indrukken van de betreffende knop
Automatische bediening
A
Verlichtingen achterin
B
Verlichtingen voor- en achterin
C
Bijrijdersverlichtingen
D
Automatische bediening - knop
Het lampje wordt ingeschakeld, als een van de volgende situaties zich voor-
doet.
▶
De wagen wordt ontgrendeld.
Een portier wordt geopend.
▶
De contactsleutel wordt verwijderd.
▶
Het lampje wordt uitgeschakeld, als een van de volgende situaties zich voor-
doet.
De wagen wordt vergrendeld.
▶
Het contact wordt ingeschakeld.
▶
▶
Circa 30 seconden na het sluiten van alle portieren.
Afb. 73
Bediening van de verlichting
vanaf de voorstoelen
» afb. 73