●
Druk op de toets
in het infotainmentsys-
teem.
> Hulpsystemen. Wanneer het sys-
teem is ingeschakeld, wordt op het scherm
van het infotainmentsysteem het symbool
gemarkeerd.
●
Schakel het knipperlicht in van de zijde van
de weg waar u de parkeerplaats wenst te verla-
ten.
●
Schakel de achteruitversnelling in, of druk op
de toets
in het infotainmentsysteem.
●
Laat het stuur los . Let op het volgende be-
richt:
Stuurhulp actief. Let op de omge-
ving.
Terwijl u de omgeving goed in het oog houdt,
accelereert u voorzichtig tot maximaal 7 km/u
(4 mpu). Bij het uitparkeren neemt het systeem
enkel het sturen over. Als bestuurder moet
u accelereren, zo nog koppelen, van versnel-
ling veranderen en remmen.
●
Rijd achteruit tot het continue signaal van de
ParkPilot klinkt; OF: rijd achteruit tot op het
scherm van het instrumentenpaneel de aan-
wijzing voor vooruitrijden verschijnt. De voort-
›››
gangsbalk
afb. 153
geeft de afstand aan
3
die moet worden afgelegd.
●
Trap het rempedaal in tot het inparkeersys-
teem klaar is met draaien aan het stuur; OF:
trap het rempedaal in tot het symbool
het scherm van het instrumentenpaneel uit-
gaat.
Achteruitrijhulp (Rear View Camera)
Parkeren en manoeuvreren
●
Rijd vooruit tot het continue signaal van de
ParkPilot klinkt; OF: rijd vooruit tot op het
scherm van het instrumentenpaneel de aan-
wijzing voor achteruitrijden verschijnt. Het in-
parkeersysteem rijdt de auto vooruit en ach-
teruit tot de parkeerplaats verlaten kan wor-
den.
●
De auto kan de parkeerplaats verlaten wan-
neer een overeenkomstige melding verschijnt
op het scherm van het instrumentenpaneel en
eventueel een geluidssignaal klinkt. Neem de
besturing over met de draaihoek die door het
inparkeersysteem werd afgesteld.
●
Verlaat de parkeerplaats terwijl u rekening
houdt met het verkeer.
Achteruitrijhulp (Rear
View Camera)
Inleiding tot thema
Een in de achterklep ingebouwde camera
helpt de bestuurder bij het achteruit parkeren
›››
of manoeuvreren
pag.
Het beeld van de camera wordt weergegeven
samen met enkele geprojecteerde oriëntatie-
lijnen op het display van het infotainmentsys-
op
teem. Onderaan is een deel van de bumper te
zien, als referentiepunt voor de bestuurder.
Functies van de achteruitrijhulp
Naargelang de uitrusting zijn de volgende
functies beschikbaar:
●
Schuin parkeren: achteruit rijdend haaks op
het wegdek parkeren.
●
Functie voor koppeling aanhangwagen:
helpt bij het koppelen van een aanhangwagen.
●
Verkeer in dwarsrichting: het verkeer in
dwarsrichting wordt bewaakt.
Vereisten
Om te parkeren met de achteruitrijhulp moet
voldaan zijn aan de volgende vereisten:
●
Niet sneller rijden dan ca. 15 km/u (9 mpu).
●
Breedte van de parkeerplaats: breedte van
de wagen + 0,15 m (buitenspiegels niet inbe-
grepen).
Om een echt beeld te tonen, gelden de vol-
gende vereisten:
●
De achterklep is gesloten.
●
De omgeving is een effen oppervlak.
187.
●
De wagen is achteraan niet geladen.
233