de stand D of R staat en het rempedaal niet is
ingetrapt. De motor kan enkel in die standen
worden gestart en gestopt.
In stand P schakelen; de wagen kan
zich verplaatsen; de portieren kun-
nen uitsluitend worden vergrendeld
in stand P
●
Deze aanwijzing voor de bestuurder ver-
schijnt om veiligheidsredenen samen met een
waarschuwingssignaal, als de knop voor par-
keervergrendeling P niet werd ingedrukt na het
stoppen van de motor. Druk op de knop P,
anders kan de wagen in beweging komen.
Contact aan
●
De aanwijzing voor de bestuurder wordt ge-
geven, samen met een signaal van een zoe-
mer, als het portier aan bestuurderszijde wordt
geopend terwijl het contact is ingeschakeld.
Rijden met e-aandrijving
Het systeem van hybrideaandrij-
ving inschakelen
✓ Geldig voor: hybride wagens
Bij het bedienen van de hybrideaandrijving
wordt het aandrijfsysteem van de wagen ge-
activeerd. Met ingeschakeld aandrijfsysteem
is de e-aandrijving geactiveerd. De verbran-
dingsmotor gaat automatisch werken wanneer
Rijden met e-aandrijving
Rijden
het laadpeil van de hoogvoltaccu niet vol-
doende is om te rijden met e-aandrijving of
wanneer een groot aandrijfvermogen nodig is.
Om naar het elektrisch rijden te gaan in het
infotainmentsysteem:
●
> Accumanager.
Voorwaarden om het aandrijfsysteem in te
schakelen
Het aandrijfsysteem kan worden ingeschakeld
wanneer is voldaan aan de volgende voorwaar-
den:
●
De hoogvoltaccu is voldoende opgeladen.
●
Er is geen laadkabel ingestoken.
●
De temperatuur van de hoogvoltaccu ligt
binnen het werkingsbereik.
●
Er is een geldige contactsleutel in de wagen.
Het aandrijfsysteem inschakelen
●
Druk eenmaal op de startknop. Het contact
is ingeschakeld.
●
Trap het rempedaal in en houd het ingetrapt.
●
Zet de keuzehendel in stand N of schakel de
parkeervergrendeling P in.
›››
●
Druk op de startknop
afb. 111
controlelampje
gaat branden in het in-
strumentenpaneel. Accelereer niet. Laat de
startknop los wanneer het controlelampje
gaat branden op het instrumentenpaneel. De
markering die verschijnt in de rijvermogenindi-
catie verandert van
in 0.
●
Indien het controlelampje
annuleer dan de handeling en probeer het op-
nieuw.
●
Indien de wagen vergrendeld werd met de
contactsleutel, is de startknop uitgeschakeld.
Indien u zich in de wagen bevindt en de motor
moet starten, ontgrendel dan eerst de wagen
of voer een noodstart uit
Let op
Bij inschakeling van het aandrijfsysteem kan
een klik te horen zijn. Dat is perfect normaal
en wijst niet op een probleem.
Het aandrijfsysteem detecteren
Met de e-aandrijving is er nauwelijks een mo-
torgeluid te horen, noch wanneer het aandrijf-
systeem wordt ingeschakeld noch tijdens het
rijden. Aan het geluid van de motor is dus niet
te merken dat het aandrijfsysteem van de wa-
gen is ingeschakeld. In plaats daarvan is aan
de volgende kenmerken wel te merken dat de
wagen klaar is om te rijden:
●
In de rijvermogenindicatie van het in-
strumentenpaneel verschijnt de indicatie 0
›››
pag.
22.
●
Het licht van de indicatie in het instrumen-
tot het
tenpaneel is ingeschakeld, of de buitenverlich-
ting van de wagen nu brandt of niet.
●
In het instrumentenpaneel gaat het contro-
lelampje
branden.
●
Er klinkt een geluidssignaal.
niet oplicht,
›››
pag.
160.
161