WAARSCHUWING
Versleten of vieze ruitenwisserbladen ver-
minderen het zicht en verhogen het risico op
ongevallen en ernstig letsel.
●
Vervang de ruitenwisserbladen altijd wan-
neer ze beschadigd of versleten zijn, of wan-
neer ze de voorruit niet meer goed schoon-
vegen.
LET OP
●
Defecte of vervuilde ruitenwisserbladen
kunnen krassen op de voorruit veroorzaken.
●
Gebruik geen producten met oplosmiddel,
ruwe sponsen of puntige voorwerpen voor
het schoonmaken van de wisserbladen. An-
ders beschadigt u de grafietlaag.
●
Ruiten nooit met brandstof, nagellakremo-
ver, lakverdunner e.d. schoonmaken.
●
Voordat u de ruitenwissers bij vorst voor
de eerste keer inschakelt, controleren of de
ruitenwisserbladen niet zijn vastgevroren. Bij
koud weer kan het handig zijn om de ruiten-
wisser in servicestand te plaatsen wanneer u
›››
pag. 327
de wagen parkeert
.
LET OP
●
Om beschadiging van de motorkap en de
wisserarmen te voorkomen, mogen ze alleen
in de servicestand worden terug geklapt.
●
Breng de wisserarmen vóór vertrek altijd
omlaag.
Diverse situaties
Starthulp
Starthulp
Inleiding tot thema
Als de motor niet aanslaat, omdat de 12 volt-
accu ontladen is, kunt u de accu van een an-
dere wagen voor het starten gebruiken.
U hebt voor de starthulp kabels volgens DIN
72553 nodig (zie de gegevens van de kabelfa-
brikant). De doorsnede van de kabel moet bij
wagens met benzinemotor ten minste 25 mm
en bij wagens met dieselmotor ten minste 35
mm
2
bedragen.
LET OP
Let op het volgende om aanzienlijke schade
aan het elektrische systeem van de wagen te
voorkomen:
●
Indien de startkabels verkeerd worden
aangesloten, kan er een kortsluiting optre-
den.
●
Gebruik enkel startkabels met volledig geï-
soleerde klemmen.
●
Laat de voertuigen niet in contact komen,
anders kan stroom passeren zodra de plus-
polen worden aangesloten.
Starthulp: beschrijving
2
Afb. 206
Verbindingsschema voor wagens
met start-stopsysteem.
De ontladen accu moet op de juiste wijze op
de elektrische installatie zijn aangesloten.
Let erop dat de klemmen voldoende contact
met het metaal hebben.
Startkabels aansluiten
De startkabels mogen enkel worden verbon-
den in de volgorde 1 > 2 > 3 > 4
1.
Bij beide wagens het contact uitschakelen
›››
.
›››
afb.
206.
329