Inhoudsopgave
Advertenties
comfort te bereiken. De modus
uitgeschakeld op het moment dat de snel-
heid van de aanjager, de verdeling van de
lucht, de ontwaseming van de voorruit of
de luchtcirculatie handmatig wordt gewij-
zigd.
De snelheid van de aanjager in modus
kan worden ingesteld in het Climaprofile
(laag, middel of hoog) door meermaals te
drukken op de functietoets
ling van Climaprofile is ook mogelijk in het
submenu van Instellingen.
Submenu Achter
Submenu voor de klimaatregeling van de ach-
terzijde, met de volgende functies:
Climatronic in-/uitschakelen.
Wanneer het pictogram brandt, kan de
temperatuur achteraan niet worden inge-
steld.
/
Druk om de temperatuur achterin aan te
passen.
Submenu iClimate
Submenu met de volgende intelligente en/of
automatische functies naargelang de versie:
Handen verwar.: stelt de airco automa-
tisch en gedurende een bepaalde tijd in
om de zone van het stuur de verwarmen.
Verwarming, ventilatie en koeling
Airconditioning
wordt
Voeten koelen: stelt de airco automa-
tisch en gedurende een bepaalde tijd in
om de voetenruimte af te koelen.
Ruit ontwasemen: stelt de airco automa-
tisch en gedurende een bepaalde tijd in
om de ruit te ontwasemen.
Voeten verwar.: stelt de airco automa-
tisch en gedurende een bepaalde tijd in
om de voetenruimte te verwarmen.
. De instel-
Fresh Air: stelt de airco automatisch en
gedurende een bepaalde tijd in om het
interieur te ventileren.
Snel afkoelen: stelt de airco automatisch
en gedurende een bepaalde tijd in om
het interieur te koelen.
Submenu AirCare Clima
De klimatisering bevat een filter zodat minder
allergenen binnendringen.
Wanneer de AirCare-functie actief is, is de cir-
culatiefunctie ingeschakeld en wordt ze auto-
matisch en continu geregeld, zolang er geen
gevaar van beslaan van de ruit wordt gedetec-
teerd.
●
Door te drukken op
functie in-/uitgeschakeld.
●
Door te drukken op
over de werking van het AirCare-systeem.
Submenu Instellingen
Submenu met de volgende instellingen:
●
Climaprofile: de snelheid van de aanjager in-
stellen (laag, middel of hoog) tijdens de werk-
ing in modus
●
Intelligente stoelverwarming: door te druk-
ken op
stoelverwarming voor bestuurder en bijrijder
in- of uitgeschakeld
Bedieningselementen achterin
Afb. 110
bedieningselementen voor de zitplaatsen
achterin.
Temperatuur instellen
●
Met de toetsen
de temperatuur achterin aangepast.
wordt de AirCare-
krijgt u informatie
Luchtcirculatie
In de circulatiefunctie wordt vermeden dat
buitenlucht terechtkomt in het interieur.
.
wordt de functie van intelligente
›››
pag.
144.
Achter in de middenconsole:
›››
en
afb. 110
wordt
1
2
143
Advertenties
Inhoudsopgave
