›
Het contact gedurende meer dan 5 s uitschakelen (bij wagens met een start-
knop de motor afzetten en het bestuurdersportier openen).
›
De verbinding in de ŠKODA OneApp applicatie beëindigen.
›
De mobiele telefoon losmaken van de USB-ingang resp. de WLAN-verbin-
ding beëindigen.
192
Infotainment
Navigatie
Inleidende informatie
Navigatie - werkingsverloop
Geldt voor het infotainment Columbus, Amundsen.
De routegeleiding wordt als volgt gestart.
›
Een nieuw reisdoel opzoeken/invoeren of een van de opgeslagen reisdoelen
selecteren.
›
In de reisdoeldetails het starten van de routegeleiding bevestigen, eventueel
de routeopties instellen.
›
Het favoriete routetype selecteren, als het infotainment dit verlangt.
Er volgt een routeberekening en de routegeleiding start.
De routegeleiding vindt plaats met behulp van grafische rijadviezen en naviga-
tiemeldingen.
Het is mogelijk om tijdens de routegeleiding andere reisdoelen aan de route
toe te voegen of om de route aan te passen.
Als een verkeersinformatiezender beschikbaar is, dan kan informatie over ver-
keersopstoppingen door het infotainment worden geanalyseerd en eventueel
een alternatieve route worden aangeboden.
Als van de route wordt afgeweken, wordt de route opnieuw berekend.
GPS-satellietsignaal
Het infotainment maakt voor de routegeleiding gebruik van het GPS-satelliet-
signaal (Global Positioning System).
Buiten het bereik van het GPS-satellietsignaal (bv. in het bos, in tunnels, par-
keergarages) voert het infotainment de routegeleiding slechts beperkt uit met
behulp van in de wagen aanwezige sensoren.
Het infotainment biedt de mogelijk om in het extra venster Positie
pag. 195 de volgende informatie over de actuele geografische wagenpositie
en over het satellietsignaal weer te geven.
Geografische lengte
Geografische breedte
» afb. 226
op