maar niet ontgrendeld - en wordt de druk-
knop voor de centrale vergrendeling geacti-
veerd.
● De wagenbewaking blijft ook gegarandeerd
als de accukabels worden losgemaakt of de
accu niet meer werkt indien het alarmsys-
teem geactiveerd is.
Interieurbewaking en afsleepalarm
Indien bewegingen worden waargenomen in
het interieur terwijl de wagen vergrendeld is,
wordt het alarm geactiveerd door de interieur-
bewaking.
Indien wordt gedetecteerd dat de wagen wordt
opgetild, wordt het alarm geactiveerd door het
afsleepalarm.
De interieurbewaking en afsleepalarm in-
schakelen
●
Vergrendel de wagen. Wanneer het alarm-
systeem actief is, zijn de interieurbewaking en
afsleepalarm dat ook.
Naargelang de uitrusting kan het gebruik van
een scheidingsnet de werking van de interieur-
bewaking beïnvloeden.
De interieurbewaking en het afsleepalarm
tijdelijk uitschakelen
●
Open de wagen met de mechanische sleu-
tel of met de toets
van de afstandsbedie-
ning. Tussen het openmaken van het portier
100
Openen en sluiten
en het inschakelen van het contact mag niet
meer dan 15 seconden zitten, omdat anders
het alarmsysteem afgaat.
●
Druk tweemaal op toets
van de afstands-
bediening. De interieurbewaking en het af-
sleepalarm worden uitgeschakeld. Het alarm-
systeem blijft geactiveerd.
Uitschakelen via het infotainmentsysteem
●
Druk op de functietoets
> Wagen >
Inst. exterieur > Centrale vergren-
deling > Interieurbewaking.
De interieurbewaking en het afsleepalarm blij-
ven uitgeschakeld tot de wagen weer wordt
vergrendeld.
De interieurbewaking en het afsleepalarm kun-
nen ook worden uitgeschakeld in het vertrek-
menu. Daarvoor moet het contact uitgescha-
›››
keld zijn
pag.
156.
Om een loos alarm te vermijden, schakelt u
de interieurbewaking en het afsleepalarm in de
volgende situaties uit:
●
Wanneer er personen of dieren in het interi-
eur achterblijven.
●
Wanneer de wagen op een ander vervoer-
middel geladen, getransporteerd of gesleept
moet worden.
●
Wanneer de wagen in een wasstraat gela-
ten moet worden of wordt geparkeerd op een
plaats met twee verdiepingen.
Risico op loos alarm van de interieurbewa-
king
De interieurbewaking zal alleen correct werken
indien de wagen volledig gesloten is. Neem
de wettelijke voorschriften in acht. In onder-
staande gevallen kan een loos alarm optreden:
●
Indien één of meer ruiten deels of volledig
openstaan.
●
Indien het panoramadak/kanteldak geheel
of gedeeltelijk openstaat.
●
Indien lichte voorwerpen in de wagen wor-
den achtergelaten, bijv. losse papieren of han-
gers aan de binnenspiegel.
●
Indien de trilfunctie wordt geactiveerd van
een mobiele telefoon die in de wagen wordt
achtergelaten.
Let op
● De interieurbewaking en het afsleepalarm
kunnen niet permanent worden uitgescha-
keld.
● Indien bij het activeren van het alarm-
systeem nog een portier of de achterklep
open is, wordt enkel het alarmsysteem ge-
activeerd. De interieurbewaking en het af-
sleepalarm worden enkel geactiveerd nadat
alle portieren en de achterklep gesloten zijn.
● Wanneer de interieurbewaking en het af-
sleepalarm worden uitgeschakeld, wordt ook
het "Safe"-veiligheidssysteem gedeactiveerd
›››
pag. 97
.