aanrijding van achteren of tijdens de activering
van Front Assist kunnen ook de functies van
het PreCrash-systeem worden geactiveerd.
Naast de semi-automatische besturing wa-
gen bij medisch noodgeval (Emergency As-
sist)
In wagens met semi-automatische besturing
bij medisch noodgeval wordt binnen de be-
perkingen van dit systeem de informatie over
de toestand van de bestuurder beoordeeld.
Indien geen activiteit wordt gedetecteerd, kun-
nen de volgende systemen van de PreCrash
worden ingeschakeld:
●
Omkeerbaar spannen van de veiligheidsgor-
del van de bestuurder.
●
Automatisch sluiten van de ruiten tot een
kier en, naargelang de uitrusting, van het gla-
zen dak.
Activering van het PreCrash-systeem
Het PreCrash-systeem kan deels worden uitge-
schakeld door de tractiecontrole en/of stabi-
liseringscontrole uit te schakelen, naargelang
de uitrusting. Wanneer deze veiligheidscontro-
les van de wagen actief zijn (standaard telkens
het contact wordt ingeschakeld), is het sys-
teem volledig actief.
52
Veiligheid
Instelling in de selectie van het rijprofiel
In wagens met selectie van het rijprofiel past
PreCrash zich aan de geselecteerde speciale
wagenconfiguratie van het overeenkomstige
›››
profiel aan
pag.
175.
Beperkte werking
In de volgende situaties is het PreCrash-sys-
teem niet of slechts in beperkte mate beschik-
baar:
●
Als de TCS en/of ESC uitgeschakeld is.
●
Wanneer achteruit wordt gereden.
●
Waneer het airbagregelapparaat niet juist
werkt.
●
Wanneer er een storing is in het systeem zelf,
in de ESC of Front Assist.
Oplossing van problemen
Indien PreCrash niet correct werkt, wordt
op het scherm van het instrumentenpaneel
permanent het bericht Systeem niet be-
schikbaar of Systeem met beperkte
functie getoond. Laat het systeem door een
gespecialiseerde CUPRA-werkplaats of SEAT-
dealer controleren.
WAARSCHUWING
PreCrash kan de limieten opgelegd door de
natuurkundige wetten niet overwinnen en
werkt enkel binnen de eigen grenzen van het
systeem. Het gebruik van het systeem mag
nooit aanleiding zijn tot het nemen van gro-
tere risico's. Ondanks het systeem moet de
bestuurder te allen tijde opmerkzaam blijven
om botsingen te vermijden.
●
De snelheid en de veiligheidsafstand altijd
aanpassen aan de voorligger afhankelijk van
het zicht, het weer, het wegdek en het ver-
keer.
●
Het systeem kan niet altijd voorwerpen
herkennen.
●
Het systeem reageert mogelijk niet bij per-
sonen of dieren, noch bij voorwerpen die het
traject dwars kruisen of moeilijk te detecte-
ren zijn.
●
Metalen voorwerpen (bijv. vangrails), an-
dere elementen van de openbare weg of on-
gunstige weersomstandigheden kunnen de
werking negatief beïnvloeden en het vermo-
gen om het botsingsrisico te detecteren be-
perken.
●
Negeer nooit de waarschuwingslampjes
die gaan branden, noch de berichten die op
het instrumentenpaneel worden getoond.