●
Trek aan de toets
en houd hem in die
stand. De wagen zal plots remmen. Tegelijker-
tijd klinkt er een waarschuwingssignaal.
●
U kunt het remmen onderbreken door de
toets los te laten of te accelereren.
WAARSCHUWING
Indien u de wagen niet goed achterlaat, kan
hij wegrollen. Dit kan ongevallen, levensge-
vaarlijke letsels en ernstige materiële schade
tot gevolg hebben.
●
Wanneer u de wagen parkeert, voer dan
de betreffende handelingen in de juiste volg-
›››
pag. 216, Parkeren
orde uit
●
Voordat u de wagen verlaat, controleert u
of de elektronische parkeerrem is ingescha-
keld en het controlelampje
mentenpaneel rood brandt.
WAARSCHUWING
Indien de elektronische parkeerrem op ver-
keerde wijze wordt gebruikt, kunnen onge-
vallen en ernstige letsels het gevolg zijn.
●
Gebruik de elektronische parkeerrem
nooit om de wagen te remmen, tenzij het om
een noodgeval gaat. De remafstand is aan-
zienlijk langer. Gebruik altijd het rempedaal.
●
Geef nooit gas vanuit de motorruimte wan-
neer een rijstand is gekozen of versnelling is
ingeschakeld en de motor draait. De wagen
kan zich verplaatsen zelfs als de elektroni-
sche parkeerrem ingeschakeld is.
218
Parkeren en manoeuvreren
LET OP
Om te vermijden dat de wagen onbedoeld
beweegt bij het parkeren, schakelt u eerst de
elektronische parkeerrem in en daarna haalt
u uw voet van het rempedaal.
Oplossing van problemen
Er is een storing in de elektronische par-
keerrem
Het controlelampje gaat geel branden.
Rijd naar een CUPRA-dealer of een andere ge-
.
specialiseerde werkplaats.
De elektronische parkeerrem wordt niet uit-
op het instru-
geschakeld.
De accu van 12 volt is ontladen.
●
Gebruik de starthulp
De elektronische parkeerrem maakt geluid
●
Bij het in- of uitschakelen van de elektroni-
sche parkeerrem kunnen geluiden te horen
zijn.
●
Het systeem voert af en toe automatische
en hoorbare controles uit in de geparkeerde
wagen indien de elektronische parkeerrem al
enige tijd niet meer is gebruikt.
Auto Hold-functie
Afb. 146
functietoets Auto Hold.
De Auto Hold-functie houdt de wagen tegen
na stilstand en verhindert dat hij in beweging
komt zonder dat u het rempedaal hoeft te blij-
ven intrappen.
›››
pag.
329.
Vereisten
●
Het bestuurdersportier is gesloten.
●
De bestuurder heeft de veiligheidsgordel
omgegespt.
●
De motor draait.
Onder in de middenconsole:
Wanneer de Auto Hold-functie actief
is, gaat het controlelampje groen branden
in het instrumentenpaneel. Het controle-
›››
lampje in de toets
afb. 146
branden zolang de Auto Hold-functie in-
geschakeld is.
blijft