Let op
● Wanneer de wagen stopt met ingescha-
kelde ruitenwisser, gaat die tijdelijk een wis-
stand lager werken.
● Indien het bestuurders- of bijrijdersportier
wordt geopend terwijl de wagen stilstaat,
keren de ruitenwissers terug naar de begin-
stand en worden ze uitgeschakeld. Indien
het portier wordt gesloten of de ruitenwis-
serhendel enkele seconden wordt bewogen,
worden de ruitenwissers weer ingeschakeld.
● In de winter kan de servicestand van de
ruitenwissers handig zijn om de wisserbla-
den beter op te tillen van de voorruit wan-
neer de wagen ergens geparkeerd zal worden
›››
pag. 328
.
Functies van de ruitenwissers
Automatisch wissen van de achterruitwisser
De achterruitwisser gaat automatisch aan wan-
neer de ruitenwissers zijn ingeschakeld en de
achteruitversnelling wordt gekozen. Het auto-
matisch inschakelen van de achterruitwisser
bij het achteruitschakelen kan worden geacti-
veerd en gedeactiveerd in de wageninstellin-
gen van het infotainmentsysteem
Ruitenwisser voor en achter
Zichtbaarheid
Let op
Na bediening van de ruitensproeier wordt
na ca. vijf seconden nog eenmaal nagewist,
als de wagen nog aan het rijden is ("drup-
pelfunctie"). Wanneer binnen 10 seconden
na de "druppelfunctie" opnieuw de ruiten-
wissers bediend worden, start een nieuwe
wascyclus zonder nawissen. Om opnieuw de
"druppelfunctie" te kunnen gebruiken, dient
het contact uit- en vervolgens weer inge-
schakeld te worden.
Let op
Bij een obstakel op de ruit probeert de rui-
tenwisser dit obstakel weg te schuiven. Indien
het obstakel de ruitenwisser blijft blokkeren,
stopt de ruitenwisser. Verwijder het obstakel
en zet de ruitenwisser weer aan.
›››
pag.
38.
Sensor voor regen- en lichtherken-
ning
Afb. 104
Ruitenwisserhendel: de
regensensor
afstellen.
A
Afb. 105
Gevoelig oppervlak van de
regensensor.
De geactiveerde regensensor stuurt de rui-
tenwisserinterval afhankelijk van de regenval
›››
.
133