Draairichtinggebonden banden
Sommige banden kunnen draairichtinggebonden zijn. De draairichting is door
een pijl op de wang van de band gekenmerkt.
Deze aangegeven draairichting beslist opvolgen, anders kunnen de volgende
bandeneigenschappen negatief worden beïnvloed.
▶
Rijstabiliteit.
▶
Grip op de weg.
▶
Bandengeluid en bandenslijtage.
Banden met vergrote antilekbestendigheid
Enkele wagens kunnen af fabriek met banden met vergrote antilekbestendig-
heid (zogenaamde "SEAL"-banden) zijn uitgerust. Voor sommige landen wor-
den wagens met "SEAL"-banden zonder noodreservewiel en overeenkomstig
wagengereedschap geleverd.
Als "SEAL"-banden zijn vervangen door standaardbanden, moet de wagen na-
derhand worden voorzien van een bandenafdichtset of noodreservewiel en het
overeenkomstige wagengereedschap.
ATTENTIE
Nooit rijden met beschadigde banden of met banden die ouder zijn dan 6
jaar - gevaar voor ongevallen.
VOORZICHTIG
De banden beschermen tegen contact met stoffen die de banden kunnen be-
■
schadigen (bv. olie, vet en brandstof). Als de banden met deze middelen in con-
tact komen, adviseren we om de banden bij een specialist te laten controleren.
Velgen met geslepen of gepolijste oppervlakken niet in winterse omstandig-
■
heden gebruiken - gevaar voor beschadiging van de velgen (bv. door strooi-
zout).
296
Raadgevingen voor het gebruik
Bandenspanning
Afb. 329 Sticker met een tabel met bandenspanningswaarden / banden
oppompen
De voorgeschreven bandenspanningswaarden staan op de sticker met picto-
grammen
» afb. 329
(voor enkele landen zijn de pictogrammen door tekst
A
vervangen).
De bandenspanning moet altijd aan de belading worden aangepast.
B
Bandenspanning voor halve belading
Bandenspanning voor het milieu ontlastend gebruik (iets lager brandstof-
C
verbruik en iets lagere uitstoot van schadelijke stoffen)
Bandenspanning voor volle belading
D
Banddiameter in inch
E
Deze informatie dient slechts als informatie voor de voorgeschreven ban-
denspanning. Het is geen opsomming van de goedgekeurde bandenmaten
voor uw wagen. Deze zijn opgenomen in de technische wagendocumenten
en in de conformiteitsverklaring (het zgn. COC-document).
Bandenspanningswaarde voor de vooras
F
Bandenspanningswaarde voor de achteras
G
Bandenspanning controleren
De bandenspanning (inclusief die van het noodreservewiel) ten minste eenmaal
per maand en vóór elke langere rit controleren.
De bandenspanning altijd controleren als de banden koud zijn. De verhoogde
bandenspanning bij warme banden zo mogelijk niet verminderen.
Bij wagens met bandenspanningscontrole moeten bij elke bandenspannings-
wijziging de bandenspanningswaarden in het systeem worden opgeslagen
» pag.
267.