Centrering op de wagenpositie (in de 2D- of 3D-kaartweergave)
Centrering op de reisdoelpositie (in de reisdoelpositieweergave)
Centrering en weergave van de complete route (in de routeweerga-
ve)
Opties van kaartweergave in extra venster
Geldt voor het infotainment Columbus.
Afb. 243 Kaart in extra venster
›
In het extra venster de functietoets
Contextafhankelijk worden er enkele van de volgende functietoetsen bij
weergegeven.
Kaartweergave met de route vanaf de actuele wagenpositie tot aan het
reisdoel
Wijziging van kaartrichting
2D - tweedimensionale kaartweergave
3D - driedimensionale kaartweergave
In-/uitschakelen van automatische schaalwijziging
Bijzondere reisdoelen weergeven
Het infotainment biedt de mogelijkheid om in de kaart in het infotainment-
beeldscherm de symbolen voor bijzondere reisdoelen weer te geven.
›
Voor het in-/uitschakelen van de weergave in het hoofdmenu Navigatie de
functietoets → POI aantippen.
» afb. 243
aantippen.
A
›
Om de weer te geven bijzondere reisdoelen te selecteren, in het hoofdme-
nu Navigatie de functietoets → Kaart → Categorieën voor bijzondere reisdoelen
kiezen aantippen en de gewenste categorieën (maximaal 10) kiezen.
Verkeerstekenweergave
Het infotainment biedt de mogelijkheid om de in de navigatiegegevens opge-
slagen of door de frontcamera herkende verkeerstekens tijdens de routegelei-
ding op het infotainmentbeeldscherm te tonen
›
Voor het in-/uitschakelen van de verkeerstekenweergave in het hoofdmenu
Navigatie de functietoets → Kaart → Verkeerstekens weergeven aantippen.
Voor sommige wagens bestaat de mogelijkheid om een waarschuwing in te
stellen bij het overschrijden van de toegestane, door een verkeersteken be-
grensde snelheid.
›
Het sensorveld
en vervolgens de functietoets → Bestuurdershulpsyst. →
Snelheidswaarschuwing: aantippen.
Voor het rijden met aanhangwagen adviseren wij om de herkenning van ver-
keerstekens m.b.t. aanhangwagens in te schakelen.
›
Het sensorveld
en vervolgens de functietoets → Bestuurdershulpsyst. →
Borden m.b.t. aanhanger weergeven aantippen.
B
Routegeleiding
Inleiding
Door het starten van de routegeleiding naar een reisdoel ontstaat een route.
Op de route kunnen nog meer tussenstops worden ingevoegd.
De routegeleiding gebeurt als volgt.
Door grafische rijadviezen op het infotainmentbeeldscherm en op het display
▶
van het instrumentenpaneel.
Door navigatiemeldingen.
▶
Het infotainment probeert desondanks een routegeleiding mogelijk te maken,
ook als de navigatiegegevens onvolledig zijn of er helemaal geen gegevens
voor het betreffende gebied zijn.
Telkens wanneer u de rijadviezen negeert of van de route afwijkt, wordt de
route opnieuw berekend.
» afb. 225
op pag. 194.
G
205
Navigatie